Een op vier kinderen loopt een tandheelkundig trauma op na een val of sportincident. De kindertandartsen staan telkens weer voor een moeilijke opdracht, aangezien elke wonde anders is, een specifieke behandeling vraagt en jarenlang opgevolgd moet worden. Wat als men met één behandeling kind, ouder, en tandarts hiervan kan ontlasten? Well, there is a new kid in town: regeneratieve tandheelkunde.
Olivia is zeven jaar en viel van de schommel toen ze eraf wou springen. Lukas is zes jaar, droeg geen helm en viel van de fiets. Mil is acht jaar en liep met zijn gezicht tegen het metalen voetbaldoel tijdens een spannende match. Naast Olivia, Lukas en Mil zijn er nog veel kinderen die hun vaste tanden beginnen krijgen en een ongeluk meemaken. Hierdoor groeien ze in plaats van alle 32 tanden maar 31.5 tanden uit. Een ongeluk is snel gebeurd, maar het duurt lang om de resulterende wonden te behandelen. Bij een val of stoot kan het binnenste vitale weefsel van de tand, de pulp, beschadigd geraken. De pulp is het kloppend hart van onze tand: ze heeft zenuwen, bloedvaten en voedingsstoffen die de tand nodig heeft om in leven te blijven. Bij beschadiging van de pulp loopt de tand het risico af te sterven, wat veel kosten en tandartsbezoeken met zich meebrengt.
Ons team probeert zowel het kind als de tandarts te helpen door een nieuw tandheelkundig materiaal te ontwikkelen dat voor volledige pulpherstelling zorgt. Hiervoor doen we beroep op regeneratie. Regeneratie wordt al gebruikt bij andere medische ingrepen, waaronder wondheling en kaakbotherstel na tandheelkundige infecties. Regeneratie is universeel en zou dus ook een optimale behandeling kunnen zijn voor de beschadigde pulp, aangezien het proces al getest en gekeurd is. Het zou het werk van de tandarts kunnen vergemakkelijken.
Regeneratieve tandheelkunde – de theorie
Om regeneratie van de pulp te faciliteren, zijn drie onmisbare componenten nodig: stamcellen, eiwitten genaamd chemokinen, en biomaterialen. Stamcellen zijn van nature in het heel menselijk lichaam aanwezig, dus ook in de pulp. In het bijzonder bij kinderen en jongeren zijn ze talrijk en krachtig, maar we moeten ze naar de wonde kunnen krijgen. Het menselijk immuunsysteem zorgt er tijdens wondheling voor dat geneeskrachtige witte bloedcellen naar de wonde migreren. Dit gebeurt met chemokinen die cellen doen migreren. Dit natuurlijke proces kunnen we nabootsen met kunstmatige chemokinen als geneesmiddel. Positieve migratieresultaten met cellen in proefbuisjes én met proefdieren bevestigen de efficiënte werking van de kunstmatige chemokinen.
Stamcellen zijn bij kinderen en jongeren talrijk en krachtig, maar we moeten ze naar de wonde krijgen.
Tenslotte hebben we een biomateriaal nodig dat deze chemokinen kan aanleveren en tegelijk ook geschikt is voor de beschadigde pulp. Het biomateriaal moet lijken op de pulp om de gemigreerde stamcellen een (voorlopig) nieuw thuis te bieden. Zo kunnen de stamcellen in een vertrouwde omgeving nieuw weefsel aanmaken.
Regeneratieve tandheelkunde – de praktijk
Hoewel we alle materialen voorhanden hebben, is de praktische toepassing ervan niet zo simpel. Dit komt omdat de chemokinen niet gebruiksvriendelijk zijn. Ze zijn erg fragiel en worden beïnvloed door tal van factoren in een wonde, zoals afbraakeiwitten en bacteriën. Om een optimale werking van de chemokinen te bekomen, moeten deze dus beschermd worden. Dit is waar wij in ons labo een verschil in willen maken.
De bescherming van chemokinen is essentieel voor we ze kunnen gebruiken bij de patiënt. Eerst worden de chemokinen geladen in hele kleine deeltjes, die beschutting bieden tegen de vijandige omgeving van de wonde. De met chemokinen geladen deeltjes worden in een gel verwerkt en die wordt aan de tand toegediend. Na het stollen door UV licht, zal de gel lijken op het ontbrekend pulpweefsel. De gel zal poreus zijn, zodat de cellen erdoor kunnen ploeteren en zich kunnen nestelen. Hij zal structuur bieden, zodat het nieuwe weefsel aangepast aan de wonde terug kan groeien. Verder zal de tandarts hem ook gemakkelijk kunnen toedienen met een spuit, zoals bij een gaatjesvulling.
De behandeling zou dus lijken op het vullen van een gaatje. Het grote verschil is natuurlijk dat bij regeneratieve tandheelkunde de stamcellen beginnen migreren naar het ontbrekend weefsel, getriggerd door de chemokinen. De stamcellen zullen zich geleidelijk nestelen in het biomateriaal en uiteindelijk de beschadigde pulp herstellen. Dit proces kan enkele weken in beslag nemen. In tegenstelling tot bij bestaande behandelingen hoeven ouder en kind zich daarna echter geen zorgen meer te maken over de vitaliteit van de tand. Bovendien leiden de vermeden consultaties tot nieuwe gaatjes, maar dan in de agenda, die gevuld kunnen worden met schommelen, fietsen of voetballen.