Babypinguïns sterven door klimaatverandering

04 februari 2014 door Eos-redactie

In Argentinië sterven steeds meer babypinguïns door extreme hitte en regenval.

In Argentinië sterven steeds meer babypinguïns door extreme hitte en stormen. Dat schrijven onderzoekers van University of Washington in PloS One.

De onderzoekers bestudeerden 27 jaar lang de impact van het veranderende klimaat op de grootste kolonie Magelhaenpinguïns ter wereld in Punta Tombo in Argentinië. Ongeveer 200.000 pinguïnkoppels maken er hun nest. Het schiereiland heeft een woestijnklimaat, voor de pinguïns ideaal om hun pasgeboren jongen op te voeden. De pinguïns blijven normaal op het schiereiland van september tot februari.

Het klimaat wordt echter steeds wisselvalliger, van grote stormen tot extreme hitte. De jonge pinguïns zijn hier nog niet tegen bestand. Omdat ze al te groot zijn kunnen ze niet meer door de ouders warm worden gehouden. Maar ze hebben ook nog geen waterdichte veren, en de meeste babypinguïns sterven als ze té nat worden. Ook de extreme hitte doet hen bezwijken, omdat ze nog niet kunnen zwemmen. 'Pinguïns leven in de woestijn, maar de regenstormen maken van hun nesten een zwembad. Daar zijn ze niet tegen bestand.’ zegt Dee Boersma, een van de auteurs van de studie, aan BBC.

Tijdens die lange observatieperiode stierf gemiddeld 40 procent van de jongen van de honger, en waren veranderingen in het klimaat de doodsoorzaak voor gemiddeld 7 procent van de jongen. Maar de voorbije twee jaar waren ongeveer de helft van de dode babypinguïns het slachtoffer van het klimaat. Ook is sinds 1983 het aantal stormen boven de broedplaats in de eerste weken van december, wanneer de jongen nog geen 25 dagen oud zijn, alleen maar toegenomen. Extremere weersomstandigheden hebben in die cruciale periode dus een grote impact op de Magelhaenpinguïns. (bh)