Langer gezond leven

19 november 2014 door EV

Wetenschappers zijn al lang op zoek naar stoffen waarmee we niet alleen langer leven, maar ook langer gezond blijven. Wouter De Haes van de KU Leuven onderzoekt of metformine, wereldwijd het meest gebruikte antidiabetesmedicijn, zo’n stof zou kunnen zijn.

Enkele jaren geleden bleek uit verschillende studies dat patiënten die metformine slikten tegen diabetes type 2, ook hun risico op bepaalde kankers en op hart- en vaatziekten zagen afnemen. Het vermoeden rees dat het medicijn, dat jaarlijks wereldwijd 120 miljoen keer wordt voorgeschreven aan diabetici, een algemeen gezondheidsbevorderend product kon zijn.

Toen wormen en muizen die het middel kregen voorgeschoteld inderdaad aanzienlijk ouder werden dan controlediertjes die het niet kregen, besloot Wouter De Haes van de KU Leuven uit te pluizen hoe dat komt. Daarvoor gebruikte hij de rondworm Caenorhabditis elegans, het uitgelezen model voor verouderingsonderzoek: het beestje lijkt op moleculair vlak verrassend veel op de mens en leeft maar drie weken, waardoor resultaten niet te lang op zich laten wachten.

Verschrompeld en onbeweeglijk

De Haes merkte op dat wormpjes die metformine slikken gemiddeld geen drie, maar vier weken leven, en er ook veel langer gezond uitzien. ‘Rondwormen die oud worden, beginnen net als mensen te krimpen, krijgen rimpels en zijn minder actief’, vertelt hij. ‘In onze experimenten zagen controlewormpjes van twee weken oud er al helemaal verschrompeld uit en bewogen ze nog nauwelijks. Maar de met metformine behandelde wormpjes bleven langer groot en gezond, en bleven ook langer bewegen. Ze leefden dus niet alleen langer, ze werden ook gezonder oud.’

 

Om na te gaan waaraan die verschillen precies te wijten waren, nam De Haes coupes van oude beestjes en legde die onder de elektronenmicroscoop. ‘Vooral de cuticula, de buitenste laag van de huid, was bij controlewormpjes op deze leeftijd al ongestructureerd en vol rimpels, terwijl de huid van de oude, behandelde beestjes nog volledig egaal was.’

De Haes voerde ook moleculair onderzoek uit en bekeek onder andere wat er gebeurt in de mitochondriën, de energiefabriekjes in elk van onze cellen die kleine elektrische stroompjes genereren om de cellen van energie te voorzien. ‘Die elektriciteit lekt soms ongecontroleerd weg en dat kan schade toebrengen aan onze cellen onder de vorm van zuurstofdeeltjes die eiwitten en DNA kunnen aanvallen’, vertelt hij. ‘Daarom wordt vaak gedacht dat deze schadelijke zuurstofdeeltjes de oorzaak zijn van veroudering.’

De Haes stelde echter vast dat mitochondriën onder invloed van metformine meer schadelijke zuurstofdeeltjes produceren dan ze normaal doen, en dat net daardoor de levensduur van de wormpjes verlengd wordt. ‘Dat was een belangrijke doorbraak, vooral omdat daarbij peroxiredoxines betrokken zijn, eiwitten die ook bij de mens voorkomen. We hadden dus een verrassend en veelbelovend richtpunt voor verouderingsonderzoek gevonden.’

En er was meer. Als de wormpjes naast metformine ook antioxidanten kregen toegediend – waarvan vroeger werd gedacht dat ze de ongewenste invloed van schadelijke zuurstofdeeltjes neutraliseren – werden de positieve effecten van metformine teniet gedaan. De bevindingen van De Haes sloten daarmee naadloos aan op een groeiend aantal studies waaruit blijkt dat antioxidanten wellicht niet zo gezond zijn als algemeen wordt aangenomen.

Toch wordt van antioxidanten nog vaak gedacht dat ze heel gezond zijn en hét middel zijn om langer te leven. ‘De voedings- en de cosmetica-industrie hebben daar handig op ingespeeld door producten die rijk zijn aan antioxidanten als gezond te promoten, zoals rode wijn, donkere chocolade en bepaalde huidcrèmes. Maar uit verschillende studies, waaronder de onze, blijkt dat die claims niet helemaal kloppen. Zo was er onlangs een publicatie waarbij werd vastgesteld dat muizen die heel veel antioxidanten innemen, net sneller ten onder gaan aan kanker.’

Zijn antioxidanten dan slecht? ‘Veel vitaminen zijn antioxidanten, en die hebben we uiteraard nodig’, vertelt De Haes. ‘Maar gewoon gezond eten is echt voldoende en supplementen slikken waardoor we, zeg maar, tweehonderd procent van onze dagelijks aanbevolen hoeveelheid opnemen, heeft echt geen zin.’

Wondermiddel?

Volgens De Haes brengen heel veel dingen die eigenlijk schadelijk zijn voor onze gezondheid, een beschermende respons teweeg in onze cellen, waardoor ze uiteindelijk gezond worden. Op voorwaarde dat we er in kleine mate en tijdelijk aan worden blootgesteld. ‘Een manier om zo goed als alle organismen langer te laten leven, is minder eten’, vertelt hij. ‘Wie dat tijdelijk doet, zet zijn of haar lichaam onder stress en lokt daardoor beschermingsmechanismen uit, waardoor het gezond wordt. Veel positieve effecten van sporten hangen opmerkelijk genoeg af van datzelfde mechanisme. En nu dus ook metformine.’

Denkt De Haes dat we in de toekomst allemaal aan de metformine moeten? ‘Metformine is momenteel een van de meest veelbelovende producten tegen veroudering, maar er is nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat het middel ook bij mensen werkt. Daarom was ik erg verrast toen ik naar aanleiding van onze publicatie ontdekte dat best veel gezonde personen nu al metformine innemen, uit overtuiging dat ze langer zullen leven.’

Metformine slikken is niet zonder gevaar. ‘De zeldzaamste maar gevaarlijkste bijwerking is de overtollige vorming van melkzuur, wat vooral voor nierpatiënten slecht kan aflopen. Daarnaast krijgen veel gebruikers te kampen met maag- en darmproblemen, omdat metformine een invloed heeft op de darmflora. Ook een tekort aan vitamine B12 komt om diezelfde reden al eens voor.’ De Haes vindt experimenteren met metformine dan ook voorbarig, te meer omdat uit eerder onderzoek is gebleken dat het effect van metformine op C. elegans ook onderhevig is aan allerlei omgevingsfactoren, zoals voeding, en dat nog niet ten gronde werd onderzocht.

De Haes hoopt dat zijn onderzoek ertoe bijdraagt dat veroudering meer op zich wordt bestreden. ‘De medische wereld is nog heel gefocust op het individueel bestrijden van ouderdomsaandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, kanker en alzheimer. Meer en meer wordt echter duidelijk dat we beter veroudering op zich kunnen bestrijden en op die manier het ontstaan van al die aandoeningen kunnen voorkomen. Maar veroudering wordt voorlopig niet als een ziekte erkend. En bovendien kan men zich terecht ethische vragen stellen bij het uitvoeren van klinische tests op gezonde ouderen.'