Stralingsdosis rond Fukushima valt mee

Bewoners net buiten de no-gozone rond de nucleaire site van Fukushima hebben na de kernramp niet méér straling ondergaan dan normaal.

Japanse onderzoekers verrichten in 2012 metingen in drie zones in een straal van 20 tot 50 kilometer buiten Fukushima Daiichi, waar in maart 2011 een van de grootste kernrampen tot nu toe plaatsvond. In die drie zones werden inwoners niet geëvacueerd, maar de gebieden liggen wel pal naast de verboden zones.

Met dosimeters maten 458 inwoners de straling die ze van de grond ontvingen. De onderzoekers gingen ook na hoeveel radioactief cesium de proefpersonen binnenkregen via de lucht en via voedsel. De stralingshoeveelheid van de grond bedroeg ten hoogste 2,75 millisievert per jaar, die uit voedsel maximaal 0,019 mSv/jaar, en de ingeademde hoeveelheid was minder dan 0,001 mSv/jaar. Samen levert dat een gemiddelde jaardosis op van ongeveer 2 mSv die inwoners over heel Japan mogen verwachten uit natuurlijke bronnen.

Het risico op kanker is volgens de studie ook niet verhoogd: slechts 0,28 procent hoger voor borstkanker, 1,06 procent voor andere kankers. De onderzoekers geven wel toe dat er enkele onzekerheden zijn. Zo werd de straling tijdens het eerste jaar na de kernramp niet gemeten, en kan sneeuwval de straling tijdens de wintermaanden hebben verminderd. Toch zijn de resultaten hoopgevend, aldus de onderzoekers. De studie stond recent in PNAS. (rvb)