Radiologen zijn gezonder dan psychiaters

20 juli 2016 door Eos-redactie

De kans op kanker bij radiologen die na 1940 met hun praktijk begonnen blijkt – althans in de Verenigde Staten – niet hoger dan bij medici die nooit met radioactiviteit in aanraking kwamen.

De kans op kanker bij radiologen die na 1940 met hun praktijk begonnen blijkt – althans in de Verenigde Staten – niet hoger dan bij medici die nooit met radioactiviteit in aanraking kwamen.

Dat leert een Amerikaans onderzoek waarbij gegevens werden gebruikt van meer dan een miljoen artsen en medische studenten die sinds 1916 zijn afgestudeerd in de Verenigde Staten. Om de invloed van de blootstelling aan achtergrondstraling bij radiologen objectief te kunnen meten kozen de onderzoekers als controlegroep een medische beroepscategorie die zelden of nooit met radioactiviteit in aanraking komt, psychiaters dus.

Over het algemeen bleek de algemene gezondheid van radiologen die na 1940 waren afgestudeerd beter dan die van hun tijdgenoten in de psychiatrie. De kans op sterfte door kanker was lager en hetzelfde gold voor het risico op hart –en vaatziekten, die ook een gevolg kunnen zijn van verhoogde blootstelling aan radioactiviteit.

Bij radiologen die al vóór de Tweede Wereldoorlog beroepsactief waren, zagen de onderzoekers wel duidelijke pieken in het aantal kankers

Bij radiologen die al vóór de Tweede Wereldoorlog beroepsactief waren lag de situatie anders. Hier zagen de onderzoekers wel degelijk duidelijke pieken in het aantal kankers zoals leukemie, huitumoren en de ziekte van Hodgkin.

Volgens de onderzoekers werd pas na de Tweede Wereldoorlog fatsoenlijk werk gemaakt van afschermende technologieën en procedures in radiologiepraktijken. De gevolgen daarvan zijn duidelijk merkbaar in de statistieken. (sst)