Maken kassabonnetjes ons ziek?
20 mei 2015 door DDCChemische stoffen die onze hormonen verstoren zitten in honderden alledaagse producten. In plastic verpakkingen, cosmetica en conservenblikken. In speelgoed, meubels en zelfs in de rekeningen die we in de winkel krijgen. Eos zocht uit hoe gevaarlijk dat is.
Wetenschappelijke studies linken de blootstelling aan hormoonverstoorders onder meer aan een verhoogd risico op overgewicht, een lager IQ, verminderde vruchtbaarheid en bepaalde kankers. Hormonen spelen in ons lichaam een cruciale rol bij de groei en ontwikkeling, de voortplanting, in het immuunsysteem en de stofwisseling. Tijdens bepaalde levensfasen, zoals de ontwikkeling in de baarmoeder en de pubertijd, is de gevoeligheid voor hormoonverstorende stoffen groter.
‘De huidige regelgeving beschermt de burger onvoldoende’, zegt Åke Bergman in Eos. Bergman is hoofdauteur van een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie over hormoonverstorende stoffen. De chemische stoffen komen in contact met onze huid, we ademen ze in en we krijgen ze binnen via onze voeding. Zo zit de stof bisfenol A onder meer in conservenblikken en in een coating op kassabonnetjes. Het Vlaamse Biomonitoringsonderzoek vond meer parabenen en triclosan in het lichaam van mensen die meer verzorgingsproducten gebruiken. ‘Maar vaak is niet bekend welke stoffen er precies in producten zitten, want de bedrijven hoeven dat niet bekend te maken’, zegt Bergman.
Het gebruik van een aantal stoffen is al aan banden gelegd. ‘Maar of de stoffen die hen vervangen veel veiliger zijn, is niet duidelijk’, zegt Greet Schoeters, hoogleraar Milieu en Gezondheid aan de Universiteit Antwerpen. Oorzakelijke verbanden blootleggen tussen alledaagse blootstelling aan hormoonverstorende stoffen en negatieve gezondheidseffecten is moeilijk. Volgens sommige wetenschappers is het uit voorzorg beter om de blootstelling aan hormoonverstoorders zoveel mogelijk te beperken, zeker voor zwangere vrouwen en jonge kinderen.