De apenpokken duiken in steeds meer Europese landen op. In België zijn er inmiddels 14 besmette gevallen geconstateerd en in Nederland zijn dit er al 26. En deze getallen lijken toe te nemen. Waar komt dit virus ineens vandaan? En moeten we ons nu zorgen maken? Experts Isabel Brosius en Eugene Bangwen van het Instituut van Tropische Geneeskunde praten je bij.
Wat zijn apenpokken?
Isabel Brosius: ‘Apenpokken is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Het virus is van dezelfde familie als het pokkenvirus dat we van voor de jaren 80 kennen. Het uit zich door griepachtige symptomen zoals koorts, spierpijn en algeheel ongemak, wat na een tijdje over gaat in uitslag op de huid en laesies.’ Eugene Bangwen vervolgt: ‘Het virus circuleert al langer in Afrika, maar is nu ook in Europa terug te vinden. Er zijn in het verleden al een paar besmettingen geweest in Europa als resultaat van reizen en bezoeken aan Afrika. Maar de aantallen die we nu zien in de verschillende landen, dat is nieuw.’
Zijn er verschillende varianten van het virus?
Brosius: ‘Veel dingen die weten van apenpokken komen uit west en midden Afrika. Er zijn twee virussoorten die gepaard gaan met andere sterftecijfers: de stam uit West-Afrika, die we hier ook terugzien in Europa, en een gevaarlijkere stam uit Congo. Wel moeten we voorzichtig zijn met het een op een vertalen van data uit Afrikaanse landen naar onze omgeving. Sterftepercentages in Afrika variëren van 1 procent voor de West-Afrika-stam tot 10 procent voor de Congo-stam. Maar de situatie en het gezondheidssysteem is hier anders, de meeste mensen herstellen gewoon van de ziekte.’
Bangwen: ‘Het is moeilijk te zeggen of de Congo-stam hier ook zal belanden. Vanuit West-Afrika is er meer mobiliteit, wat kan verklaren dat deze soort sneller over is gekomen naar Europa. Vanuit midden Afrika wordt er een stuk minder op en neer gereisd en vervoerd, maar soms heb je natuurlijk maar één besmetting of ongelukkig voorval nodig.’
Hoe wordt het virus overgedragen?
Bangwen: ‘Infecties worden van dier op mens overgedragen of van mens op mens, maar het exacte reservoir is nog onbekend. Vaak zijn er een aantal cycli van besmettingen te zien, en dooft de uitbraak vanzelf uit. Apenpokken worden overgedragen via direct contact met laesies op de huid, of indirect via besmette oppervlakten. Je bent besmettelijk wanneer je klachten hebt. Het is onduidelijk of je ook voor de symptomen de ziekte kan doorgeven en of mensen zelfs helemaal zonder klachten de ziekte kunnen dragen en doorgeven.’
‘We hebben de neiging om pas wakker te worden wanneer virussen onze grens bereiken, maar het is belangrijk om te beseffen dat er meer gaande is in de wereld’
Brosius: ‘Naast contact met de huid blijkt besmetting ook mogelijk te zijn via druppeltjes in de lucht, zoals druppeltjes speeksel wanneer je praat. Maar deze zullen vanzelfsprekend niet een heel groot bereik hebben, slechts enkele meters. Onderzoekers duiken er nu dieper in of er andere routes zijn die nog niet eerder ontdekt of onderzocht zijn. Bijvoorbeeld via seksueel contact.’
Is er een behandeling tegen apenpokken?
Brosius: ‘Bij de meeste besmettingen is het een kwestie van wachten en word je niet behandeld. Dit geldt voor veel virale infecties. Wel zijn er een aantal moleculen uit studies die effect lijken te hebben op het virus. Deze zijn echter alleen nog in diermodellen getest en niet in echte patiënten. Als er al behandelingen gegeven worden, dan zal dit voornamelijk zijn in het teken van wetenschappelijk onderzoek. Een andere optie kan zijn dat middelen ‘off label’ gebruikt worden. Dit kan bijvoorbeeld een middel zijn die eigenlijk ontwikkeld is voor een andere indicatie. Bij hele ernstige gevallen kan ervoor worden gekozen om hiermee te behandelen.’
Bangwen: ‘Als je kijkt naar de Afrikaanse context waarbij er vaak sprake is van uitslag over het hele lichaam, dan wordt er ook vaak antibiotica voorgeschreven. Vaak is het zo dat patiënten extra ziek worden van bijvoorbeeld een secundaire bacteriële infectie als gevolg van de open wonden. Antibiotica behandelen deze nieuwe infecties.’
Helpt het pokkenvaccin van vroeger ook tegen deze apenpokkenvariant?
Bangwen: ‘Aangezien het apenpokkenvirus van dezelfde familie afstamt, is de kans groot dat het vaccin hier ook zal werken. Maar meer onderzoek zal moeten worden gedaan om dit inderdaad te bevestigen. Het lijkt erop dat er nog steeds tijd is om je te vaccineren na het moment van besmetting. De meeste experts raden op basis van verschillende studies aan dat er het best binnen vier dagen kan worden gevaccineerd. Het liefst wil je zo snel mogelijk vaccineren na blootstelling, hoe eerder hoe beter.’
Brosius: ‘In verschillende landen is er discussie gaande over het vaccin wel of niet gegeven moet worden. In de UK hebben ze besloten om hoogrisico-contacten te vaccineren. Maar in Spanje kiezen ze er bijvoorbeeld voorlopig voor om het vaccin niet te gebruiken. Hoogrisico-contacten zijn bijvoorbeeld mensen in de gezondheidszorg of familieleden van besmette personen.’
Kan een genetische verandering in het virus de uitbraken bij ons verklaren?
Brosius: ‘De twee soorten zijn genetisch heel stabiel, in tegenstelling tot de varianten die je bij Covid ziet. Covid muteert heel snel als je het vergelijkt met een apenpokkenvirus. Gedacht wordt dat de besmettingen eerder zijn ontstaan doordat het virus is geïntroduceerd in een populatie die net op dat moment heel mobiel was en veel intense contacten had, waaronder verschillende gay pride events. Maar dit zijn vooralsnog alleen aannames. Gebaseerd op eerdere studies lijkt het erop dat de kans vrij klein is dat de ziekte zich breder in de populatie gaat verspreiden, op dezelfde manier als Covid. Wel is er enige bezorgdheid onder artsen en wetenschappers, en kan het virus wel gevaarlijk zijn voor specifieke vatbare groepen. Onderzoek hoopt hier de aankomende tijd meer duidelijkheid in te scheppen.’
Bangwen: ‘Het is wel goed om te benoemen dat er in Afrika een veel ernstigere situatie gaande is met de meer dodelijke variant van het virus. Een van de grootste uitbraken daarvan startte een paar maanden eerder en eist zijn tol. We hebben de neiging om pas wakker te worden wanneer virussen onze grens bereiken, maar het is belangrijk om te beseffen dat er meer gaande is in de wereld. We zullen gezamenlijk meer aandacht moeten besteden op globale schaal.’
Isabel Brosius (MD, MMed) is specialist in interne geneeskunde en infectieziekten, verbonden aan het Instituut van Tropische Geneeskunde Antwerpen. Ze was nauw betrokken bij de organisatie van zorg van het eerste besmette geval in België.
Eugene Bangwen (MSc) heeft een professionele achtergrond in de diagnostiek van infectieziekten en het opbouwen van laboratoriumcapaciteit in een omgeving met beperkte middelen. Hij was aanwezig bij een grote uitbraak van DRCongo.