Omstreden vogelgriepstudie eindelijk gepubliceerd

21 juni 2012 door Eos-redactie

Studie waarbij het dodelijke H5N1-virus overdraagbaar werd gemaakt voor zoogdieren, mocht een tijdlang niet gepubliceerd worden.

Studie waarbij het dodelijke H5N1-virus overdraagbaar werd gemaakt voor zoogdieren, mocht een tijdlang niet gepubliceerd worden.

Het vakblad Science heeft de omstreden Nederlandse studie over een gemodificeerd vogelgriepvirus gepubliceerd. De voorbije maanden was er een hevige ethische discussie ontstaan over het experiment waarbij het dodelijke virus overdraagbaar werd gemaakt voor zoogdieren.

Viroloog Ron Fouchier en zijn collega’s van Erasmus MC in Rotterdam hadden mutaties aangebracht in het genetisch materiaal van het H5N1-virus, beter bekend als het vogelgriepvirus. Die vijftal mutaties volstonden om het virus onder fretten – het beste proefdiermodel voor virussen – overdraagbaar te maken via de lucht.

Tot nu toe was het vogelgriepvirus, dat sinds 2003 357 mensen heeft gedood (op 606 gerapporteerde geïnfecteerden), niet van mens tot mens overdraagbaar. Deze studie geeft aan dat een gelijkaardig virus in de praktijk een pandemie zou kunnen veroorzaken. De drie mutaties die de onderzoekers in het lab aanbrachten en de enkele mutaties die daarna spontaan optraden, zijn elk individueel of deels in combinatie in de natuur aangetroffen.

Lang werd ook gedacht dat een griepvirus zich genetisch met een ander soort virus moest mengen om een pandemie te kunnen veroorzaken. Deze studie geeft nu aan dat zo’n herschikking niet nodig is om overdraagbaar te worden. Het goede nieuws is dat de huidige medicijnen en vaccins goed werken tegen het virus in fretten, en dus mogelijk ook in mensen. 

Biowapen?
Het onderzoek veroorzaakte heel wat commotie, en de studie mocht een tijdlang niet of slechts gedeeltelijk gepubliceerd worden. Sommigen vrezen dat dergelijk onderzoek gebruikt kan worden door bioterroristen. Aan de andere kant geeft het open publiceren alle onderzoeksgroepen ter wereld de kans tijdig een efficiënt vaccin te ontwikkelen. De Amerikaanse bioveiligheidsraad (NSABB) was eerst tegen volledige publicatie van het onderzoek, maar gaf dan toch groen licht. Fouchier stelt gerust: ‘Ons onderzoek wordt in heel streng beveiligde labs uitgevoerd. En we staan onder toezicht van de Nederlandse en de Amerikaanse overheid. Het is heel onwaarschijnlijk dat iemand het in zijn eentje klaarkrijgt om ons virus als biowapen te gebruiken. Trouwens, het door ons gemaakte virus is niet dodelijk. Geen van de geïnfecteerde fretten is gestorven. En het virus verspreidt zich ook niet heel erg goed via lucht. Dus zelfs al ontsnapt het virus uit ons lab, dan nog is het risico klein dat het zich zal verspreiden.’ (rvb)