De Thwaites-gletsjer, een uitzonderlijk brede ijsplaat die vanuit de West-Antarctische ijskap uitmondt in zee, staat op instorten. Als deze ijsmassa door aanhoudende opwarming zou verdwijnen, zijn de gevolgen nauwelijks te overzien.
Een hels gedruis uit het niets. Anno 2009 dobberde ik tijdens een expeditie in een rubberboot langs de kust van het Antarctisch Schiereiland toen wat verderop een stuk van een ijsmuur afscheurde en in het water verdween. Pure natuurkracht bij lichte vriestemperaturen, maar misschien minder onschuldig dan ik toen dacht. Twee jaar geleden was het er in dezelfde periode meer dan 18 graden warm.
Honderden kilometers zuidelijker op West-Antarctica ligt de Thwaites-gletsjer, ook wel eens de gletsjer van het laatste oordeel genoemd. Als deze ijsmassa door aanhoudende opwarming zou verdwijnen, zijn de gevolgen nauwelijks te overzien. Op lange termijn een stijging van de zeespiegel tot wel 5 meter en wereldwijd tientallen miljoenen mensen wier huizen weggespoeld worden. Niet alleen in kustgebieden, maar ook verder de rivierdelta’s in. Een onstabiel West-Antarctica is samen met de dooi van Groenland een van de zogenaamde kantelpunten van het klimaat. Ze zetten een proces in gang dat onomkeerbaar is.
Thwaites wordt op zijn plaats gehouden door een reusachtige ijsplaat met een gemiddelde dikte van 250 meter die zich tot 50 kilometer in de Zuidelijke Oceaan uitstrekt. Amerikaans wetenschapsjournalist Douglas Fox mocht mee met een team glaciologen. Met radars, sensors en robots brengen ze in kaart hoe de gigantische ijsplaat scheurt, wiebelt en verbrokkelt. In minder dan tien jaar zou ze kunnen uiteenvallen in een serie ijsbergen. Als de stop eraf gaat, krijgt de snel bewegende Thwaites-gletsjer vrije baan. Je leest Fox’ ijzige verslag verder in de nieuwe Eos.
Wie steekt er nog ongevraagd een sigaret op in aanwezigheid van anderen?
Volgens het klimaatakkoord van Parijs (2015) moet de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad blijven. Een rapport van het VN-milieuprogramma UNEP, dat net voor de klimaattop in Egypte verscheen, bestempelde dit jaar als een verloren jaar. Om Parijs enigszins te halen, moet de broeikasuitstoot tegen 2030 met 45 procent naar omlaag. Ook Vlaanderen is een slechte leerling. Vorig jaar rapporteerde het gewest aan Europa zelfs een stijging van de uitstoot met 4 procent.
Lange periodes van droogte gevolgd door zware regenval en overstromingen, uitzonderlijk warme herfstmaanden of verwoestende bosbranden in Zuid-Europa. Klimaatverandering was nog nooit zo voelbaar zo dicht bij huis. En dat maakt mensen extra angstig. Depressie als gevolg van klimaatangst is geen apart onderzoeksdomein, maar het zou onder klimaatpsychologie kunnen vallen. Maar deze nieuwe, nog niet door iedereen erkende discipline – psycholoog Gerdien de Vries spreekt van een geuzennaam – slaat eigenlijk op gedragsveranderingen die nodig zijn om milieubewuster en duurzamer te leven.
Dat is voor veel mensen moeilijker dan ze zouden willen. Ze hebben last van cognitieve dissonantie. ‘Er zijn veel argumenten om niet tot actie te hoeven overgaan, terwijl de meesten wel beseffen dat het niet nemen van eigen verantwoordelijkheid de aarde geen goed doet’, zegt De Vries, die het Energietransitie-Lab aan de TU Delft leidt. We hebben sociale kantelpunten nodig, zoals bij roken. Daar leidde een combinatie van strengere wetgeving en sociale druk van niet-rokers tot een echte gedragsverandering. Wie steekt er nog ongevraagd een sigaret op in aanwezigheid van anderen?