Als voetballers tijdens een wedstrijd vermoeid raken, dan lijkt het alsof ze niet verder kunnen. Dat is niet zo, stelt bewegingswetenschapper Jeroen Barte.
Als voetballers tijdens een wedstrijd vermoeid raken, dan lijkt het alsof ze niet verder kunnen. Dat is niet zo, stelt bewegingswetenschapper Jeroen Barte. Voor zijn doctoraat aan de Radboud Universiteit voerde hij een onderzoek uit bij meer dan 450 professionele en amateurvoetballers. Hij selecteerde proefpersonen uit de hoogste vier Nederlandse competities.
Barte wilde nagaan in welke mate voetballers tijdens een wedstrijd fysiek en mentaal vermoeid waren. Hij liet de voetballers een vragenlijst invullen. Daarnaast moesten ze met verschillende experimenten voetbaltaken uitvoeren, zoals een pass geven en onderscheppen. Loopoefeningen moesten de sporters verder afmatten.
Uit het onderzoek kwam een opvallend resultaat naar voren. De vermoeide voetballers bleken nog tot maximale inspanningen in staat. Ze voelden zich alleen niet gemotiveerd genoeg. Door ze aan te moedigen of geld te beloven, werd de achteruitgang in de prestaties tenietgedaan. Sommige proefpersonen presteerden ineens zelfs beter.
Volgens Barte heeft dat te maken met een kosten-batenanalyse. Bij vermoeidheid geeft de voetballer op omdat hij de kosten om verder te gaan als te hoog ervaart. Barte raadt voetballers en coaches aan na te denken over primaire en secundaire taken. Bij vermoeidheid moeten ze zich op de belangrijkste zaken concentreren. Motivatiestrategieën moeten klaarstaan om de nodige inspanningen te kunnen (eigenlijk te willen) leveren.