Door de coronapandemie zijn grote voetbaltoernooien en -competities door elkaar gehusseld. Het gevolg: non-stop toernooien en competities overbelasten topspelers.
‘Vader en zoon?’, vroeg mijn partner van achter haar bureau. Op tv gaf het spitsenduo van KV Mechelen een interview na een gewonnen match. ‘Neen, al had het wel gekund.’
Igor de Camargo (37) is niet de oudste speler in de Belgische hoogste voetbalklasse, maar zijn generatiegenoten spelen meestal achterin, niet als spits. Aster Vranckx is met zijn zeventien levensjaren evenmin een uitzondering. Ook in andere disciplines steken sporters steeds vroeger de neus aan het venster. De voorbije twee edities van de zware Tour de France werden gewonnen door jonge twintigers, terwijl niet zo lang geleden een potentiële winnaar jaren moest ‘rijpen’ voor hij überhaupt aan de start verscheen. Met wat geluk duurt een carrière in de topsport nu dubbel zo lang als vroeger.
Natuurlijk doet leeftijd er nog toe. De jaren tussen je 28ste en je 30ste zijn op fysiek vlak de beste, liet topcoach Paul Van Den Bosch in De Standaard optekenen. Daarna daalt de maximale zuurstofopname, de VO2max, vandaag hét instrument om de conditie te meten. Oudere sporters kunnen dat verlies compenseren door spelinzicht en ervaring, en door slimmer te trainen.
Het besef dat nachtelijke uitspattingen vol drank en drugs niet compatibel zijn met een leven als topsporter is ook in het voetbal doorgedrongen
De wetenschap snelt hier te hulp met betere monitoring, moderne trainingsschema’s met voldoende rust en uitgekiende piekmomenten, nieuwe recuperatietechnieken en uitgebalanceerde voeding. Topvoetballers soigneren zichzelf ook beter. Het besef dat nachtelijke uitspattingen vol drank en drugs niet compatibel zijn met een leven als topsporter is ook in het voetbal doorgedrongen. Meer Cristiano Ronaldo’s en minder Diego Maradonna’s.
Toch zijn topvoetballers geen supermannen. Door de coronapandemie zijn grote voetbaltoernooien en -competities door elkaar gehusseld. De kalender zit tot juni 2023 eivol, en dat blijft niet zonder gevolgen voor de spelers. ‘Zonder rustmomenten verminderen de scherpte, de motivatie en de basistraining. Een vicieuze cirkel met meer blessures en langere revalidaties’, zegt inspanningsfysioloog Peter Hespel in de nieuwe Eos.
Dat bevestigt ook recent Australisch onderzoek, dat voetbalseizoenen mét en zonder midweekwedstrijden vergeleek. In de drukke seizoenen werden meer blessures vastgesteld, zowel op training als in wedstrijden.
Niet alleen fysieke overbelasting van de spelers bedreigt de voetbalsport, ook de mentale stress neemt toe. Angstgevoelens, depressies en andere psychologische problemen associëren we vaker met individuele disciplines zoals turnen of atletiek. Maar de voetbalwereld, waar onderpresteren automatisch leidt tot een plaats op de bank, ontsnapt er niet aan. Misschien kunnen de bonden hun licht opsteken bij het hockey. In die sport wordt heel frequent gewisseld, waardoor het verschil tussen bankzitter en titularis vervaagt. Wie tijdens de match even in een dip zit, kan op de bank fysiek en mentaal rust nemen, en er dan weer invliegen. Het is ook goed voor de teamspirit.
Daarvoor speel je in een ploeg, toch?
Voetballiefhebbers krijgen bijna drie jaar ononderbroken topvoetbal te zien, met het ene grote toernooi na de andere topcompetitie. Voor spelers wordt het minder prettig. Het risico op ernstige, langdurige blessures is reëel. Op welke manier kan de wetenschap met een oplossing komen? Je leest het in de nieuwe Eos, vanaf donderdag 22 oktober in de winkel en te koop op tijdschriftenwinkel.be.