Het best bekend is het lot van de pinguïns, die naarmate het zee-ijs smelt steeds dichter naar de pool toe waggelen. Tegelijkertijd doen de twee enige inheemse vaatplanten, de Antarctische vetmuur en de Antarctische smele, die vanwege hun sapstromen kwetsbaar zijn voor vrieskou, het steeds beter.
Ook springstaarten en korstmossen verdringen zich daar waar het ijs zich terugtrekt, leggen de wetenschappers uit, en dat gebied zal tegen het einde van deze eeuw alleen maar toenemen: als we aan hetzelfde tempo CO2 blijven uitstoten komt er mogelijk tot een kwart ijsvrij gebied bij.
De klimaatverandering is dus zeker niet voor alle bewoners van het ijskoude continent slecht nieuws, benadrukken de onderzoekers, al zal er door het contact tussen voorheen van elkaar geïsoleerde populaties vermoedelijk na verloop van tijd wel een homogenisering optreden. Als verschillende soorten met elkaar wedijveren of zich samen voortplanten, neemt de biodiversiteit af.
Bovendien creëert de opwarming ook kansen voor indringers die de kwetsbare lokale soorten verdringen, zoals het straatgras Poa annua, dat in het kielzog van de mens zijn weg vond naar Antarctica en nu in opmars is. Hoog tijd om de natuur op het continent beter in de gaten te houden.