Anno 2017, primeert korte termijn economisch denken nog steeds bij het kappen van ecologisch waardevolle bossen. Men vergeet daarbij dat de diensten die deze gebieden onze aarde leveren elke vorm van economische groei en ontwikkeling door ontbossing overstijgt. En hierbij blijken zelfs beschermde bossen lang niet zo beschermd als we dachten.
Biologische hotspots
Ontbossing door de mens is van alle tijden. Zo beschrijft Michael Williams in zijn boek Deforesting the Earth: From Prehistory to Global Crisis dat zelfs de meest recente golf van ontbossing relatief gering is in vergelijking met de totale wereldwijde historische ontbossing. Maar niet elk bos is hetzelfde en de huidige aanval op beschermde bossen is zeer zorgwekkend. De huidige ontbossing door de mens richt zich op die bossen die eerder ingekleurd zijn als reservaat, beschermd gebied en/of ongerept bos, omdat hun vernietiging onherroepelijke schade met zich meebrengt. De schade blijft niet noodzakelijk beperkt tot de plaatselijke voor flora en fauna, maar heeft ook een wereldwijde impact op bijvoorbeeld ons klimaat.
De bossen waar we nu de kettingzaag in (willen) zetten, zijn dan ook deze die de tand des tijds het langst hebben doorstaan. Het zijn stille getuigen van de wereldgeschiedenis die generatie op generatie van de mens overleven. Ze herbergen zoveel verschillende soorten bomen, planten en dieren dat ze als één van dé biologische hotspots van deze planeet mogen beschouwd worden. Ze beïnvloeden het lokale klimaat door het reguleren van de waterhuishouding en het afzwakken van hittegolven. Daarnaast bevatten ze ook gigantische hoeveelheden koolstof (en nemen zelfs nog koolstof op) die anders onder de vorm van CO2 in de atmosfeer verder bijdragen aan de opwarming van de aarde. Globaal bevat tropisch bos zo’n 600 miljard ton C, wat equivalent is aan 60 jaar uitstoot door de mens (aan de huidige emissies). De bossen die nu bedreigd worden, hebben een belang voor onze planeet dat elke mogelijke vorm van economische groei en ontwikkeling van welvaart door ontbossing overstijgt.
Nood aan naleving van het behoud
We moeten dan ook de zogenoemde kortetermijnvoordelen die de ontbossing voor de economie met zich meebrengen resoluut naast ons neerleggen en volop gaan voor een langetermijnaanpak door strikte naleving van behoud. Zeker voor dergelijke ongerepte bossen van onschatbare waarde geldt dat een beslissing tot kap genomen met een simpele pennentrek onherroepelijke schade voor volgende generaties met zich meebrengt. Dit zijn beslissingen gebaseerd op het kortetermijndenken van politici, dat hen in de waan laat dat ze zo gemakkelijker herverkozen worden, maar ons als gemeenschap achter laten met kaal geslagen bossen.
Als we aan dergelijke snelheid blijven ontbossen en ons nu ook richten op deze meest kwetsbare gebieden verliezen we unieke ecosystemen en een belangrijke natuurlijke buffer tegen de opwarming van de aarde. Stopzetting van deze ontbossing is dan ook essentieel in de overgang naar een duurzaam gebruik van natuurlijk kapitaal. Enkel dan kunnen we garanderen dat volgende generaties kunnen blijven genieten van de echte waarde van de natuur. Ten slotte zou dit enkel betekenen dat we de regels die opgesteld zijn rond bescherming en behoud naleven. Want laat ons de rollen eens omdraaien: wie zou er vrede mee nemen als hun zuurverdiende bouwgrond in één pennentrek tot beschermd bos werd verklaard doordat we de regels van een boskaart voor Vlaanderen zouden naleven?
Door JASPER BLOEMEN
FWO [PEGASUS]² Marie Skłodowska-Curie fellow, UAntwerpen
Wetenschapscommunicator bij Break it Down – www.breakitdown.eu
Volg GCE ook op:
http://twitter.com/gce_uantwerp
Het besef dat de economie een grote impact heeft op ons natuurlijk kapitaal, zeg maar de voorraad aan natuurlijke hulpbronnen waarover de planeet beschikt, bestaat al lang. Al in 1970 zong Louis Neefs zijn lied “Laat ons een bloem” waarmee hij de hebzucht naar rijkdom ten koste van de natuur aan de kaak stelde. Rond diezelfde periode verscheen ook De grenzen aan de groei door de Club van Rome, een baanbrekend rapport waarbij voor het eerst een verband gelegd werd tussen economische groei en de uitputting van ons natuurlijk kapitaal. Sindsdien zijn al talrijke oproepen gelanceerd om te evolueren naar een duurzaam, ecologisch én tegelijk winstgevend model waarbij ecologie en economie hand in hand kunnen samengaan.
Regenwouden en beschermde (oer)bossen
Anno 2017, bijna 50 jaar later dus, primeert korte termijn economisch denken echter nog steeds op de langetermijndiensten die de aarde ons gratis levert. De laatste maanden kwam het probleem van ontbossing van beschermde en/of ecologisch waardevolle bossen voor economische doeleinden meermaals in het nieuws. Zo was er eind deze zomer de beslissing van de Braziliaanse president Temer om per decreet een einde te maken aan de bescherming van het Renca-reservaat, een stuk Amazonewoud ter grootte van 46 000 vierkante kilometer.
Het openstellen van dit reservaat voor mijnbouw zal nieuwe welvaart en dus economische groei creëren, luidt het. De beslissing van het hooggerechtshof in Brazilië houdt ontbossing van dit deel tropisch bos voorlopig nog tegen, maar andere ongerepte tropische bossen in bijvoorbeeld Azië worden intussen bedreigd door de aanleg van palmolieplantages, zoals onderzoek van satellietbeelden in het kader van Global Forest Watch aangeeft. In Polen is er dan weer een hevige strijd om het woud van Białowieża, het laatste stuk oerbos van Europa. Actievoerders proberen er de kap van het bos tegen te gaan, die sinds vorig jaar door een beslissing van de Poolse regering in snel tempo wordt uitgevoerd. Dichterbij huis is er het verhaal van het ‘Essersbos’ dat de gemoederen blijft verhitten. Een bos dat misschien minder ongerept is dan de voorgaande, maar bedreigd wordt door de uitbreiding van een economische activiteit, ondanks zijn status als beschermd gebied en deel van het Natura-2000 netwerk.