Zo gefascineerd als we zijn door borsten, zo weinig weten we over dit tweekoppig staaltje evolutionaire spitstechnologie. Toch worden ze groter, ontwikkelen ze sneller en blijken ze een haard van giftige stoffen. Het boek Breasts brengt alle wetenschappelijke kennis over dit fabelachtige orgaan samen.
De Amerikaanse wetenschapjournaliste Florence Williams was haar dochtertje borstvoeding aan het geven toen ze een nieuwsbericht las over toxines in moedermelk. Haar akelige ontdekking – borstvoeding zou wel eens op een heel efficiënte manier industriële vervuiling naar de volgende generatie kunnen doorsluizen – leidde fluks tot actie. Haar eigen moedermelk liet Williams onderzoeken op giftige vlamvertragers. Haar borsten liet ze testen op andere toxines zoals perchloraat, een component van raketbrandstof. De testresultaten waren verontrustend. Borsten lijden onder het moderne leven, als een koppel zachte sponzen zuigen ze vervuiling op en weerspiegelen onze rotzooi.
Borsten zijn een evolutionair meesterwerk
Een gebeten Williams reisde de wereld af om oude theorieën en nieuwe research rond borsten een plaats te geven in Breasts: a Natural and Unnatural History. Dit onverschrokken boek is een milieugeschiedenis van het meest fascinerende menselijke orgaan. ‘Borsten leenden zich uitstekend als topic voor een boek’, vertelt Williams in een Skype-interview vanuit Boulder, Colorado. ‘Omdat ze een hypergevoelig en kwetsbaar orgaan zijn en een krachtige symboolwaarde hebben.’
‘Voor de komst van mijn kinderen speelden borsten nauwelijks een rol in mijn leven. Maar ik was echt positief verbaasd door mijn borstvoedingservaring, door het mirakel dat borsten zijn. De ontdekking van toxines in moedermelk deed me beseffen dat ze een kwestie van leven en dood zijn geworden. Er bleek heel wat over de culturele geschiedenis van borsten geschreven. Maar ik vond bitter weinig wetenschappelijke informatie. Borsten: bemind maar onbekend. Zo wisten onderzoekers van borstkanker bijvoorbeeld niets over de evolutie van de borst, en antropologen niets over het onderzoek naar hormoonreceptoren.’
Menselijke borsten zijn een unicum.
‘We weten nu dat ze evolutionair gezien een meesterwerk zijn, zowel in- als uitwendig. De mens is het enige zoogdier waarbij de borsten continu gezwollen zijn. Vanaf de puberteit. Bij andere primaten gebeurt dat enkel als ze melk produceren. Rijst de vraag: waarom?'
'Zijn borsten een kwestie van natuurlijke of seksuele selectie? Dat is de hamvraag. De aanhangers van de laatste theorie, vaak mannelijke antropologen, zien borsten als een seksueel signaal. Borsten zijn zoals ze zijn omdat mannen er graag naar kijken. Het andere kamp meent dat borsten geëvolueerd zijn omdat vrouwen en hun nakomelingen nu eenmaal het extra vet dat opgeslagen wordt in borsten nodig hadden. Ze bieden onbetaalbare evolutionaire voordelen.’
Wat lezen mannen in borsten?
‘Borsten zouden informatie uitzenden over de status van de vruchtbaarheid van een vrouw, over haar leeftijd, haar gezondheid. Grote borsten zouden knipperlichten zijn: ik ben gezond en klaar. Maar in de praktijk klopt dat niet. Borsten zijn net het grootst en het mooist tijdens de zwangerschap en lactatie. Bovendien blijven veel vrouwen na de bevalling mooie borsten hebben.’
Toch blijkt uit onderzoek dat fors geschapen serveuses grotere fooien krijgen.
‘Veel mannen reageren op grote borsten. Het is moeilijk te zeggen of dat evolutionair gedreven is of dat door onze cultuur komt. Zeker onze westerse cultuur is geobsedeerd door grote borsten, maar de mate van appreciatie van borstomvang varieert wel sterk.’
Hoe verklaart u die obsessie?
‘Ten eerste zorgde de nieuwe technologie in de jaren dertig en veertig van de 20ste eeuw voor nieuwe bh-stoffen, zoals nylon en polyester. Die gaven borsten een nieuwe vorm: omhoog, vooruitstekend en van elkaar gescheiden. Hollywood populariseerde en exporteerde dat over de hele wereld. Borsten werden een cultureel, geseksualiseerd fenomeen. En met de komst van siliconen, een relatief veilig implantaat, ging het hek helemaal van de dam.’
Wat leerde u van Timmie Jean, de eerste vrouw met een siliconenimplantaat?
‘Ze ging het ziekenhuis binnen om tatoeages van haar borsten te laten verwijderen en kwam buiten met een nieuwe C-cup. Ze is nu 80 en heeft nog altijd haar implantaten van 50 jaar geleden. Spijt heeft ze nooit gehad, maar wel last: haar borsten werden harder en ze kreeg soms pijnscheuten. Nog altijd zijn er heel wat problemen met implantaten, ook in Frankrijk onlangs nog. Dat verbaast me niets: recente studies tonen aan dat bijna 30% van de implantaten binnen de tien jaar moet worden vervangen. Vrouwen worden hierover niet genoeg geïnformeerd. De operatie wordt onterecht afgedaan als een simpele procedure.’
Implantaten: doen of niet doen?
‘Dat moet elke vrouw zelf uitmaken. Maar weet dat de industrie niet de hele waarheid vertelt over de risico’s, zoals het gevoelloos worden van tepels of problemen met borstvoeding.’
Wat vertelt de wetenschap over de impact van giftige milieutoxines op borsten?
‘Kunstmatig oestrogeen heeft net als het lichaamseigen oestrogeen een grote impact op de werking van borsten. Oestrogeen en vooral progesteron stimuleert de celgroei en -splitsing. En dat vergroot volgens de gerenommeerde Amerikaanse epidemioloog Malcolm Pike de kans op mutaties en kanker. Hoe meer menstruele cycli een vrouw heeft, denkt Pyke, hoe meer ze overspoeld wordt door hormonen. Als een vrouw de borst geeft of zwanger is – wat in de pre-industriële tijd een groot deel van haar leven uitmaakte – beschermden haar borstcellen haar meestal tegen kanker. Uit antropologisch onderzoek weten we dat vrouwen lang geleden zowat 10 keer in hun leven ovuleerden, nu is dat in het Westen 400 keer. ’
Zijn moderne vrouwen minder beschermd?
‘In de VS menstrueren vrouwen vanaf hun 12de, en baren ze hun eerste kind doorgaans op hun 35ste. In de periode tussenin worden ze bestookt met oestrogeen en progesteron in allerlei chemische stoffen, zoals Bisphenol A, dat in kunststoffen wordt gebruikt, of DES. Patricia Hunt is een experimentele biologe die aneuploïdie of numerieke chromosoomafwijkingen bestudeert. Ze ontdekte dat een dosis Bis-phenol A bij muizen drie generaties lang voor afwijkingen zorgde. Andere studies wezen uit dat het oestrogeenreceptoren in borsten activeert en dat die op zoek gaan naar andere bestanddelen in het milieu. Ook giftige.’
Ons lichaam reageert op onze omgeving.
‘Voortdurend. Fenotypische plasticiteit heet dat en het is een van de grote thema’s in mijn boek. Heel lang is ons ingelepeld dat DNA ons onveranderlijke lot is. Nu weten we dat het milieu even belangrijk is en dat ons DNA zo gemaakt is dat het zich aanpast. Het nieuwe wetenschappelijke domein van de milieugezondheid is op dat vlak een heel interessante ontwikkeling. Het was Rachel Carsons boek dat onze ogen voor het eerst daarrond opende.’
Wat is u nog opgevallen bij uw research?
‘Dat onze culturele vooringenomenheid lange tijd een wetenschappelijker begrip van het vrouwenlichaam in de weg heeft gestaan. We hebben borsten geobjectiveerd en ze los gezien van de rest van het lichaam en de wereld. Typerend: de borst is het enige belangrijke orgaan dat geen medische specialiteit is. Amerikaanse artsen in spe leren zelfs niets over lactatie, de afscheiding van melk uit de borstklieren. Met als gevolg dat vele pediaters niet weten hoe ze problemen op dat vlak moeten aanpakken.’
Wie borstkanker krijgt, had maar moeten sporten/diëten, of minder roken/drinken?
‘Ja, terwijl het de industrie is die milieuvriendelijkere chemicaliën moet maken en de overheid die dat moet reguleren. Maar de fabrikanten in de VS zijn zo machtig dat er nauwelijks serieus onderzoek naar is gevoerd. De chemische lobby onderzoekt hun stoffen niet die op het publiek worden losgelaten. Terwijl beter onderzoek elke dag meer overtuigend bewijsmateriaal levert dat veel van deze substanties op een biologische manier reageren.’
Vreemd genoeg kennen we nog altijd niet de exacte oorzaak van borstkanker?
‘De gekende risicofactoren zeggen niets. Ik heb het over leeftijd, familiegeschiedenis, vroege puberteit, late menopauze, obesitas, late zwangerschap, ras of vroegere borstafwijkingen. Bij de meeste vrouwen die borstkanker krijgen, worden weinig van deze factoren gevonden, met uitzondering van ouderdom en ras. En straffer nog: heel wat vrouwen met veel risicofactoren krijgen nooit borstkanker. Het is een complexe zaak. Obesitas speelt een rol voor vrouwen na hun menopauze, maar beschermt de jongere vrouwen tegen borstkanker.’
Hoe speciaal is moedermelk?
‘Biologen, biochemici en genetici analyseren al 30 jaar lang de componenten van moedermelk. Tot voor kort dachten ze dat het 200 bestanddelen bevatte. Nieuwe technologieën hebben er nog andere gevonden. Er werd lang gedacht dat de melk zo steriel was als urine. Ze blijkt echter meer weg te hebben van yoghurt, en bevat zo’n 800 levende bacteriën en 200 oligosachariden, een soort koolhydraten. Deze beschermen prima tegen infecties.’
Voer voor de voedingsindustrie?
‘De wedren is volop bezig. Een bedrijf als Prolacta Bioscience verkoopt al gedoneerde moedermelk als immunovoeding voor baby’s met een te laag geboortegewicht. Anderen proberen transgene dieren de unieke ingrediënten van menselijke melk te laten produceren. Het meest gegeerd is echter het ontstekingsremmend eiwit lactoferrine dat het immuunsysteem van baby’s versterkt.’
Kan borstvoeding slecht zijn voor kinderen?
‘Ik heb mijn kinderen 18 maanden de borst gegeven en ik ben er niet gerust in. Toxines die zich ophopen in de borsten, kunnen via borstvoeding worden doorgegeven. Noorwegen heeft met 99% van alle nieuwe moeders de grootste borstvoedingsratio ter wereld. Toch denkt de overheid eraan om borstvoeding na zes maanden niet meer aan te moedigen. Hoe langer borstvoeding, hoe meer chemicaliën de baby krijgt.’
Lactatie noemt u een mirakel.
‘Evolutionaire antropologen wijzen erop dat de ruim 6.000 genen die lactatie sturen bij de sterkst bewaarde genen zijn die we hebben. Over een periode van miljoenen jaren veranderde er nauwelijks iets aan. Onze capaciteit om te lacteren behoort tot onze belangrijkste genetische voordelen. Het verklaart het succes van zoogdieren op onze planeet. Het was de Noors-Amerikaanse voedingsdeskundige Olav Oftedal van het Smithsonian Environment Research Center die me wees op de uitzonderlijke evolutionaire voordelen van melkklieren. Ze ontstonden bij synapsiden, zoogdierachtige reptielen die zich 310 miljoen jaar geleden afsplitsten van andere reptielen en proto-dinosaurussen. Ze leken op reusachtige landhagedissen en overleefden de massa-extinctie van 250 miljoen jaar geleden. Ze transformeerden in warmbloedige, kleine nachtdieren die lacteerden en veel tijd en energie investeerden in hun nageslacht. Dat vergrootte de kans op overleven op een verwoeste planeet enorm.’
Welke voordelen biedt lacteren precies?
‘Zoogdieren hoefden niet meer op een plaats te blijven die kindvriendelijke voeding voorzag. De hoofden van de baby’s konden klein blijven en zonder tanden. Het gevolg: beter aangepaste tanden, een groter brein, een meer mobiele moeder. Verder is er een culturele transmissie tussen moeder en kind, een gevolg van lang wederzijds contact, plus meer ontwikkelde zintuigen. Lactatie was de drijvende kracht achter het enorme verschil in breinkracht tussen reptiel en zoogdier en effende ook de weg voor taal bij hogere primaatsoorten.’
Hoe moet het verder met onze borsten?
‘Ik hoop dat onze dochters hun borsten op een positieve manier leren kennen en dat hun borstvorming niet te vroeg komt. Ik verwacht een betere preventie en detectie van borstkanker en hoop op een betere methode van borstvergroting, misschien met gebruik van lichaamsvet en stamcellen in plaats van plastic.’
U bent vrij positief gestemd op het vlak van wetenschappelijk onderzoek.
‘Jazeker. Om maar een voorbeeld te geven: het onderzoek van oncologe Saraswati Sukumar is echt pionierswerk. Ze werkt met chemische masectomie, injecteert chemotherapie door de melkkanalen. Zo wil ze kankercellen vroeg elimineren en de borst sparen. Ze hoopt dat het een reguliere procedure kan worden bij vrouwen die een hoog risico op borstkanker hebben. We leren zoveel meer nu we steeds kleinere moleculen in de bloedstroom kunnen identificeren. We leren veel nieuwe dingen over de werking van hormonen, en de manier waarop andere substanties in ons milieu hormonen nabootsen. Ja, ik ben hoopvol.’