'Een ideaal trouwcadeau voor Ilke zou een pot vol snot zijn.' Wellicht één van de meest gekke ideeën voor een cadeautip die ik al heb gehoord. Maar uit dit snot heb ik goede bacteriën gehaald, die potentieel hebben als therapie voor chronische sinusitis.
Enkele dagen voor mijn trouw stond ik in het operatiekwartier van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) om stalen te krijgen tijdens een sinusoperatie. Die stalen, meer bepaald weefsel of slijm uit de neusholtes en sinussen, zijn wat de meeste mensen dus ‘snot’ noemen. Ontelbare uren heb ik mee in het operatiekwartier van het UZA doorgebracht, wachtend op deze dierbare ‘snot’-staaltjes. Je vraagt je af waarom? En nee, ik heb geen voorliefde voor snot. In mijn doctoraat wou ik uitzoeken welke bacteriën er in onze neus leven. Ik wou onderzoeken wat ze daar deden en of er verschillen zijn in de bacteriën in de bovenste luchtwegen tussen gezonde personen en personen die aan chronische sinusitis lijden. Veel van deze patiënten zijn niet geholpen met de therapieën die vandaag bestaan, zoals antibioticabehandeling, en blijven langdurig met vervelende symptomen rondlopen zoals een verstopte neus en veel hoofdpijn. Daarom was een tweede doel in mijn doctoraat om te kijken of we goede bacteriën uit de neus van gezonde personen kunnen inschakelen om patiënten met chronische sinusitis te helpen. Als een soort probiotica voor de neus. Want die bestaan nog niet.
Maar daar brachten wij verandering in. Door een unieke samenwerking met een team van bio-ingenieurs, neus-keel-oor artsen en onderzoekers uit de farmacie zijn we erin geslaagd om een neusspray te ontwikkelen op basis van goede bacteriën uit de neus, die potentieel heeft als therapie voor chronische sinusitis patiënten. Voordat zo’n nieuwe behandeling in patiënten kan onderzocht worden, moet de veiligheid en mogelijke bijwerkingen eerst in gezonde mensen worden getest. Twintig enthousiaste en gezonde vrijwilligers gebruikten de neusspray voor twee weken én met succes.
Onze zoektocht naar gezonde neuzen
Maar om die goede bacteriën van in de neusspray te vinden, hadden we, naast de patiënten, ook gezonde vrijwilligers nodig die hun neus ter beschikking wilden stellen aan de wetenschap. Als ideale donoren mochten zij weinig tot nooit last van hun neus hebben en ook geen antibiotica gebruiken. Zulke donoren vind je niet via de ziekenhuizen waar ze alleen patiënten zien. Gelukkig konden we gebruik maken van het Eos portaal ‘Iedereen Wetenschapper’, om een Citizen Science project te lanceren, waar burgers actief meewerken aan onderzoek. Dit project, samen met de nodige persaandacht, bracht de oplossing. Voor ons als wetenschapper was het even verschieten toen we krantenkoppen zagen verschijnen als “UA zamelt snot in tegen chronische sinusitis”, want in het labo spreken wij niet over snot. Maar het trok de mensen wel aan. Voor we het wisten hadden we de nodige 100 vrijwilligers. Van deze vrijwilligers werd door de neus-keel-oorarts met een fijne wisser (dezelfde wisser trouwens waarmee nu covid-19 wordt opgespoord) wat slijm uit de neusholtes verzameld. Het genetisch materiaal van de bacteriën werd uit deze wissers gehaald: zo konden we voor elke deelnemer bepalen welke bacteriën er in hun neusholtes leefden.
“The good” versus “the bad”?
De volgende stap was de vergelijking van de gezonde versus de zieke neuzen. Om aan voldoende ‘zieke neuzen’ te geraken (het doel was 200 of dubbel zoveel als de gezonde vrijwilligers), schakelden we naast het UZA ook de hulp in van het universitair ziekenhuis van de KU Leuven. Gelukkig maar, want anders had ik alleen maar de binnenkant van het operatiekwartier gezien tijdens mijn doctoraat. Het meest opvallende verschil tussen gezonde en zieke neuzen was dat lactobacillen, één van de soorten melkzuurbacteriën die bestaan, veel minder voorkwamen bij patiënten. Deze bacteriën worden wereldwijd op grote schaal geconsumeerd in zuivelproducten, zoals yoghurt, of zitten als probiotica in voedingssupplementen. Probiotica zijn gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie als “levende micro-organismen, die wanneer ze in voldoende mate worden toegediend, gezondheidsbevorderende effecten uitoefenen op de gastheer”.
Moeten we dan yoghurt in onze neus smeren?
Moeten chronische sinusitis patiënten dan yoghurt met deze lactobacillen in hun neus smeren? Niet zo handig, en daarom gingen we verder aan de slag om een iets verfijndere oplossing te zoeken. De probiotica die we vandaag gebruiken zijn meestal geïsoleerd uit de darmen en dus aangepast aan het donkere ‘goeie’ leven daar. Omdat de neus een heel andere omgeving is dan de darmen, wilden wij proberen om lactobacillen uit de gezonde neuzen van onze vrijwilligers te isoleren. En we zijn hier in geslaagd, ook al bleek het alles behalve eenvoudig te zijn om ze in het labo op te groeien. Eén van onze goede bacteriën, die we Amber 2 doopten (AMB staat voor de naam van ons labo, R voor respiratoir en twee omdat het de tweede bacterie was die we uit de neus haalden) bleek vervolgens in verschillende labo-experimenten het meest interessant als toekomstig neusprobioticum. Deze bacterie maakt natuurlijke antibiotica aan en kan ontstekingen in neusweefsel verminderen. Verder ontdekten we ook unieke eigenschappen in Amber 2 die aantoonden dat de bacterie is aangepast aan het leven in de neus. Zo heeft ze uitsteeksels, fimbriae genoemd, waarmee de bacterie goed kan blijven plakken aan het neusweefsel en zo langer en beter kan vechten tegen ziektekiemen in de neus. Dit zagen we ook in de neuzen van de 20 gezonde vrijwilligers die de Amber 2 neusspray testten. We vonden namelijk dat de toegediende bacteriën in staat waren in de neusholtes te overleven.
Microscopische visualisatie van Amber 2 toont aan dat de bacterie uitsteeksels heeft, waardoor ze beter kan blijven plakken aan neusweefsel.
De kers op de taart
Dankzij het fantastische team van onderzoekers waarvan ik deel mocht uitmaken heeft dit onderzoek dus geleid tot de ontwikkeling van een neusspray met goede bacteriën die potentieel heeft als therapie voor chronische sinusitis patiënten. Maar de spray kan ook breder ingezet worden voor andere aandoeningen van de luchtwegen. Momenteel zijn we volop bezig om de vervolgtrajecten op te starten zodat we de spray in patiënten kunnen testen. Zo zou ik heel graag nog mee werken aan de oprichting van de spin-off waarbij dan het nodige geld kan opgehaald worden bij investeerders om de dure klinische vervolgstudies te kunnen financieren en mee na te denken over de vervolgtrajecten en mogelijke wegen naar een effectief geneesmiddel. Wanneer deze trajecten effectief van start gaan is moeilijk te voorspellen, maar wij staan in ieder geval klaar met een enthousiast team en hebben al heel wat reacties van chronische sinusitis patiënten, die maar al te graag bereid zijn om deze nieuwe therapie te testen.
Ilke De Boeck is genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup. Ontdek meer over haar onderzoek op www.phdcup.be