Door de bevolkingstoename hebben mensenschuwe zoogdieren extra bescherming nodig.
Oost-Afrika staat bekend om zijn uitgestrekte reservaten vol grote zoogdieren, maar naarmate de bevolking en de bijbehorende veestapel groeien, krijgen veel dieren het daarbuiten steeds moeilijker. Een nieuwe rangschikking in ‘Journal for Nature Conservation’ geeft nu aan welke soorten het meest kwetsbaar zijn voor jagers en de vernieling van hun leefgebied.
Om deze lijst aan te leggen, wandelden de Amerikaanse bioloog Jason Riggio en zijn lokale collega Furaha Mbwilo 31 keer 12 kilometer door de Wami-Mbiki Wildlife Management Area in het oosten van Tanzania, waar de menselijke invloed aanzienlijk is, op zoek naar grote zoogdieren. Daarnaast vroegen ze aan de inwoners van 65 nabijgelegen dorpen welke dieren zij gezien hadden.
De alomtegenwoordige olifanten en impala’s vinden klaarblijkelijk vaak een manier om samen te leven met hun nieuwe buren, aldus de studie. Bavianen (die voedsel vinden op akkers en soms zelfs in huizen en winkels) en schuwe hoefdieren zoals duikers en koedoes (die zich doorgaans goed kunnen verbergen) bleken het zelfs naar hun zin te hebben waar mensen wonen.
Veel andere dieren, zoals giraffen, nijlpaarden, zebra’s en hyena’s waren er wel, maar bleken menselijke bewoning te mijden. Dat maakt het voor hen moeilijker om voedsel te vinden of zich te verplaatsen en dus hebben ze extra bescherming nodig, aldus de onderzoekers. Bedreigde soorten als neushoorns, jachtluipaarden en Afrikaanse wilde honden komen in de streek niet meer voor.