Als een kind binnen het jaar twee keer antibiotica krijgt, dan stijgt het risico met meer dan 30% dat een derde behandeling niet aanslaat.
Die resultaten zijn afkomstig van onderzoek aan de Oxford University. De daaruit voortvloeiende waarschuwing van researchleider en gespecialiseerd onderzoeker Oliver van Hecke is niet nieuw: ‘Zet antibiotica omzichtig en weloverwogen in.’ Maar de schaal, de aard, de naakte cijfers en vooral de pharma-onafhankelijke financiering van zijn onderzoek zetten die boodschap wel erg veel kracht bij.
Onder de vleugels van de Britse artsenvereniging RCGP (Royal College of General Practitioners) en de Britse overheid via haar National Institute for Health Research analyseerde Van Heckes team de medische dossiers van 250.000 kinderen tussen 1 en 5 jaar oud. Belangrijke restrictie: het waren geen kinderen die aan een chronische aandoening leden, maar enkel en alleen jongens en meisjes die je als op zich kerngezond kunt omschrijven.
Verstoring van het microbioom
Van de 114.329 kinderen die antibiotica kregen voor aandoeningen als een zere keel of hoest, bleek 3% minder ontvankelijk voor de effecten bij een volgende kuur. Dat valt op zich misschien mee, maar wat te denken van datzelfde percentage bij een daaropvolgende derde behandeling? Een misschien wel levensreddende kuur? Maar liefst 32%.
Van Hecke ziet in The Times nog een bijkomende verklaring hiervoor, naast de voor de hand liggende toenemende resistentie en ondeskundige zelfmedicatie door ouders: ‘Het zou kunnen dat antibiotica het microbioom verstoren: het delicate evenwicht van bacteriën in het lichaam van jonge kinderen dat helpt reageren op een infectie. Waardoor ze nog vaker ziek worden, en er een vicieuze cirkel ontstaat.’