Meer dan de helft van de patiënten blijft maanden na een milde besmetting met het coronavirus met zes of meer klachten kampen.
De Universiteit Hasselt peilde samen met een aantal Nederlandse partners – het kenniscentrum CIRO, het Longfonds en de Universiteit Maastricht – naar de langdurige klachten waar coronapatiënten na een milde besmetting mee kunnen blijven kampen. Ze deden dat bij 214 Vlaamse en 1.600 Nederlandse coronapatiënten waarvan de meesten (94 procent) niet in het ziekenhuis hadden gelegen omwille van corona. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 48 jaar en ruim 6 op de 10 (61 procent) had voor de infectie geen onderliggende ziekte.
Waar de meesten (86 procent) vonden dat hun gezondheid vóór de corona-infectie goed was, gaf slechts 7 procent drie maanden na de besmetting aan dat ze zich weer helemaal gezond voelde. 27 procent voelde zich ronduit slecht.
Bij een tweede bevraging, zes maanden na de besmetting, was nog geen 5 procent van de patiënten volledig klachtenvrij. Ruim 9 op de 10 (91 procent) had zes maanden na de covid-besmetting nog steeds last van meer dan één symptoom. Het overgrote merendeel van de patiënten (86 procent) gaf aan dat ze 165 dagen na de eerste symptomen nog steeds vermoeid waren en bijna 6 op de 10 (59 procent) was nog kortademig. Daarnaast kampten ze nog vaak met spierpijn (40 procent), druk op de borst (36 procent) en hoofdpijn (35 procent). Ruim 9 op de 10 ondervraagden gaf aan problemen te hebben met simpele dagelijkse activiteiten. Meer dan 7 op de 10 had zelfs problemen met wandelen.
De onderzoekers benadrukken dat het om patiënten gaat waarvan de acute klachten niet ernstig genoeg waren om hen in het ziekenhuis op te nemen en die lid waren van Facebook-groepen voor mensen die lang na de besmetting nog met problemen kampten. De steekproef is dus niet representatief voor alle Vlamingen en Nederlanders die covid-19 opliepen. Ze blijven de groep verder opvolgen om het verloop van de coronaklachten bij deze onderbelichte groep in kaart te brengen. Ze publiceerden hun voorlopige resultaten in ERJ Open Research. Ze wijzen hierin op de waarschijnlijkheid van een ‘post-covid-19 syndroom’.
