Bossen op de rand
22 november 2012 door DDCBomen overal ter wereld kunnen door een kleine toename in droogte in de problemen komen.
Of ze nu in het tropisch regenwoud groeien of in de Afrikaanse savanne: een kleine toename in droogte kan de meeste boomsoorten in de problemen brengen. Dat meldt een internationaal team wetenschappers in het vakblad Nature.
Het is niet min wat bomen klaarspelen: continu water uit de bodem soms tientallen meters omhoog transporteren, tot in de kruin. Dat transport verloopt via een netwerk van houtvaten, het xyleem. Verdamping van water langs poriën in de bladeren zorgt voor een zuigkracht die het transport aandrijft, een beetje zoals bij drinken met een rietje. Wordt het echter te droog, dan kan er lucht in het xyleem terecht komen. Als te veel houtvaten op die manier verstopt raken, zal de boom uiteindelijk afsterven.
De structuur van het transportsysteem verschilt tussen boomsoorten onderling, en bijgevolg is niet elke soort even gevoelig voor droogte. Een internationaal team wetenschappers ging voor 226 boomsoorten op 81 locaties in verschillende klimaatzones na hoe goed ze tegen droogte bestand zijn.
Zoals verwacht bleken soorten die in droge gebieden groeien over een droogtebestendiger transportsysteem te beschikken. Maar dat betekent niet dat ze minder kwetsbaar zijn. De wetenschappers stelden vast dat 70 procent van de 226 onderzochte boomsoorten, zowel in gebieden met veel als weinig regen, op het randje balanceert: bij een kleine toename in droogte kunnen er zich dodelijke hoeveelheden lucht in het transportsysteem ophopen.
Dat de meeste boomsoorten even kwetsbaar zijn, is niet onlogisch, zegt Steven Jansen, verbonden aan de Universität Ulm en een van de hoofdauteurs van de studie. ‘Bomen moeten kiezen tussen investeren in veiligheid bij droogtestress en optimaal groeien. Beide gaan niet samen. Bomen moeten een compromis zoeken en nemen daarbij risico.’
Van CO2-opslag naar CO2-bron
De resultaten van het onderzoek verklaren volgens Jansen waarom droogtestress niet alleen in droge gebieden tot bossterfte leidt. ‘In verschillende bossen in Europa zie je massale sterfte: onder meer in de Zwitserse Alpen, in het Bohemerwoud op de grens van Duitsland en Tsjechië, in Spanje, Italië en Kroatië. Ook in Canada, in de Rocky Mountains, in Senegal en het Amazonewoud is een hoge sterfte vastgesteld. Het gevolg is dat bossen meer CO2 gaan uitstoten dan ze opnemen. Ze worden een CO2-bron in plaats van een CO2 -opslagplaats. Er zijn goede bewijzen dat zo’n verandering zich al heeft voorgedaan in het Amazonewoud tijdens de droogte van 2005 en 2010.’
Toch waarschuwt Jansen voor apocalyptische scenario’s waarin alle bossen voor de bijl gaan. ‘Hoe een soort reageert op klimaatverandering en droogtestress, hangt niet alleen van de droogteresistentie van het watertransportsysteem af. Sommige soorten slagen erin met lucht gevulde kanalen weer in gebruik te nemen. Soorten zouden zich kunnen aanpassen door bijvoorbeeld dieper te wortelen, water op te slaan in stam of wortels of hun verspreidingsgebied aan te passen. Hoe het uiteindelijk uitdraait zal afhangen van de snelheid waarmee het klimaat verandert en de tijd die bomen nodig hebben om zich aan te passen.’