Duurzaam samenleven met everzwijnen? Dat is een steeds ontwikkelend proces waarbij mens en dier voortdurend samenwerken, leren en negotiëren. Zo kunnen we in de toekomst constructief omgaan met de uitdagingen van wilde dieren in Vlaanderen.
Foto boven: Everzwijnen aan het werk geweest. Foto: Ann Van Herzele
Het everzwijn (Sus scrofa) kende in de laatste decennia een opvallende toename in Europa, zowel in aantal als in verspreiding. Meerdere factoren zouden hier een rol spelen waaronder klimaatverandering en de ecologische gevolgen hiervan zoals een hogere vruchtproductie bij eik en beuk (Ledger et al. 2022, 52-55). Warmere winters met weinig sneeuw maken dat meer dieren overleven en zich razendsnel voortplanten. Verder verschaffen verstedelijking en intensivering van landbouw toegankelijke en rijke voedselbronnen zoals maïs.
In Vlaanderen dook het everzwijn terug op in 2006 na een afwezigheid van enkele decennia. Het aanvankelijke plan was om de toen nog kleine populaties volledig uit te roeien hetgeen enkele jaren later werd afgevoerd als onhaalbaar en onwenselijk. Sindsdien zijn (hoofdzakelijk in Limburg) de populaties everzwijnen sterk toegenomen en is het beheer ervan op allerlei gebieden, inclusief juridisch en organisatorisch, sterk geëvolueerd.
Wanneer everzwijnen wroeten, lijkt de grond wel volledig omgespit (zie foto). Op die manier maken ze open grond beschikbaar waarin allerlei kruiden, struiken en bomen kunnen kiemen en verspreiden, en waar insecten, reptielen en vogels voedsel vinden. Doordat ze grote kadavers open kunnen ritsen, bieden ze toegang aan andere dieren. Dat is natuurlijk goed voor de biodiversiteit. De keerzijde hiervan is dat zij met hun wroet -en vraatgedrag ook schade veroorzaken aan landbouwgewassen en tuinen.
Natuur en Bos (ANB) stelt op haar website dat het everzwijnenbeheer drie zaken nastreeft: schade voorkomen en beheersen, populatiebeheer en risicobeheersing van wildziekten en verkeersongevallen. Ook kan je er lezen wat je moet doen als een everzwijn je pad kruist. In samenwerking met ANB werkt het INBO een dashboard uit om data overzichtelijk te consulteren. Het plan van aanpak ‘Op weg naar een duurzame co-existentie met het everzwijn in Vlaanderen’ van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir streeft expliciet naar een duurzaam samenleven met het everzwijn.
Tegenstellingen in debat
In de voorbije jaren leidde de terugkeer van het everzwijn geregeld tot commotie, discussies en soms conflicten. In het kader van een EU-project werden de discussies op diverse media en fora, en in het Vlaams Parlement bestudeerd (Van Herzele et al. 2015, Van Herzele en Aarts 2019). Het onderzoek laat zien hoe deelnemers aan die fora de discussies voeren langs drie fundamentele tegenstellingen:
- de dieren horen thuis versus horen niet thuis in Vlaanderen of onze natuur;
- ze zijn nuttig en bieden kansen versus ze vormen een bedreiging;
- de natuur houdt zichzelf in evenwicht (of: interventie is ongewenst) versus wij moeten hun populatie (door bejaging) onder controle houden.
Deze tegenstellingen benadrukt men via allerlei strategieën hetgeen verdere polarisatie in de hand werkt. Het resultaat is dat de discussies zelf, onbedoeld, de partijen verder van elkaar brengen.
Het is bovendien opmerkelijk dat steeds weer dezelfde argumenten en tegenstellingen opduiken, ook bij andere terugkerende diersoorten, namelijk de vos en meer recent de wolf. Er is veel discussie binnen de eigen organisatie en in de eigen media (tijdschriften en websites) waar men nieuwe gebeurtenissen vaak zo interpreteert dat ze een versterking van de eigen visie vormen (Van Herzele et al. 2015). Mogelijks loopt hierdoor de communicatie met hen die een andere mening hebben moeizaam en mist men kansen om samen te werken. Alles bij elkaar is het belangrijk om te voorzien in passende platforms waarin alle betrokken actoren een stem krijgen, kennis uitwisselen, de eigen perspectieven verbreden en nieuwe ideeën en acties ontwikkelen.
Roep om duurzame co-existentie
Een klassieke aanpak in natuurbescherming wereldwijd is om wilde dieren strikt af te scheiden van mensen in beschermde zones. Internationaal pleit men steeds meer voor nieuwe strategieën die het samenleven (‘coexistence’, ‘cohabitation’) bevorderen van mensen en wilde dieren in gedeelde of overlappende ruimtes. Deze vereisen wederzijdse aanpassing door zowel mensen als wilde dieren, terwijl ze leren samenleven (Boonman-Berson et al., 2016). Maar hoe we zo’n wederzijdse aanpassing kunnen aanmoedigen blijft een omstreden kwestie (ibid).
Co-existentie is als concept aanvankelijk ontwikkeld vanuit een eenzijdige ‘conflictbril’ (bvb. schadeverwekker versus schadelijder) om daarna te evolueren naar een meer genuanceerde en diverse benadering van mens-dier relaties (Broz et al. 2021). Interessant in deze nieuwe benadering is de nadruk op co-existentie als een dynamisch en steeds ontwikkelend gegeven. Het vereist immers een voortdurende onderhandeling tussen individuele en institutionele actoren, waarbij men ook de betrokken dieren als actoren erkent.
Everzwijnen zijn net als mensen handelingsbekwame actoren die de affectieve, emotionele en materiële dimensies van het landschap en de alledaagse levens van mensen doorkruisen en veranderen (O’Mahony 2022). Om een grootschalige co-existentie te bereiken is participatieve besluitvorming nodig met heldere doelstellingen die vertrekken vanuit de huidige situatie, transdisciplinair onderzoek dat de onderliggende waarden, onderstellingen en bezorgdheden in kaart brengt, en voortdurende samenwerking en afstemming tussen onderzoek, beleid, praktijk en de brede bevolking (Marchini et al. 2021).
Denken als een everzwijn
Als wilde dieren zijn everzwijnen sterk afhankelijk van hun omgeving. Het is daarom een goed idee dat we vanuit het perspectief van everzwijnen naar die gedeelde omgeving kijken. Everzwijnen zijn van nature mensenschuwe, maar zeker ook zeer intelligente dieren met een lerend vermogen en ondernemen acties op basis van hun eerdere ervaringen. Ze kennen echter geen gedragscode en steken zomaar de weg over. En wanneer ze mensen gaan associëren met voedsel, kunnen ze hun schuwe gedrag verliezen en meer naar de stad trekken. Daarom is het belangrijk om hen te beschermen in het verkeer en hen zeker niet in de eigen tuin te voederen of voedselresten achterlaten.
Waar ruimte is voor everzwijnen kunnen we hun habitat beter geschikt maken en waar we daarentegen overlast verwachten, kunnen we akkers, tuinen en autowegen minder aantrekkelijk maken of dieren afschrikken. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek brengt in een nieuw rapport (Casaer et al. 2023) wetenschappelijke kennis en buitenlandse ervaringen met everzwijnen in stedelijk gebied samen, wat kan helpen voor een slimme aanpak.
ANB organiseert jaarlijks overlegvergaderingen voor terreinbeherende verenigingen en overheden, landbouwsector en jachtsector om afspraken te maken over het beheer van het everzwijn (preventie, jacht, gezamenlijke acties, enz.) in tien Vlaamse ‘faunabeheerzones’ (FBZ). Hierbij leent het gebruik van terreinkaarten zich tot een uitstekende participatieve tool. De grensgebieden tussen Vlaanderen en Wallonië, en tussen Limburg en Nederland vormen essentiële aandachtspunten die een specifieke aanpak vereisen.
Deelnemers aan de FBZ ondervinden een positieve impact op de samenwerking via relatie- en netwerkontwikkeling, kennisuitwisseling en sociale draagkracht. Om een duurzame sociale draagkracht te garanderen is het van belang dat de verschillende actoren een stem krijgen en de verdiende erkenning en waardering krijgen voor hun jarenlange inzet, betrokkenheid en engagement. Naast heel wat administratieve taken ontwikkelen de deelnemers bovendien ook concrete, creatieve oplossingen voor de praktijk rond preventieve maatregelen, communicatie en sensibilisering over schadepreventie, everzwijnbeheer, gezondheid en verkeersveiligheid.
Meer weten?
- Boonman-Berson S, Turnhout E, Carolan M (2016). Common sensing: Human-black bear cohabitation practices in Colorado. Geoforum 74: 192–201.
- Broz L., Arregui A.G., O’Mahony K. (2021). Wild boar events and the veterinization of multispecies co-existence. Frontiers in Conservation Science 2: 711299.
- Casaer J., Boone N., Pallemaerts L., Rutten A. (2023). Kennisintegratie: everzwijnen in verstedelijkt gebied. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
- Ledger S.E.H. et al. (2022). Wildlife comeback in Europe: opportunities and challenges for species recovery. London: UK, Zoological Society of London.
- Marchini, S., Ferraz, K. M. P. M. B., Zimmermann, A., Guimarães-Luiz, T., Morato, R., Correa, P. L., & Macdonald, D. W. (2019). Planning for coexistence in a complex human-dominated world. Human–wildlife interactions: Turning conflict into coexistence, 414-438.
- O'Mahony, K. (2022). Inhabiting Forest of Dean borderlands: Feral wild boar and dynamic ecologies of memory and place. Emotion, Space and Society, 45, 100902.
- Van Herzele A., Aarts N., Casaer J. (2015). Wildlife comeback in Flanders: Tracing the fault-lines and dynamics of public debate. European Journal of Wildlife Research 61(4): 539-555.
- Van Herzele A. Aarts N. (2019). Arguing along fault-lines: A rhetorical analysis of public divides over wildlife comeback. Conservation & Society 17(4).