De fruitvlieg of Drosophila melanogaster is een bijzonder beestje. Gehaat in de fruitmand, maar aanbeden in het lab. Waarom vinden wetenschappers de fruitvlieg zo bijzonder? Stein Aerts van de KU Leuven legt in deze podcast onder andere uit wat we kunnen leren van fruitvliegen, waar wetenschappers hun fruitvliegen halen en hoe je demente fruitvliegen bestudeert.
Beluister de podcast hier:
Heel wat experimenten kunnen onderzoekers niet op mensen uitvoeren omwille van ethische of praktische redenen. Daarom bestuderen wetenschappers de fundamentele principes die ook in ons lichaam gelden via modelorganismen, zoals de fruitvlieg (of Drosophila melanogaster) dus. Maar waarom is net dat kleine keukenspook, en geen ander insect, zo populair geworden in het laboratorium?
‘Een combinatie van goede eigenschappen als modelorganisme en puur toeval’, geeft Aerts toe in onze podcast. ‘De Amerikaanse geneticus Thomas Morgan was de eerste die ze ging gebruiken, iets meer dan honderd jaar geleden. Hij bracht er de structuur van chromosomen mee in kaart. Zijn onderzoek maakte uiteindelijk genetische modificatie en gentherapie mogelijk, en werd in 1933 terecht bekroond met de Nobelprijs. Sinds Morgan zijn onderzoekers de fruitvlieg blijven gebruiken, en intussen is er meer dan honderd jaar kennis op de insecten gebaseerd. Er zijn weinig organismen waar we zoveel vanaf weten als van de fruitvlieg.'
"We bestellen de fruitvliegen voor ons onderzoek vaak gewoon via postpakketjes" Stein Aerts
‘De fruitvlieg is een praktisch modelorganisme: het leeft amper zestig dagen, wat handig is om veroudering te bestuderen. De diertjes zijn ook in tien dagen tijd volwassen. Zo kunnen we snel veel generaties genereren om bijvoorbeeld erfelijkheid te bestuderen. Fruitvliegen zijn ook makkelijk te kweken en te houden. We kunnen ze goedkoop aankopen, en ze huisvesten vraagt slechts een zeer kleine investering.’
‘De fruitvlieg heeft ook een heel mooi, compact genoom — twintig keer kleiner dan het menselijke genoom. Ze hebben ook maar één kopie van elk gen, bij ons zijn dat er vier. Dat maakt het eenvoudiger om de functie van genen te bestuderen.’
Waar halen de onderzoekers hun fruitvliegen? 'We hebben zelf een stock, maar we hebben ook goede contacten met andere onderzoeksgroepen. Kweekten zij al een fruitvlieg met precies de eigenschappen die we willen onderzoeken, dan vragen we om een paar vliegen via de post op te sturen. Ja, we versturen onze fruitvliegen gewoon in postpakketjes.'
In deze aflevering leer je onder andere...
- ... waarom wetenschappers blij zijn als het nageslacht van hun fruitvliegen rode ogen heeft
- ... welke grote doorbraken we danken aan fruitvliegen
- ... hoe de fruitvlieg zo populair werd
- ... in welke mate jouw brein lijkt op dat van een fruitvlieg
- ... wat we wel en niet kunnen leren van fruitvliegen
- ... waarom onderzoekers elke cel van de fruitvlieg willen kennen