Voedingsdriehoeken: zoek de verschillen

16 augustus 2012 door DDC

Het ene voedingsmodel is het andere niet.

Het ene voedingsmodel is het andere niet.

In een poging ons gezond te laten eten, hebben wetenschappers, overheden en ngo’s een gamma voorlichtingsmodellen gecreëerd. In 1995 stelden wetenschappers van de Harvard Medical School een voedingsdriehoek samen op basis van de positieve effecten van het mediterrane dieet. De driehoek is intussen geactualiseerd tot de onder voedingsdeskundigen gerespecteerde ‘Healthy Eating Pyramid’, een gezonde voedingsdriehoek die een alternatief biedt voor het model van het Amerikaanse ministerie van landbouw, dat volgens de wetenschappers te weinig rekening houdt met wetenschappelijke inzichten en te veel met economische belangen (zie ook Eos nr.6, 2011). Finse wetenschappers ontwikkelden samen met de Finse Hart- en Diabetes Verenigingen een Noordse piramide, en wetenschappers en ngo’s uit landen rond de Middellandse Zee stelden een nieuwe mediterrane piramide op (zie www.eoswetenschap.eu/voeding voor hier niet afgebeelde modellen).





In Vlaanderen is de door het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) ontwikkelde Actieve Voedingsdriehoek het standaardmodel, in Nederland de Schijf van Vijf. Wie de modellen naast elkaar legt, bemerkt enkele verschillen. Zo maakt de Actieve Voedingsdriehoek geen onderscheid tussen wit vlees, vis en peulvruchten enerzijds en rood en bewerkt vlees anderzijds. De andere modellen doen dat wel. ‘Gezien de link tussen een hoge consumptie van rood en bewerkt vlees en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en bepaalde kankers is dat ook logisch’, zegt Patrick Mullie, voedingsexpert verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en het International Prevention Research Institute in Lyon. ‘Je kan een stuk spek niet vergelijken met een zalmmoot of een blok tofu.’

Dat de aanbevelingen voor melk en zuivel aan de hoge kant zijn, kon u al lezen in Eos 6 (2011). Ook het onderscheid tussen goede en slechte vetten en tussen volle en geraffineerde graanproducten – in de Harvard-driehoek helemaal bovenaan – had volgens Mullie duidelijker in de verf mogen worden gezet. ‘Ook onze driehoek is een compromis tussen wetenschap en commercie.’

De hete aardappel
Volgens Erika Vanhauwaert, voedingsdeskundige aan het VIGeZ, geeft de actieve voedingsdriehoek wel degelijk wetenschappelijke inzichten weer, en speelt commercie daarbij geen enkele rol. Zij heeft dan weer haar twijfels over het promoten van vitaminesupplementen – ‘overbodig in een gezond voedingspatroon’ – en de prominente plaats die gezonde oliën in de Harvard-piramide innemen. ‘Zo krijg je de indruk dat je erg veel olie nodig hebt, terwijl ook die gezonde vetten nog steeds calorierijk zijn.’

Volgens Vanhauwaert is er bij het opstellen van de actieve voedingsdriehoek vooral voor gekozen wetenschappelijke kennis eenvoudig en duidelijk voor te stellen. ‘Voedingsmiddelen zijn ingedeeld op basis van hun belangrijkste voedingstoffen zoals bijvoorbeeld eiwitten. In de teksten die bij de driehoek horen en die downloadbaar zijn van onze site, geven we voor elke productgroep wel aan welke producten de voorkeur genieten, zoals mager vlees, of beter gemeden worden.’

‘Het is natuurlijk de vraag wie die teksten leest’, stelt Stefaan De Henauw, voedingsexpert verbonden aan de vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde aan de Universiteit Gent. ‘Enkel diëtisten houden zich daarmee bezig. Het zou goed zijn mocht er ook in de driehoek zelf wat meer onderscheid gemaakt worden, naar het voorbeeld van Harvard.’ Volgens Van Hauwaert is die oefening enkele jaren geleden gemaakt, door dierlijke en plantaardige eiwitbronnen gescheiden af te beelden. ‘Dat werd door een testpubliek echter als onduidelijk ervaren.’

In de discussie over wat een goed voorlichtingsmodel is, zijn grofweg twee strekkingen te ontwaren. Zij die vinden dat een model zo eenvoudig mogelijk moet zijn en niet te veel moet afwijken van huidige gewoontes – omdat de meeste mensen dan al bij voorbaat afhaken – en zij die vinden dat een model in de eerste plaats een correcte weergave van wetenschappelijke inzichten moet zijn en net moet proberen (slechte) gewoontes te veranderen. ‘Het is niet omdat we hier veel aardappelen eten, dat die in de basis van de voedingsdriehoek moeten staan’, stelt Kris Verburgh, arts en auteur van het eerder dit jaar verschenen boek De Voedselzandloper, waarin hij een eigen alternatief model voorstelt. In de Harvard-piramide en in Verburghs model vallen die onder de categorie ‘te mijden’, vanwege de snelle koolhydraten die ze aanleveren. ‘Daar valt iets voor te zeggen’, vindt Mullie. ‘Maar anderzijds bevatten aardappelen weinig calorieën, in tegenstelling tot de pasta of rijst waardoor we ze misschien zouden vervangen. Een beperkte hoeveelheid aardappelen kan daarom geen kwaad, bij voorkeur als onderdeel van een vezelrijke maaltijd, die de bloedsuikerpieken afvlakt. Maar ook Mullie vindt dat een model voor gezonde voeding niet zelf al toegevingen moet doen. ‘Dat doen de mensen sowieso wel.’ ‘We moeten de mensen niet onderschatten’, vindt Verburgh. ‘Een model mag best wat complexer zijn, zolang je mensen maar alternatieven aanreikt en uitlegt welke voordelen wijzigingen in hun voedingsgewoontes bieden.’ (Uit: Eos-magazine, nr.9, september 2012)