Nieuwe behandeling in zicht voor beet van zwarte weduwe

Wetenschappers ontwikkelen volledig menselijke antilichamen die de giftige stoffen van de Europese zwarte weduwe kunnen neutraliseren, zonder bijwerkingen.

In Europa leeft de Europese zwarte weduwe (Latrodectus tredecimguttatus) in het Middellandse Zeegebied. Maar door het veranderende klimaat breiden de spinnen hun leefgebied uit. En dat is niet zonder gevaar, want een beet van het beestje kan zware gevolgen hebben. Het gif ervan – alfa-latrotoxine – kan latrodectisme veroorzaken, een ziekte waarbij het zenuwstelsel wordt aangetast en symptomen opduiken zoals hevige pijn, hoge bloeddruk, hoofdpijn en misselijkheid.

De meest efficiënte behandeling die momenteel beschikbaar is voor ernstige symptomen na een zwarte weduwe-beet bestaat uit antilichamen die afkomstig zijn van paarden. Toch worden heel wat patiënten helemaal niet behandeld, omdat het antiserum gemaakt is van eiwitten die lichaamsvreemd zijn voor het menselijk lichaam, en dat serumziekte – een reactie op eiwitten van dierlijke bronnen – en ernstige allergische reacties kan veroorzaken. Bovendien varieert de mix van antilichamen in dit antigif al eens en kan bijgevolg ook het effect ervan verschillen.

Geen paarden meer nodig

Om de behandeling veiliger te maken voor patiënten, wilden onderzoekers van de Technische Universiteit van Braunschweig in Duitsland de sera van paarden vervangen door volledig menselijke antilichamen die geen ongewenste bijwerkingen kunnen veroorzaken. Uit extreem diverse genverzamelingen van meer dan 10 miljard verschillende antilichamen haalden ze met een in vitro methode – antibody phage display – alleen die antilichamen die het gewenste doel konden viseren, in dit geval het toxine.

In een celgebaseerde test toonden de onderzoekers aan dat van de 75 gegenereerde menselijke antilichamen er 45 het gif van de Europese zwarte weduwe in vitro wisten te neutraliseren. Eén antilichaam, MRU44-4-A1 genaamd, vertoonde zelfs een uitzonderlijk hoge neutralisatie. Verdere onderzoek is nodig om de werkzaamheid van de antilichamen te evalueren voordat klinische proeven kunnen worden gestart.

Het grote voordeel van antilichamen die op deze manier zijn ontwikkeld, is dat ze steeds opnieuw in dezelfde kwaliteit kunnen worden gereproduceerd omdat de DNA-sequentie van het menselijke antilichaam bekend is. Bijkomend voordeel is dat paarden niet langer geïmmuniseerd hoeven te worden en er bij hen niet langer bloed moet worden afgenomen om antistoffen tegen het gif van zwarte weduwen te produceren.

Wat de onderzoekers verraste, was dat slechts twee van de antilichamen effectief bleken tegen het gif van andere soorten zwarte weduwen dan de Europese. In Noord- en Zuid-Amerika zijn dat voornamelijk zwarte, rode en bruine soorten, in Australië de roodrugspin, en in Zuid-Afrika verschillende soorten knoopspinnen. Om een potentiële behandeling voor alle latrotoxines te ontwikkelen, en niet alleen voor dat van de Europese zwarte weduwe, hebben de onderzoekers verder verbeterde kruisreactieve antilichamen nodig. Dit is vooral belangrijk omdat met de invasie van de spinnen in nieuwe habitats de behoefte aan therapeutische alternatieven in de komende jaren wel eens zou kunnen toenemen.