We verplaatsten ons minder tijdens de covid-19-lockdowns, en dat had de natuur snel door: wilde zoogdieren gingen vaker en verder uit hun vertrouwde gebied, en ze kwamen vaker in de buurt van autowegen.
Op 3 maart 2020 sprak toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block de legendarische zin “Blijf in uw kot!” uit. Nadien volgde de ene lockdown na de andere. We bleven ook massaal in ons kot, waardoor anders drukke wegen er ineens verlaten bijlagen.
Deze 'antropause' bood wetenschappers een unieke gelegenheid om de effecten van ons dagelijkse, drukke geraas op het gedrag van dieren in het wild te bestuderen. Drukke autowegen versnipperen het leefgebied van wilde dieren, en botsingen zijn een belangrijke oorzaak van sterfte. Het is moeilijk om de precieze impact in cijfers te gieten, maar het gedrag van wilde zoogdieren tijdens de covid-19-lockdowns zegt wel veel: de dieren reisden gemiddeld 73 procent verder, vertoonden minder vluchtgedrag en kwamen 36 procent dichter bij autowegen dan het jaar ervoor.
Dat leiden wetenschappers van de Radboud Universiteit in Nijmegen af uit de GPS-gegevens van in totaal 2.300 gezenderde wilde zoogdieren, afkomstig uit 76 studies. In de dataset zijn 43 verschillende zoogdiersoorten van over de hele wereld vertegenwoordigd. De wetenschappers vermoeden dat de verhoogde reislust van de dieren het gevolg is van een verminderde angst voor het wegverkeer en menselijke aanwezigheid. De studie benadrukt daarom dat het verkeer een ruimere milieu-impact heeft dan enkel de vaker besproken problemen zoals luchtvervuiling en verlies van leefgebied.
Dat de covid-19-lockdowns een impact hadden op wilde dieren, bewees ook al een eerdere studie naar het gedrag van slechtvalken in de stad. Minder mensen op straat betekende voor hen minder duiven in de lucht, waardoor ze hun prooikeuze moesten aanpassen.