Een corona-infectie doormaken kan een grote impact hebben op de kwaliteit van sperma en dus op de vruchtbaarheid. Mannen met een kinderwens kunnen die beter even on hold zetten. Dat onheilspellend bericht kreeg veel aandacht in de media. Klopt die boodschap?
Waar komt dit nieuws vandaan?
Onderzoekers van onder meer de universiteit Antwerpen bekeken de genetische schade, de hoeveelheid sperma en de beweeglijkheid ervan. "De schade is imposant", zegt gynaecoloog Gilbert Donders (UZ Antwerpen) daarover. "We zien zeer frequent, bij een meerderheid van de stalen, schade optreden." Het onderzoeksteam is geschrokken van de ‘dramatische terugval’: het gaat wat betreft de aantallen zaadcellen om een daling tot 10 procent van wat normaal mag worden aangenomen. Maar ook de morfologie en de beweeglijkheid zijn aangetast. Er is sprake van DNA-schade bij de aanmaak, maar dat zou allemaal tijdelijk zijn. "Koppels moeten er toch rekening mee houden dat het maanden kan duren eer het sperma weer genormaliseerd is. Heeft de man covid-19 doorgemaakt, dan is het misschien toch aangewezen om even (6 maanden) te wachten met die specifieke kinderwens.”
Het onderzoek vond plaats bij 18- tot 70-jarigen die hiervoor sperma doneerden nadat ze covid-19 doormaakten. Er zijn overigens geen details beschikbaar, want de studie is (nog) niet gepubliceerd.
Enkele dagen voor dit nieuws werd uitgebracht, verscheen er in het wetenschappelijk tijdschrift ‘EClinicalMedicine’ een artikel over de spermakwaliteit bij covid-patiënten. Er werden 23 mannen, die zeer recent covid-19 hadden, onderzocht. Ze hadden allen minder dan 7 dagen voor de spermadonatie nog een positieve neuswisser voor corona. Ze waren dus nog ziek of herstellende. Negen van hen (39%) hadden een spermaconcentratie die voldeed aan de WHO-norm van een te laag gehalte aan spermatozoïden. Gemiddeld bedroeg de spermaconcentratie 29% van die in de controlegroep. Daarnaast had meer dan de helft van de mannen tekenen van ontsteking in het sperma, zoals een verhoging van het aantal witte bloedcellen. Dat was mogelijk een oorzaak van de daling van de spermatozoïden.
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Het Belgisch sperma-onderzoek gebeurde bij 26 mannen van 30 tot 70 jaar: dat is geen representatieve groep voor mensen met een zwangerschapswens. Bovendien vergeleken de onderzoekers de bevindingen niet met die van een gezonde controlegroep. Het nieuws is ook erg voorbarig, omdat het niet werd gepubliceerd en niet werd nagekeken door collega’s. Daardoor is het ook niet controleerbaar. Mogelijk is de nieuwe publicatie in EClinicalMedicine een trigger geweest om het Antwerps onderzoek in de media te brengen.
In de beide onderzoeken is het aantal stalen veel te klein om er definitieve conclusies uit te trekken. Er waren ook geen gegevens over het aantal spermacellen voor de ziekte. Daarom kunnen we niet stellen dat covid-19 de oorzaak is van de afwijkingen.
Het onderzoek bestrijkt bovendien een zeer korte tijd. We weten dus niets over de termijn die nodig is voor recuperatie. Een tijdelijke daling van spermatozoïden na een ziekte met koorts of na allerlei virale infecties is overigens een bekend fenomeen. Er is wel blijvende schade beschreven na boforchitis. Dat is een complicatie na bof, een virusinfectie waartegen kinderen normaal gezien worden ingeënt via de basisvaccinaties.
Conclusie
Een tijdelijke daling van het aantal spermacellen is een bekend fenomeen na zowat alle virale infecties. Het is geen verrassing dat dit ook gebeurt na covid-19. Verwacht wordt dat ook in dit geval het sperma opnieuw normaliseert, al moeten opvolgstudies dat nog bevestigen. Het is ook mogelijk dat door de tijdelijke daling van spermacellen de vruchtbaarheid tijdelijk vermindert, maar dat is geen reden tot paniek. Er is geen argument voor seksuele onthouding voor mensen met een kinderwens.