Er zijn nog te weinig studies opgezet over de relatie tussen menstruatie en topsport. Inspelen op wat er in een vrouwenlichaam omgaat en vooral rekening houden met de individuele verschillen tussen vrouwen, kan heel wat problemen voorkomen.
Toen de Nederlandse profwielrenster Leontien van Moorsel het werelduurrecord baanwielrennen aanviel in 2003 in Mexico-stad, deed ze dat niet toevallig op de dag dat ze haar maandstonden had. ‘Ik ben ongesteld en dat is super’, vertelde ze aan dagblad Trouw. ‘In de week voor ik menstrueer, heb ik altijd vermoeide benen, maar als het dan eenmaal zover is, dan heb ik het idee dat mijn pijngrens verder weg ligt.’ Ze fietste bij haar poging ruim 46 kilometer per uur en verbrak het record van de Française Jeannie Longo met bijna een kilometer.
‘Veel topsporters beseffen niet dat een persoonlijke gynaecologische begeleiding heel wat problemen kan oplossen’
‘Zodra je ongesteld wordt, wordt je lichaam zoals dat van een man’, vertelde Belgisch profwielrenster Jolien D’hoore enkele jaren geleden in de MNM-podcast De Volgwagen. Ook zij was ongesteld toen ze op haar achttiende wereldkampioen werd bij de junioren. In The Women Peloton-podcast vertelde ze dat ze fysiek altijd in orde was tijdens haar maandstonden en zich in wedstrijden dan ook altijd sterk voelde.
Het omgekeerde gebeurde op de Australian Open van 2015. Heather Watson, de beste Britse tennisster op dat moment, lag er al in de eerste ronde totaal onverwacht uit tegen de veel lager geklasseerde Bulgaarse Tsvetana Pironkova. Na amper 83 minuten eindigde de beslissende tweede set met een droge 6-0. In een interview aan BBC vertelde ze achteraf dat haar ondermaatse prestatie te wijten was aan haar girl things. Ze bracht daarmee wereldwijd een debat op gang over de impact van menstruatie op topsport.
‘Ik vind het ontzettend moeilijk om met mijn menstruatie om te gaan’, liet Belgisch 400 meterloopster Cynthia Bolingo in 2018 optekenen op rtbf.be. ‘Eenmaal ze komen, ben ik zowel mentaal als fysiek helemaal kapot. Ik presteer dan echt bijna vijftig procent minder.’
Premenstrueel syndroom
Bovenstaande voorbeelden illustreren dat de invloed die de menstruatie heeft op vrouwen verschilt van persoon tot persoon. Dat is niet alleen zo bij topsporters. Sommige vrouwen hebben er helemaal geen last van of voelen zich in bepaalde delen van hun menstruele cyclus zelfs beter. Anderen ervaren lichte lichamelijke en mentale klachten juist voor of tijdens hun menstruatie. En nog anderen lijden aan het premenstrueel syndroom of PMS, een aandoening waarbij ze zoveel last hebben van hun klachten dat ze niet meer normaal kunnen functioneren.
Maar voor topsporters kan PMS nog een groter probleem vormen dan voor andere vrouwen omdat ze echt alle dagen het beste van zichzelf moeten geven en er op het juiste moment moeten staan. Postdoctoraal onderzoeker Alessandro Colosio van de UGent begeleidt de vrouwelijke atleten van het nationaal team artistieke gymnastiek, van het nationaal team olympische trampoline en van enkele roeisters in het nationale team. Volgens hem heeft het premenstrueel syndroom een invloed op twee belangrijke aspecten in het leven van een atleet. ‘Het premenstrueel syndroom kan samenvallen met zeer belangrijke wedstrijden, de prestaties dan nadelig beïnvloeden of op zijn minst een extra oorzaak zijn van zorg’, legt hij uit. ‘Daarnaast kan het een effect hebben op het trainingsschema van de atleten. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat de trainingsactiviteiten die een coach voor een bepaalde dag had gepland, gewoon niet mogelijk zijn. Het is dan ook van fundamenteel belang dat er een goede communicatie en begrip is tussen de atleten, hun begeleiders en het ondersteunend personeel.’
Volgens gynaecoloog en sportarts Luc Baeyens van het Universitair Ziekenhuis Brugmann in Brussel – die heel wat Belgische en internationale sporters begeleidt maar waarvan we de namen niet mogen vermelden omwille van het beroepsgeheim – zijn er nog altijd topsporters die te weinig weten over wat er precies achter hun klachten schuilgaat. ‘Velen beseffen ook niet dat een persoonlijke gynaecologische begeleiding heel wat problemen kan oplossen’, zegt hij. ‘En dat dat soms voor net dat tikkeltje meer kan zorgen dat bij topsport het verschil kan betekenen tussen winnen of verliezen.’
Topsporters met PMS lopen vaak een hoger risico op overbelastingsletsels dan topsporters zonder, onder andere omdat hun spieren, ligamenten en botten verzwakken door de felle hormonale schommelingen. ‘We proberen dat in eerste instantie te verhelpen door hun voeding wat aan te passen en hen calcium, magnesium en vitamine B6-supplementen voor te schrijven’, aldus Baeyens. ‘Maar vaak werken die voor topsporters onvoldoende en moeten we overschakelen op hormonale behandelingen die hun natuurlijke hormonen vervangen door stabielere hormonen die minder klachten geven. Dat wordt overigens niet beschouwd als hormonale doping.’
Hormonale contraceptie
Hebben topsporters met PMS contraceptie nodig, dan kan die hormonale behandeling ook bestaan uit de anticonceptiepil. Die doornemen bijvoorbeeld is een manier om geen menstruatie en dus ook geen klachten meer te hebben. Belangrijk om weten daarbij is dat er verschillende generaties van anticonceptiepillen bestaan en dat die lang niet allemaal geschikt zijn voor topsporters. ‘Alle pillen verminderen de symptomen van PMS’, zegt Baeyens. ‘Maar de recentste generaties zijn vaak sterk antiandrogeen, wat betekent dat ze de werking van testosteron tegengaan. Ze zijn ideaal om acne, haaruitval of vet haar te behandelen, omdat die symptomen vaak te wijten zijn aan een teveel aan testosteron, maar ze zijn absoluut ongeschikt voor topsporters.’
Dat bleek duidelijk uit studies waarbij patiënten verschillende pillen toegediend kregen, ze vervolgens intensieve spiertrainingen kregen en onderzoekers daarna biopten van hun spieren namen om te bestuderen hoe ze daarop reageerden. Antiandrogene pillen bleken hun spieropbouw af te remmen, terwijl de oudste generaties van pillen die afgeleid zijn van mannelijke hormonen dat nadeel niet hadden.
Ook een spiraaltje kan helpen tegen PMS-klachten, op voorwaarde dat het om de hormonale versie gaat. ‘Koperen spiraaltjes verergeren meestal de pijn en de menstruele krampen, wat een negatief effect kan hebben op de sportprestaties’, legt sportgynaecoloog Sara Engels van het CHU Brugmann in Brussel uit. Ze begeleidt sporters van alle leeftijden, zowel op recreatief als topniveau. ‘Ze gaan ook vaker gepaard met meer bloedverlies en verhogen het risico op bloedarmoede en ijzertekort. Een hormonaal spiraaltje daarentegen zorgt er onder andere voor dat de pijndrempel verhoogt, dat er veel minder bloedverlies is dan normaal, dat er minder ijzer verloren gaat en dat het hemoglobinegehalte verhoogt waardoor er meer zuurstof naar de spieren gaat.’
‘Het nadeel van een spiraaltje is dan weer dat we dat alleen kunnen plaatsen bij vrouwen die al seks hebben gehad’, vertelt Baeyens. ‘Bij jonge sporters die nog maagd zijn is de vagina vaak te nauw om zowel het spiraaltje te plaatsen als om de plaatsing ervan via die weg op te volgen met echografie. Als het echt moet, voeren we de plaatsing uit onder volledige verdoving.’
‘Zeker bij jonge atleten is het belangrijk dat clubs en federaties samen met de atleten en hun ouders de meest geschikte oplossing zoeken voor hun klachten’, zegt Colosio.
Geen algemene richtlijnen
Zijn er ook voor vrouwen zonder PMS zaken waar ze rekening mee kunnen houden om beter te presteren en minder blessures op te lopen? ‘Bij een regelmatige menstruele cyclus komen de hormonen oestrogeen en progesteron afwisselend in actie’, zegt Engels. ‘In het eerste deel van de cyclus, voor de eisprong, komt vooral oestrogeen vrij dat een goede spieropbouw bevordert. In het tweede deel, na de eisprong, is de invloed van progesteron groter, wat dan leidt tot tegengestelde effecten.’
Hoewel de balans tussen oestrogeen en progesteron ongetwijfeld een invloed heeft op de prestaties en op de blessures van elitesporters, zijn onderzoekers er nog niet in geslaagd om algemene richtlijnen te formuleren die voor alle vrouwen opgaan. ‘Bij vrouwen die een regelmatige cyclus hebben is duidelijk bewezen dat krachttraining in het eerste deel van de cyclus beter werkt om het volume, de dikte en de kwaliteit van de spieren te verbeteren dan in het tweede deel’, legt Baeyens uit. ‘Maar dat geldt alleen voor vrouwen die een heel regelmatige cyclus hebben en geen hormonale behandeling krijgen. Dat is maar een heel klein deeltje van de vrouwelijke sporters.’
Of het helpt om blessures te voorkomen door in de periode na de eisprong meer eiwitten te eten en zo voor de afbraak ervan te compenseren, werd ook nog niet eenduidig aangetoond. ‘We weten bijvoorbeeld dat progesteron – verantwoordelijk voor een grotere afbraak van eiwitten – zorgt voor een verhoogde mobiliteit van de gewrichten, dus je zou kunnen denken dat er na de eisprong meer blessures voorkomen’, vertelt Engels. ‘Maar dat is te kort door de bocht, want blessures zijn multifactorieel en uit data blijkt dat het risico op blessures het grootst is net voor de ovulatie, wanneer er juist minder progesteron vrijkomt.’
Veel ligt ook aan het feit dat er nog veel te weinig studies werden opgezet naar de invloed van de menstruatie op topsport. Wellicht omdat ook in de sportwereld nog altijd minder onderzoek wordt gevoerd naar vrouwen dan naar mannen. ‘Vroeger werd gedacht dat de kennis die vergaard was bij mannen gewoon kon worden geëxtrapoleerd naar vrouwen, maar zo werkt het niet’, zegt ze. ‘Vrouwen hebben door de menstruele cyclus heel andere mechanismen van blessures.’
Geen eisprong
Een probleem bij topsporters is dat sommigen plots geen eisprong meer hebben en niet meer menstrueren. ‘Vaak is dat het eerste symptoom van relatieve energiedeficiëntie bij sporters of het syndroom RED-S, een reactie van het lichaam op het feit dat er te weinig energie binnenkomt, bijvoorbeeld door te weinig te eten of te veel te sporten’, meldt Baeyens. ‘Het is een soort van oerbeschermingsmechanisme dat voorkomt dat een vrouw zwanger wordt wanneer haar lichaam daar niet de energie voor heeft.’
RED-S komt het vaakst voor bij langeafstandslopers en bij sporten waarbij het gewicht belangrijk is zoals ballet, gymnastiek of sporten met gewichtsklassen. ‘Het syndroom verhoogt op lange termijn vooral het risico op osteoporose en op verminderde vruchtbaarheid’, vertelt Engels. ‘Vrouwen met RED-S lopen ook een groter risico op een opstapeling van slechte vetten, hoge cholesterol en slagaderverkalking. Het is belangrijk om het voedingspatroon van deze patiënten snel aan te passen.’
De perfecte methode om te achterhalen of topsporters nog een eisprong hebben, is door in hun bloed na te gaan op welk moment er meer luteïniserend hormoon vrijkomt, want dat gebeurt ongeveer een dag voor de eisprong. ‘In de meeste topsporten worden bloedanalyses regelmatig uitgevoerd en worden deze waarden regelmatig gecontroleerd’, deelt Colosio mee. ‘Maar omdat dat extra kosten met zich meebrengt is dat niet op alle sportniveaus mogelijk. En ook bij sporten waarbij veel sporters tegelijkertijd gecontroleerd moeten worden ligt dat moeilijker.’
Ook de lichaamstemperatuur opmeten kan aantonen wanneer de eisprong plaatsvindt, want die stijgt lichtjes wanneer vrouwen ovuleren en dit tot voor de maandstonden. Maar voor topsporters kan die methode iets moeilijker interpreteerbaar zijn omdat bijvoorbeeld ook oververmoeidheid de temperatuur licht kan verhogen.
Maar zelfs als problemen tijdig kunnen worden gedetecteerd, blijft het een uitdaging om in te grijpen en ze te corrigeren, omdat het vaak om gevoelige aspecten gaat zoals eetstoornissen. ‘Ook in deze context is een efficiënte samenwerking tussen alle betrokken deskundigen van groot belang, net zoals een effectieve ondersteuning van de sporters’, aldus Colosio.
Toch is RED-S niet altijd de reden voor het wegblijven van de eisprong. ‘Sommige vrouwen menstrueren minder vaak omdat ze meer mannelijke hormonen aanmaken dan gemiddeld’, zegt Baeyens. ‘We zien dat vaak bij topsporters omdat ze door die hormonen gemiddeld iets beter zijn in sport en daardoor automatisch vaker aan sport doen. Toch blijkt uit studies niet duidelijk dat vrouwen met meer testosteron sowieso beter presteren.’
Omdat de ene vrouw de andere niet is, een vrouw niet op elke cyclus hetzelfde reageert, en de impact die de menstruatie heeft bij elke vrouw verschilt, is het belangrijk dat topsporters heel individueel worden opgevolgd. Dat kan door een gynaecoloog die persoonlijke adviezen kan geven en behandelingen kan voorstellen op basis van een dagboek of app waarin topsporters zelf bijhouden wanneer ze hun maandstonden hebben, welke klachten ze ervaren en wanneer hun trainingen het best verlopen. ‘Het is wel zaak om daar op tijd mee te beginnen’, tipt Baeyens. ‘Niet een paar weken voor een belangrijke wedstrijd bijvoorbeeld, maar minstens enkele maanden.’
Teamsport
Dat topsporters het best individueel worden begeleid is duidelijk, maar hoe moet dat dan in een teamsport? ‘Het is een hele uitdaging om iets dat heel individueel moet bekeken worden, zoals de menstruatie, te integreren in een teamsport zoals voetbal’, getuigt Bram Gettemans, physical coach bij de KAA Gent Ladies. ‘Sommige speelsters ondervinden totaal geen klachten van hun menstruatie, anderen zoveel dat we daar echt rekening mee moeten houden. Maar het trainingsschema aanpassen aan de individuele noden van de sporters is bij een teamsport veel moeilijker dan bij individuele sporters, waardoor hun coaches daar ook veel intensiever mee bezig kunnen zijn dan wij.’
Toch wordt er ook bij de KAA Gent Ladies wel degelijk rekening gehouden met menstruatieklachten. ‘Onze medische en sportieve cel werken nauw met elkaar samen’, zegt Gettemans. ‘Omdat menstruele klachten heel individueel moeten benaderd worden, verwachten we van onze speelsters dat ze hun problemen zelf aan de medische cel aangeven. Concreet vullen ze daarvoor een Rate of Perceived Exertion in, een formulier waarin ze kunnen aangeven hoe ze zich die dag voelen, of ze last hebben van bepaalde prikkels, stemmingswisselingen, stress en spierstijfheid. Zijn er klachten, dan gaan onze artsen en kinesisten daar in een beveiligde omgeving dieper op in om te achterhalen wat er precies scheelt en welke stappen we kunnen nemen om hen de best mogelijke begeleiding te geven.’
Gettemans maakt deel uit van de sportieve cel en bepaalt de load van de trainingen, maar hij zorgt ook voor de communicatie tussen beide cellen. ‘Omwille van de privacy krijg ik van de medische cel alleen de informatie die ik voor de trainingen nodig heb’, vertelt hij. ‘Ik koppel die gegevens aan het trainingsschema en de vooropgestelde trainingsload en bekijk in hoeverre we die kunnen aanpassen aan de klachten die de sporters hebben aangegeven.’
Waar coaches bij een teamsport ook rekening mee moeten houden is dat het gaat om winnen en dat daar selecties van afhangen. ‘De speelsters hebben een enorme intrinsieke motivatie om elke minuut op het veld te staan en dat kan hun aangeven van klachten of gevoelens beïnvloeden’, zegt hij. ‘Wij proberen een gezond evenwicht te zoeken tussen rekening houden met hun klachten en zorgen dat de informatie die de speelsters ons bezorgen zo goed mogelijk wordt behandeld. Want het is onze prioriteit om zorg te dragen voor hun lichaam en geest.’