Mannenbloed bevat hogere concentraties van een enzym dat het coronavirus helpt bij het infecteren van cellen.
Uit een grootschalig onderzoek onder enkele duizenden patiënten blijkt dat mannen hogere concentraties angiotensine-converterend enzym 2 (ACE2) in hun bloed hebben dan vrouwen. Aangezien ACE2 het coronavirus in staat stelt gezonde cellen te infecteren, kan dit helpen verklaren waarom mannen kwetsbaarder zijn voor covid-19 dan vrouwen.
De studie toont ook aan dat hartfalenpatiënten die geneesmiddelen gebruiken die gericht zijn op het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) - zoals angiotensine-converting enzyme-remmers of angiotensinereceptor-blokkers - geen hogere concentraties ACE2 in hun bloed hadden. ‘Onze bevindingen spreken recente rapporten tegen die suggereren om deze geneesmiddelen bij covid-19-patiënten stop te zetten’, vertelt Adriaan Voors. Hij is hoogleraar cardiologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen.
De rapporten waarover hij het heeft, suggereerden dat RAAS-remmers de ACE2-concentraties in plasma - het vloeibare deel van het bloed - zouden kunnen verhogen, waardoor het risico op covid-19 zou toenemen voor cardiovasculaire patiënten die deze geneesmiddelen gebruiken. De nieuwe studie geeft aan dat dit niet het geval is.
Prof Voors en zijn collega's bestudeerden al vóór de uitbraak van het coronavirus verschillen in ziektemarkers in het bloed tussen mannen en vrouwen. De resultaten werden snel bekend nadat de pandemie was uitgebroken. ‘Toen we ontdekten dat een van de sterkste biomarkers, ACE2, veel hoger was bij mannen dan bij vrouwen, realiseerde ik me dat dit het potentieel had om uit te leggen waarom mannen vaker sterven door covid-19 dan vrouwen’, vertelt dr. Iziah Sama van UMC Groningen, de eerste auteur van het onderzoek.
De onderzoekers analyseerden de ACE2-concentraties in bloedmonsters van twee groepen patiënten met hartfalen uit 11 Europese landen. Bij 1485 mannen en 537 vrouwen testten de onderzoekers hun hypothesen en onderzoeksvragen. Bij 1123 mannen en 575 vrouwen valideerden ze hun bevindingen.
Toen de onderzoekers keken naar een aantal klinische factoren die een rol zouden kunnen spelen bij ACE2-concentraties, waaronder het gebruik van ACE-remmers of een geschiedenis van chronische obstructieve longziekte, ontdekten ze dat het mannelijk geslacht de sterkste voorspeller was van verhoogde ACE2-concentraties.
‘Voor zover wij weten, is dit het eerste substantiële onderzoek naar de associatie tussen plasma ACE2-concentraties en het gebruik van blokkers van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem bij patiënten met hart- en vaatziekten. We hebben geen bewijs gevonden dat ACE-remmers waren gekoppeld aan verhoogde ACE2-concentraties in plasma’, vertelt prof. Voors.
ACE2 wordt niet alleen in de longen aangetroffen, maar ook in het hart, de nieren en de weefsels langs de bloedvaten, en er zijn bijzonder hoge gehaltes in de teelballen. De onderzoekers speculeren dat de regulering ervan in de testikels de hogere ACE2-concentraties bij mannen gedeeltelijk kan verklaren en waarom mannen gevoeliger zijn voor covid-19.
Beperkingen
Het dient gezegd dat de onderzoekers alleen naar ACE2-concentraties in plasma hebben gekeken, niet in weefsels zoals longweefsel. Ze kunnen er dan ook niet zeker van zijn dat de concentraties in het bloed vergelijkbaar zijn met die in de weefsels. Het is de ACE2 in de longweefsels waarvan wordt aangenomen dat ze belangrijk zijn voor virale infectie van de longen, niet de ACE2-concentraties in het bloed.
Bovendien kan de studie geen definitief bewijs leveren over de effecten van RAAS-remmers bij patiënten met covid-19, omdat de conclusies gebaseerd zijn op patiënten met hartfalen die geen covid-19 hadden. ‘ACE2 is een receptor op het celoppervlak. Het bindt zich aan het coronavirus en laat het gezonde cellen binnendringen en infecteren nadat het is gemodificeerd door een ander eiwit op het celoppervlak. Hoge niveaus van ACE2 zijn aanwezig in de longen en daarom nemen we aan dat het een cruciale rol speelt bij de progressie van longaandoeningen gerelateerd aan covid-19’, vertelt prof. Voors.