Begin juni ontving onderzoekster Doris Vandeputte (KU Leuven/VIB) de Ken Heaton Award voor het onderzoek dat ze voerde naar het belang van de consistentie van de stoelgang.
Grappig toeval: de award is vernoemd naar Ken Heaton, de Britse arts die in de jaren negentig de Bristol Stool Chart ontwikkelde. Dat is de kaart waarbij de ontlasting op basis van de consistentie in categorieën wordt verdeeld en die deelnemers van het 150 Dagen Darmflora project dagelijks gebruiken. Wij hadden een gesprek met Doris over haar onderzoek.
Volgens prof. Jeroen Raes, een van de hoofdonderzoekers van 150 Dagen Darmflora, bekroont de prijs het meest impactvolle onderzoek in het veld van de gastro-enterologie, de wetenschap die zich bezighoudt met aandoeningen van het maag-darmstelsel. Wat bedoelt hij daarmee?
‘De impact waar Jeroen op doelt is het aantal citaties dat mijn artikel heeft gehaald. Op het gebied van de gastro-enterologie is mijn artikel de voorbije twee jaar het meest geciteerd door andere onderzoekers.’
Een van de resultaten van je onderzoek was dat een harde stoelgang erop wijst dat er meer bacteriële soorten in je darmen leven dan wanneer je een zachte stoelgang hebt, maar dat dat niet noodzakelijk betekent dat een harde stoelgang gezonder is.
‘Dikwijls wordt een grote diversiteit aan soorten, gelinkt aan gezondheid. Vaak hebben zieke mensen minder soorten bacteriën in hun darmen. Een grotere diversiteit aan bacteriën zou ook op een functioneel stabielere darmflora kunnen wijzen, omdat er dan meer bacteriën zijn die functies kunnen overnemen van bacteriën die er niet meer zijn.’
‘Wij hebben inderdaad gezien dat harde stoelgangstalen op een rijkere darmflora wijzen. Maar dat is niet noodzakelijk gezond. Harde stalen worden ook gelinkt aan een hogere fermentatie van proteïnen, en dat is minder gezond. Dus de diversiteit van de stalen en de gezondheid hangen niet zo sterk samen als tot nu toe werd aangenomen.’
Wat is het belang van dit onderzoek voor 150 Dagen Darmflora?
‘Het is door dit onderzoek dat we de deelnemers van het 150 Dagen Darmflora project vragen gedurende de volle zes maanden een stoelgangdagboek bij te houden. We willen echt weten welke consistentie elk staal heeft, omdat dat een van de belangrijkste parameters is die de samenstelling ervan bepaalt.’
‘Dat mensen dat over de volle zes maanden moeten doen, is ook om een idee te krijgen van hoe de consistentie varieert in de Vlaamse bevolking: wat kunnen we als normaal beschouwen en wat is uitzonderlijk.’
Je werkt als onderzoeker voor 150 Dagen Darmflora. Wat doe je er precies?
‘Op dit moment zet ik samen met twee collega’s de logistiek op en brainstormen we over hoe we problemen het beste aanpakken. Daarnaast hou ik me bezig met het email-verkeer en de database.’
‘Na afloop van de staalnames, zal ik waarschijnlijk meewerken aan de analyse ervan. We starten met de data in een werkbaar formaat te zetten en gaan na welke bacteriën er precies in de stalen zitten. Daarna kunnen we bekijken hoe de darmflora verandert over de tijd en welke factoren daar de grootste invloed op hebben.
Je neemt ook zelf deel aan het project. Waarom wilde je dat doen?
‘Ik wilde een beetje de twee kanten zien. Ik heb ook zaken op voorhand uitgetest zodat we wisten waar er problemen konden optreden en hoe intensief het project voor de deelnemers zou zijn.’
‘Ik vind het vrij intensief allemaal, zeker de maand mei. Vooral het voedingsdagboek is een grote opgave. Doordat ik zelf mee doe, kan ik goed inschatten hoe moeilijk het is om bepaalde opdrachten in de praktijk vol te houden. We zeggen bijvoorbeeld dat de deelnemers alles wat ze eten moeten afwegen, maar dat is niet altijd mogelijk. Door zelf deel te nemen, heb ik daar een beter beeld van.’
Volgens Gwen Falony, de andere hoofdonderzoeker van het project, wordt 150 Dagen Darmflora wereldwijd de ultieme referentie voor onderzoek naar darmflora. Vind jij dat ook?
‘We hebben gezien dat het Vlaams Darmfloraproject, de voorloper van dit project, een grote impact heeft gehad. Het 150 Dagen Darmflora project is een nog grotere en vooral langere studie, dus de impact ervan zal wellicht vergelijkbaar zijn.’
‘De eerste resultaten van studies zoals deze hebben op zich al een grote invloed omdat ze nieuwe inzichten opleveren. Maar de data van deze studie zijn ook daarna nog belangrijk. Een hoop andere studies kunnen hun data uitbreiden met deze en zo meer resultaten boeken.
Je bent nu bezig met ander onderzoek naar darmflora. Kan je daar iets meer over vertellen?
‘Waar ik nu mee bezig ben, is een studie waarin ik wil nagaan wat de invloed op de darmflora is van de hormonale schommelingen in het menselijk lichaam, zoals die doorheen de menstruele cyclus. Daarvan ben ik de data nu aan het analyseren. Ik weet al welke bacteriën er in de stalen zitten, maar moet nog uitzoeken hoe ze zich gedragen en waarmee ze zoal verband houden.’
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
‘Voorlopig ga ik dit afwerken. Daarna ga ik wellicht verder bouwen op wat er uit het 150 Dagen Darmflora project naar boven zal komen.’