De Loopbaanprijs Wetenschapscommunicatie bekroont elk jaar een uitzonderlijke, carrièrelange inzet op het vlak van wetenschapscommunicatie. Tijdens de coronapandemie gaf viroloog Johan Neyts (KU Leuven) geregeld duiding in de media over antivirale geneesmiddelen en vaccins.
De jury van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en kunsten (KVAB) en de Jonge Academie loofde Neyts’ jarenlange inspanningen om de maatschappij op een begrijpelijke wijze te informeren over de complexe materie van zijn vakgebied. ‘Het doet me persoonlijk heel veel deugd om die prijs te krijgen, het voelt aan als een duwtje in de rug in een periode waarin we hard werken en mensen volop proberen uit te leggen wat wetenschap is’, vertelt hij. ‘Maar deze prijs komt niet alleen mij toe, hij had even goed naar al mijn collega’s kunnen gaan die ook het beste van zichzelf geven om het publiek te informeren. En dan heb ik het niet alleen over mijn wetenschapsdomein, maar bijvoorbeeld ook over heel de discussie rond het klimaat en veel andere belangrijke topics. Ook daar is het heel erg van belang dat wetenschappers hun stem laten horen zodat mensen zich kunnen baseren op feiten en niet op zaken die circuleren op het internet.’
Wat was de belangrijkste boodschap die u het publiek absoluut wou meegeven?
‘Ik stond er soms van versteld hoe weinig achtergrondkennis het brede publiek had over virussen en vaccins. Wetenschappers hebben die achtergrondkennis wel, ze volgen bovendien de wetenschappelijke literatuur op de voet en ze discussiëren daarover met elkaar. Wij moesten vanuit onze bredere kennis de vertaalslag maken naar het publiek. En er is iedere dag wel iets nieuws waar we meer context over moeten bieden, onder andere om mensen gerust te stellen. Toen er bijvoorbeeld twijfels rezen rond de AstraZeneca-vaccins nadat er zich bij enkele patiënten bloedklonters hadden gevormd, moesten we uitleggen dat honderd procent veiligheid niet bestaat.’
‘Als vaccins al langetermijneffecten hebben, dan is het dat ze bescherming bieden tegen infecties’
‘Een van de boodschappen die ik absoluut probeerde te brengen was dat bedrijven niet zomaar als cowboys vaccins kunnen beginnen te ontwikkelen en inspuiten. Er zijn autoriteiten zoals het EMA in Europa en het FAGG in België waar experten achter de schermen heel streng alle dossiers bekijken vooraleer ze groen licht geven om studies op te zetten of producten op de markt te brengen. Die mensen hebben uiteraard geen enkele commerciële ambitie en zijn zeer beducht voor alle soorten problemen die vaccins en geneesmiddelen kunnen geven. Het is hun taak om ervoor te zorgen dat wat op de markt komt veilig en werkzaam is en daarvoor gaan ze niet over een nacht ijs.’
Een van de redenen waarom mensen zich niet laten vaccineren is dat de langetermijneffecten van de vaccins niet konden worden onderzocht. Hebben ze een punt?
‘Je moet dat wetenschappelijk benaderen. Virologie bestaat voor een groot stuk uit kennis uit het verleden. Miljarden mensen zijn ooit als kind gevaccineerd tegen hepatitis B, mazelen, bof en rodehond en andere ziekteverwekkers en de meeste mensen geboren na 1960 zijn gevaccineerd tegen polio. Er is bij mijn weten geen enkel vaccin dat langer dan vier à vijf weken na vaccinatie problemen geeft. De meeste nevenwerkingen, als ze er al zijn, duiken binnen de eerste dagen tot soms twee weken na het inspuiten ervan op.’
‘Als vaccins al langetermijneffecten hebben, dan is het dat ze bescherming bieden tegen infecties. Voor de jaren zeventig werden kinderen soms geboren met heel ernstige handicaps omdat hun moeder tijdens de zwangerschap geïnfecteerd raakte met rodehond. Dankzij vaccinatie komt dat nu niet meer voor. Volgens de WHO heeft vaccinatie tegen mazelen in de periode 2000 tot 2018 niet minder dan 23,2 miljoen overlijdens bij kinderen vermeden, vooral in ontwikkelingslanden.’
‘Ik zit al meer dan dertig jaar in het vak en had ik enige bezorgdheid gehad omtrent de langetermijneffecten van de vaccins, dan had ik mijn ouders, mijn kinderen, mijn vrouw en mijn familie echt wel geadviseerd om zich niet te laten vaccineren tegen covid-19. Hoe zou iemand die niet in het vak zit overigens meer weten dan de experten? Als ik een probleem heb met mijn auto dan ga ik daarover ook niet discussiëren met mijn garagist, ik vertrouw erop dat hij of zij dat beter weet dan ik want die mensen hebben ervoor gestudeerd en zijn er dagelijks mee bezig. Met vaccinatie is dat net zo.’
‘We weten nog niet hoelang je immuun bent na de derde prik’
Vorig weekend was er een grote betoging in Brussel tegen de coronamaatregelen. Rik Torfs zei daarover in De Afspraak dat er een redelijker debat zou ontstaan als er meer openheid zou zijn over de onzekerheden in de wetenschap.
‘Wetenschap is voortschrijdend inzicht. Het is niet zoeken maar onderzoeken. Het is dagelijks bijleren met vallen en opstaan. Ik doe dan ook niet anders dan zeggen dat we sommige dingen nog niet weten. Hoelang gaat de immuniteit blijven duren na de derde prik bijvoorbeeld? Dat weten we gewoon niet. Net na de tweede prik met de vaccins van Pfizer en Moderna lag de bescherming heel hoog, na een paar maanden kalft de immuniteit wat af. We hopen dat de bescherming na de derde prik langer zal aanhouden, maar we kunnen op dit moment onmogelijk voorspellen hoelang dat gaat blijven duren.’
‘Feit is wel dat het onderzoek nu veel sneller gaat dan normaal omdat daar nu ontzettend veel teams en bedrijven heel intensief mee bezig zijn en er enorm veel kapitaal tegenaan is gegooid. In 1969 heeft de NASA nauwelijks acht jaar nadat ze daar de opdracht voor kreeg van president Kennedy de eerste mensen op de maan gezet. Het ging toen ook tegen ‘warp speed’, net om dezelfde redenen.’
Ongeveer een jaar geleden zei u in Eos dat u een vaccin aan het ontwikkelen was tegen het coronavirus dat mogelijks langdurige bescherming zou bieden. Is dat gelukt?
‘Ons vaccin is gebaseerd op het gelekoortsvaccin dat een van de meest optimale virale vaccins is die ooit zijn ontwikkeld. Je krijgt een prikje en je kan twee weken later op je twee oren slapend op safari vertrekken want je bent met die ene dosis beschermd tegen een heel dodelijke infectie. En als je over twintig jaar weer op safari vertrekt ben je nog altijd beschermd. Wij liften met ons SARS-CoV-2-vaccin mee op de perfecte manier waarop het gelekoortsvaccin het immuunsysteem en het geheugen ervan levenslang activeert en zijn dan ook zeer hoopvol dat ons vaccin daardoor iets te bieden heeft dat andere vaccins niet hebben.’
‘Toen we met de ontwikkeling van ons vaccin begonnen, wisten we natuurlijk nog niet dat er nog varianten zaten aan te komen. Vanaf januari van dit jaar zijn we ons vaccin telkens beginnen aan te passen aan de nieuwe variant, maar toen na alfa en beta ook gamma eraan kwam, hebben we het geweer van schouder veranderd en zijn we gaan werken aan een vaccin waarvan we hopen dat het een universeel vaccin kan zijn. We hebben een versie 2.0 van ons vaccin ontwikkeld dat hamsters complete bescherming biedt tegen een infectie met zowel alfa, beta, gamma als delta. Het is meteen ook een proof of concept, het bewijs dat de code van de corona-spike die we daarvoor in elkaar knutselden ook in andere vaccintechnologieën in een brede werking zou moeten resulteren. We gaan nu bestuderen of deze versie 2.0 ook bescherming biedt tegen omikron. Spannend.’
Heeft u enig idee wanneer het op de markt zou komen?
‘Om onze productie op te schalen en studies bij proefpersonen op te starten hebben we vele miljoenen euro’s nodig. Op het moment dat we goed op weg waren om dat kapitaal bijeen te krijgen, kwamen Pfizer en Moderna met die fantastische resultaten van 90 à 95 procent werkzaamheid. Sommige investeerders kregen daardoor koudwatervrees en haakten af. Dus we moeten het nu met veel minder kapitaal doen, waardoor we veel minder snel kunnen lopen dan bedrijven zoals Moderna die van de Amerikaanse overheid miljarden kregen.’
‘Maar we boeren verder en maken goede vooruitgang. Zo zijn we overigens ook al een hele tijd bezig met een nieuwe manier om het gelekoortsvaccin - en dus ook de vaccins die we daarop baseren - te maken. De vaccins tegen gele koorts, bof, mazelen en rodehond zijn allemaal levend verzwakte vaccins. Uit ons onderzoek blijkt dat als je het commerciële gelekoortsvaccin twintig minuutjes op 50 graden zet, het compleet geïnactiveerd is. Je hebt dus altijd een koudeketen nodig hebt om dit vaccin tot in alle uithoeken van de brousse te krijgen.’
‘We zullen nog jaren en decennia vaccins nodig hebben om SARS-CoV-2 te bestrijden’
‘Wij ontwikkelden de voorbije twee jaar de PLLAV-technologie (op plasmiden gebaseerde technologie voor levende verzwakte vaccins, red.) waarbij we de code van zo’n levend verzwakt gelekoortsvirus in een plasmide, een cirkelvormig stukje DNA, steken dat bij hoge temperaturen intact blijft. Als we het twee weken op 50 graden Celsius zetten, dan blijft dat nog altijd even werkzaam na vaccinatie van proefdieren, ontdekten we. In plaats van het levend verzwakt gelekoortsvirus in te spuiten dat op lage temperaturen moet worden bewaard, spuiten wij het plasmide in dat niet koud moet worden bewaard. Vanaf dat plasmide wordt dan op de plaats van de injectie het eigenlijke gelekoortsvaccin in je lichaam geproduceerd. Het is dus identiek hetzelfde vaccin, we produceren het en dienen het gewoon op een andere manier toe.’
‘We hebben de technologie nu redelijk onder controle en willen nu uitzoeken of we dat ook kunnen gebruiken voor ons SARS-CoV-2-vaccin dat gebaseerd is op het gelekoortsvaccin. Want ook al zijn er nu al fantastische vaccins tegen corona, SARS-CoV-2 is een virus dat gaat blijven bestaan. We zullen dus nog jaren en decennia vaccins nodig hebben om het te bestrijden. Onze missie ligt vooral in het beschikbaar maken van vaccins voor Afrika, Azië en Latijns-Amerika waar ons thermostabiel vaccin het verschil kan maken.’
Waarom wordt er nu niet meer ingezet op het vaccineren in Afrika, Azië en Latijns-Amerika waar door de lage vaccinatiegraad constant nieuwe varianten kunnen ontstaan?
‘De problematiek in landen met lage en middeninkomens verschilt van regio tot regio. Los van Zuid-Afrika en een aantal Noord-Afrikaanse landen zoals Marokko en Tunesië zien we dat de situatie in Sub-Sahara-Afrika tot nu toe niet is ontspoord, dat daar relatief weinig covid is. Dat neemt niet weg dat daar absoluut moet worden gevaccineerd. Het verschijnen van de omikronvariant op het Afrikaanse continent is het duidelijkste bewijs dat in niet gevaccineerde populaties makkelijk nieuwe, lastige varianten kunnen ontstaan.’
Is er een reden waarom bepaalde Afrikaanse regio’s gespaard zijn gebleven van infecties?
‘Het is redelijk duidelijk dat er iets is wat maakt dat sommige mensen minder gevoelig zijn zijn voor SARS-CoV-2, maar er is niemand die dat met zekerheid weet. Er speelt zeer waarschijnlijk een genetisch component mee en wellicht spelen ook omgevingsfactoren een rol: de regio’s die tot nu toe gespaard zijn gebleven, vallen bijvoorbeeld voor een groot stuk samen met de regio’s waar malaria voorkomt. Het ligt niet aan het tropische klimaat, want in India en grote delen van Brazilië kent men een gelijksoortig klimaat en daar hebben we wel explosies van covid-19 gezien. Het ligt ook niet aan de geografische verspreiding, want ook in Afrika zijn er megasteden waar mensen dicht op elkaar wonen.’
U werkt ook aan geneesmiddelen tegen covid-19. Hoe ver staat u daarmee?
‘Er zijn twee grote lijnen in therapie-ontwikkeling. Enerzijds heb je de monoclonale antilichamen die zich vastklikken aan het spike-eiwit, het uitsteeksel van het coronavirus, en zo voorkomen dat het virus kan binnendringen in onze cellen. Wij ontwikkelen zelf geen antilichamen, maar we testen wel de antilichamen van academische partners en bedrijven in ons hamstermodel.’
‘Anderzijds heb je de antivirale middelen in de vorm van een pil die je na besmetting zo snel mogelijk moet innemen. Daar zit de hoofdmoot van onze therapie-ontwikkeling. Virusremmers zorgen ervoor dat het virus zich niet kan vermenigvuldigen en kunnen heel krachtig zijn. Denk maar aan de aids-remmers voor patiënten met hiv. In de jaren ’80 en ’90 was aids een doodsvonnis, vandaag kunnen we patiënten met een pilletje per dag gezond houden. Patiënten met Hepatitis C, die een groot risico lopen op levercirrose en leverkanker, slikken nu krachtige virusremmers en zijn na twee à drie maanden compleet genezen.’
‘Binnen de orale virusremmers, werken we op twee sporen. Enerzijds gaan we op zoek naar bestaande medicijnen die werken tegen andere aandoeningen en onderzoeken we of ze ook werken tegen SARS-CoV-2. Daarvoor worden we al van in het begin van de pandemie gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation. Van sommige van die geneesmiddelen blijkt uit ons hamstermodel dat ze inderdaad werken tegen SARS-CoV-2, al is dat vaak niet superkrachtig. Maar dat mag je ook niet verwachten aangezien het niet voor SARS-CoV-2 werd ontwikkeld. Bovendien kan elk beetje het verschil maken. We hebben ook al gemerkt dat als je twee middelen combineert, je soms een betere werkzaamheid krijgt dan de optelsom van de twee afzonderlijk.’
‘Antivirale middelen lijken een krachtig wapen in de strijd tegen covid-19, al kan er wel een addertje onder het gras zitten. Virussen kunnen resistent worden tegen virusremmers, net zoals bacteriën resistent kunnen worden tegen antibiotica. Maar voor de middelen die wij bestuderen, waaronder Molnupiravir en Paxlovid, blijkt dat voorlopig goed mee te vallen.’
‘Het tweede spoor is het ontwikkelen van nieuwe ultrakrachtige coronaremmers. Daarvoor hebben we al in 2017 een volautomatisch lab gebouwd dat 24 uur op 24, zeven dagen op zeven op zoek gaat naar een speld in een hooiberg: stoffen die corona remmen. Vinden we een molecule die werkt tegen SARS-CoV-2, dan werken we samen met medicinale scheikundigen om de werking ervan te optimaliseren. We hebben momenteel al meer dan twee miljoen testen uitgevoerd, dat is de basis voor de ontwikkeling van enkele krachtige moleculen die we de komende jaren hopelijk verder kunnen ontwikkelen tot een krachtig antiviraal middel. En dat zal nodig zijn, want dit virus gaat nooit meer weg.’
In deze video zie je het volautomatische lab dat constant op zoek is naar stoffen die corona remmen.
Stel dat er in de toekomst nog gevaarlijker virussen op ons afkomen, met een hoger sterftecijfer bijvoorbeeld. Zijn we daar door de coronacrisis beter op voorbereid?
‘Op 20 september 2019, allicht maar een paar weken voor de eerste mens-op-mens-transmissie van het coronavirus is gebeurd, stond ik op een congres in Wuhan uit te leggen dat de wereld niet voorbereid was op een volgend virus met een epidemisch of pandemisch potentieel. En dat we breedwerkende virusremmers moesten ontwikkelen om die het hoofd te kunnen bieden. Dat was overigens niet de eerste keer, ik was dat al jaren aan het verkondigen. Maar jammer genoeg tevergeefs.’
‘Samen met biostatisticus Niel Hens hebben we in modellen aangetoond wat de impact kan zijn van virusremmers bij het begin van een uitbraak. Stel je maar eens voor dat er op 10 januari 2020, toen wetenschappers voor het eerst wisten dat het om een coronavirus ging, bij de Wereldgezondheidsorganisatie breed werkende virusremmers voorradig waren geweest. We kenden toen al zes humane coronavirussen, dus de mensheid kon al een middel gehad hebben dat tegen die zes virussen zou gewerkt hebben. Dat was wellicht ook werkzaam geweest tegen SARS-CoV-2. Ze hadden dat middel kunnen invliegen naar Wuhan en er de eerste patiënten mee kunnen behandelen, waardoor die minder virus zouden hebben uitgescheiden. Ook artsen, verpleegkundigen en andere contactpersonen van die eerste patiënten hadden preventief behandeld kunnen worden. Er zijn in die eerste weken veel Chinese artsen en verpleegkundigen gestorven. Samen met quarantainemaatregelen, die Chinezen doorgaans streng opvolgen, had het gebruik van virusremmers de uitbraak allicht heel fel kunnen inperken. Dat zou de internationale verspreiding van het virus zeker hebben bemoeilijkt. En hoe dan ook hadden we op zijn minst een wapen gehad vooraleer de vaccins beschikbaar werden.’
‘Mogelijk krijgen we in de toekomst vlak voor de winter een herhaalprikje zodat we veilig de winter doorkomen’
‘Het blijft mijn boodschap dat we ons als wereldbevolking moeten wapenen tegen nieuwe virussen die nog de kop kunnen opsteken. Dat gebeurt overigens bijna met de regelmaat van een klok. In mijn relatief korte leven waren dat onder andere het Ebola-virus, hiv, influenza H1N1, Zika en chikungunya. Een virusfamilie die nauw in het oog wordt gehouden zijn de paramyxovirussen, waar ook de mazelen, bof en RSV toe behoren. Tropische vleermuizen zitten er vol van en er zijn eerder al paramyxovirussen - het Nipah- en het Hendravirus - van vleermuizen naar mensen overgesprongen.’
‘Ik wil niet doemdenken, maar het mazelenvirus heeft een reproductiegetal (het gemiddeld aantal mensen dat een besmette patiënt op zijn beurt besmet, red.) van 15 tot 18. Daar is SARS-CoV-2, dat in het begin een reproductiegetal had van 2 of 3, klein bier tegen. Als zo’n virus zich gaat verspreiden kan je er nooit tijdig vaccins tegen ontwikkelen. En stel dat het om een virus gaat zoals mazelen en RSV dat vooral jonge kinderen treft? Ik wil er niet bij zijn om dan te zeggen dat we er nog niets tegen hebben, maar dat we nu eens gaan beginnen aan een vaccin.’
‘Je moet geen wapens beginnen te ontwikkelen wanneer de oorlog begint, je moet je wapens ontwikkelen in vredestijd. Gelukkig zijn de geesten eindelijk aan het rijpen. Het kabinet volksgezondheid gaat bijvoorbeeld investeren in de oprichting van een virusbank waar we voor elk van de problematische virusfamilies de nodige modellen zullen ontwikkelen om beter voorbereid te zijn tegen nieuwe epidemische en pandemische uitbraken.’
Heeft u een idee wanneer we dit coronavirus helemaal klein krijgen? Of zitten we er voorgoed mee opgescheept?
‘Het pokkenvirus is compleet uitgeroeid door vaccinatie, het poliovirus bijna. Maar dit virus raken we nooit meer kwijt. Het gaat uiteindelijk wel evolueren zodat we van een grootschalig pandemisch probleem uiteindelijk meer in een endemische situatie zullen terechtkomen. Alleen weten we niet hoelang dat nog gaat duren. Maar het goede nieuws is wel dat er vaccins zijn en dat er virusremmers in ontwikkeling zijn. Zeker voor hoogrisicopatiënten kunnen dergelijke medicijnen hopelijk een belangrijk verschil maken en de kans dat ze bij infectie in het ziekenhuis belanden fel reduceren. Mogelijk gaan we in de toekomst vlak voor de winter een herhaalprikje moeten krijgen zodat we veilig de winter kunnen doorkomen.’
Johan Neyts (1966) is een Belgisch viroloog. Hij is hoofd van The Neyts-lab of Virology, Antiviral Drug and Vaccine Research (www.antivirals.be), dat deel uitmaakt van het Laboratorium voor Virologie en Chemotherapie van het Rega Instituut voor Medisch Onderzoek. Hij is hoogleraar virologie aan de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven.