De Europese paling is ernstig bedreigd. Toch is hij nog steeds te vinden op menig menukaart. De contradictie kan niet groter zijn. De wetenschappelijke adviesraad ICES roept onder andere op de palingvisserij aan banden te leggen. Is een visserijverbod het antwoord? Anke de Sagher ging in gesprek met verschillende stakeholders en verzamelde bijna evenveel opinies.
Het is 1992. Ik ben 7 jaar en zit tegenover mijn vader in een donker restaurant in de Westhoek. Voor hem een bord dampende groene brij met brokken slang. Hij zegt dat het paling is, maar ik denk er het mijne van.
Als kleine meid was ik weinig te bekoren voor dit vreemde wezen dat zijn leven onderwater sleet, maar evengoed een aantal uur op land kon overleven. Mijn afkeer van toen is intussen omgeslagen naar een diepe fascinatie.
Recht uit het ei in de Sargassozee, legt hij als kleine wilgenbladlarve maar liefst 7000 km af, meegevoerd op de Golfstroom tot aan de kusten van West-Europa. Hij transformeert er tot glasaal en zoekt de zoetwaterstromen op, klaar om het vasteland in te trekken. Met wat geluk, overwint hij sluizen en stuwen en zoekt een plekje dat hij het zijne kan noemen.
Glasaal. Credit: INBO
In een beek, een rivier, een sloot vestigt hij zich. Hij is nu een heuse gele aal geworden, gespierd en niet langer doorzichtig. Solitair en honkvast is hij. Hij wijkt nauwelijks meer dan een paar kilometer af van zijn vaste stek.
Tot de tijd rijp is en het dier beslist terug huiswaarts te keren. Wanneer dat is, snapt nog steeds geen mens. Soms duurt het vijf jaar, soms dertig, maar plots is het daar: dat brandend verlangen naar de Sargassozee.
De laatste transformatie begint. De gele aal wordt zilveraal. Hij ontwikkelt zijn geslachtsorganen, verliest zijn maagzak en begint op zijn vetreserves aan zijn loodzware tocht huiswaarts, waar hij zich met zijn laatste krachten voortplant en sterft. Het is een tocht die wel anderhalf jaar kan duren.
Als hij het haalt, dan toch.
Onze Vlaamse wateren ontvangen vandaag namelijk nog slechts 2% van de glasaal in vergelijking met wat vóór 1980 onze rivieren optrok. Het is de reden dat het smalle visje als ernstig bedreigd geclassificeerd staat op de Rode Lijst van het IUCN. Aangezien de paling zich niet laat kweken in gevangenschap, is dat meteen ook het laatste station vóór de eindhalte ‘finaal uitgestorven’.
Eerder adviseerde het ICES, een Europese wetenschappelijke adviesraad, dat elke vorm van palingsterfte door menselijk toedoen naar nul herleid moest worden. In principe betekent dat het einde van de palingvisserij, zowel voor recreatieve als commerciële doeleinden. Het betekent ook het einde voor kwekerijen en glasaalbepotingen (het uitzetten van glasaal in een ander gebied dan waar ze gevangen werden, een methode waarvan het voordeel sterk betwist wordt).
Glasaalgoot waarin de jonge glasalen via borstels omhoog kunnen kruipen. Vervolgens worden ze opgevangen in een bak ter monitoring. De glasalen worden stroomopwaarts uitgezet. Credit: Pieterjan Verhelst
Een visserijverbod wordt momenteel nog niet doorgevoerd door het Europese beleid, maar kunnen we de paling wel redden zonder?
Ik contacteer Pieterjan Verhelst, aquatisch bioloog aan het INBO, en leg hem de vraag voor die me al weken parten speelt: hoe komt het dat een ernstig bedreigd dier als de paling nog steeds op ons bord belandt?
‘Volgens mij spelen er in Vlaanderen grotere problemen voor de paling dan consumptie’, merkt Verhelst op. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de populatie al stevig kan toenemen als we de migratiebarrières aanpakken en de waterkwaliteit verbeteren. Momenteel zijn in Vlaanderen nog steeds pompgemalen (hulpmiddel om water uit een gebied te pompen) in gebruik waar tot wel 97% van de voorbijgaande paling in mootjes gehakt er terug uit komt. Van de palingen die het wél overleven, is het nog maar de vraag of ze ernstig toegetakeld de Sargassozee kunnen bereiken om zich voort te planten. Dat kan anders.’
‘Bovendien moeten vissers verantwoording afleggen voor elke paling die ze vangen, terwijl die pompgemalen dat niet moeten. Die cijfers hebben we nochtans nodig om de urgentie van het probleem te schetsen’, voegt Verhelst nog toe.
Naast pompgemalen, moeten de Vlaamse palingen ook sluizen, waterkrachtcentrales, stuwen, dammen en turbines omzeilen om de zee te bereiken. Als ze er levend uitkomen, vertraagt dat op zijn minst hun migratietocht.
Bovendien zijn ze vaak al ernstig verzwakt door een leven in vervuild water vol PCB’s, dieldrin, dioxines, DDT’s en allerlei zware metalen. Veel van deze stoffen zijn al jaren verboden, maar blijven nog lang aanwezig in het milieu. Het water in Vlaanderen is zo smerig dat commerciële visserij hier al jaren verboden is. Aan recreatieve palingvissers wordt aangeraden de vissen niet te consumeren. Velen doen dat toch, met alle gezondheidsrisico’s vandien. Er is dan ook sprake van een terugzetplicht vanaf 2023.
Het saneren van rivierbeddingen en visvriendelijker maken van de vele migratiebarrières lopen niet van een leien dakje. Anno 2022 hebben onze Vlaamse vissen nog steeds 1755 vismigratieknelpunten te overbruggen. Ik vraag Verhelst hoe dat komt. ‘Geld wellicht', antwoordt hij. ‘Die barrières aanpassen is kostelijk. Maar de vraag is hoe betaalbaar het is om niets te doen.’
Kaart van de 1755 vismigratieknelpunten in de Vlaamse rivieren (juni 2022), waaronder sluizen, waterkrachtcentrales, watermolens, bodemplaten, duikers, sifons, stuwen, pompgemalen, terugslagkleppen en schotten. Bron: VMM
Het gebrek aan sense of urgency is iets waar ook Robin Verachtert, beleidsmedewerker bij Natuurpunt, om zucht: ‘Zowel migratieknelpunten als waterkwaliteit moeten dringend hoger op de agenda, maar momenteel toont Vlaanderen te weinig ambitie.’ Het is een probleem dat niet enkel in Vlaanderen leeft. Gans Europa kreunt.
Mede omwille van de moeizame beleidsaanpak, geven organisaties zoals Good Fish het advies geen paling meer te consumeren. Volgens Verhelst zal dit weinig bijdragen aan de teruggelopen populatie. ‘Ze belanden dan misschien niet in de pan, maar zolang migratieknelpunten en vervuiling niet aangepakt worden, slagen ze er toch nauwelijks in om bij te dragen aan de volgende generatie.’
Margreet Van Vilsteren van het Nederlandse Good Fish begrijpt Verhelsts bezorgdheid, maar is het niet met hem eens. ‘Die migratiebarrières houden ook niet alles tegen. Er is altijd een deel dat ontsnapt. Door minder te consumeren, wordt dat aandeel groter. En dat betekent meer palingen om te paaien.’
Ook Niki Sporrong van het Zweedse The Fisheries Secretariat denkt daar zo over. ‘Het klopt dat die barrières een topprioriteit zijn. Maar het gaat te traag. Na 15 jaar Europees beleid zien we nog steeds geen verbetering, hooguit een afremming’, zegt ze. ‘Een visserijverbod is nu de snelste manier om beleidsmatig het verschil te maken. De paling doet het momenteel zo slecht dat élke paling telt.’
‘Mensen denken dat de situatie nog wel meevalt omdat er nog zoveel zijn, maar dat is slechts een fractie van wat er ooit was’, vertelt Sporrong. Volgens haar vertegenwoordigde de paling ooit maar liefst de helft van de biomassa in de Europese wateren.
Dat lijkt overeen te stemmen met de jeugdherinneringen van een man die ik toevallig ontmoet aan een Meetjeslandse kreek. Hij vertelt hoe hij in de jaren ’60 graszoden in het Leopoldskanaal legde om de glasaal te helpen de kreken op te zwemmen. Vervolgens schudde hij om de paar uur diezelfde graszoden boven een emmertje uit om de glasaal op te vangen die erin omhoog kroop. ‘Ik heb daarmee een aardig zakcentje verdiend’, glimlacht hij. ‘Maar nu zijn ze weg. Er wordt nog wel eens wat uitgezet, maar dat is niets in vergelijking met de palingen die we hier vroeger hadden.’ Of hij daar verdrietig om is, vraag ik hem. ‘Het is een vergane glorie', zegt hij. ‘Maar alles verandert.’
Palingbelevingsplek in Sint-Laureins. Credit: Anke de Sagher
Die verandering is duidelijk voelbaar in deze streek. Ik bevind me in Sint-Laureins, een palingdorp te midden van de Meetjeslandse kreken. Vroeger was het hier een broeinest van palingrestaurants, maar die zijn één voor één vertrokken. Ik praat met Ronny De Wever, eigenaar van palingrestaurant Polderzicht en één van de laatste overblijvers. ‘De paling? Dat is de rode draad doorheen mijn leven. Het is mijn brood op de plank. Het is mijn boterham. Ik heb ervoor gezwoegd, ik heb er stormen voor doorstaan. En ik zou het zo opnieuw doen.’ De Wever bereidt paling in de keuken van het vroegere café van zijn ouders, dat intussen uitgegroeid is tot een heus restaurant. Waar vroeger zijn moeder al eens een sissende paling van één van de pintelierende vissers uit de pan schudde, serveert De Wever ze nu met tientallen per keer. Of hij bang is voor de toekomst, vraag ik hem. ‘Ik ben nu al 58 jaar. Ik ga bijna met pensioen. Mijn probleem zal het niet meer zijn, maar ik ben bang voor wat het met de streek zal doen.’
De Wever vertelt hoe hij samen met de Toeristische Raad van Sint-Laureins de streek nieuw leven in blies met het uitzetten van glasaal in de kreken, het promoten van het streekgerecht Sentse paling en belevingsmomenten aan de kreek. Daar komt ooit misschien een eind aan.
Volgens De Wever zijn de horeca en de visserijsector het slachtoffer van de illegale, Chinese glasaalsmokkel. Hij is teleurgesteld dat hij daar de gevolgen van draagt. ‘Het is zo al moeilijk om nog aan kwalitatieve, Nederlandse rivierpaling te komen. En dan is er in 2017 nog eens dat verbod gekomen. Drie maanden per jaar moet ik het nu rooien met kweekpaling of wat de leverancier me kan bieden van alternatieven. Ik had het natuurlijk liever anders gezien.’
De Wever heeft het over het Europese verbod op palingvisserij in de maanden september tot november, de migratiepiek van de zilveraal. Dat was een compromis nadat in 2017 de Europese Commissie geprobeerd had de palingvisserij te sluiten, maar de lidstaten het daar niet mee eens waren. Wat de Europese Commissie dit najaar voorstelt, is nog niet gekend, maar ze zoeken alvast manieren om beter te voldoen aan het ICES-advies.
‘Het is maar goed dat mijn kinderen andere interesses hebben’, zegt De Wever. ‘Ik vrees dat de palingsector voor hen niet meer rendabel zou kunnen zijn.’
Palingen in fuik. Credit: Pieterjan Verhelst
‘Natuurlijk zijn die mensen bang voor hun job', knikt Sporrong. ‘Maar als we nu niet alles op alles zetten, zijn er straks geen palingen meer over om nog een job mee uit te oefenen.’
Van Vilsteren deelt die mening: ‘Het feit dat er zoveel factoren spelen, maakt de situatie niet makkelijker. Maar op dit moment moeten we àlle factoren aanpakken, ook consumptie. En er zijn heus wel alternatieven. De rivierkreeft is een smakelijk beestje. Dat is een exoot in onze Nederlandse wateren, die ook met fuiken gevangen wordt. Misschien kunnen we tijdelijk onze pijlen hierop richten, tot het palingbestand zich hersteld heeft.’
Als de Europese palingvisserij sluit, betekent dat dan het einde van de Vlaamse palingtraditie? ‘Je kunt natuurlijk andere palingsoorten invoeren', zegt Verhelst. ‘Maar die zijn evengoed bedreigd. Dan verleg je gewoon het probleem.’ Bovendien is het maar de vraag hoe lokaal onze traditie momenteel nog is, nu we voor onze consumptie al volledig afhankelijk zijn van import.
‘Weet je, ooit zwom er Atlantische zalm in onze wateren. Mensen weten dat zelfs niet meer. Stel je voor dat de paling ook zo’n lot beschoren is. Dat zou ik vreselijk vinden’, sluit Verhelst af.
Of ik nu praat met een bioloog, een kok of een natuurorganisatie, allen willen ze maar één ding: de paling terug op de (menu)kaart krijgen. En dat het intussen vijf voor twaalf is, is schrijnend duidelijk.
Bioloog Pieterjan Verhelst aan het werk bij het zenderen van palingen. Credit: Pieterjan Verhelst
Meer weten?
- Hier vind je de Instagram-account van auteur Anke de Sagher waar ze onder de naam Gefascinatuurd funky natuurweetjes en boeiend leesvoer deelt over natuur & milieu
- Het boek van Patrik Svensson: ‘De lange weg naar huis, over een vader, een zoon en de paling’
- Zweedse reportage The Last Eel (met Engelse ondertitels)
- Powerpaling.nl, een website van Good Fish en RAVON om op eenvoudige en ludieke wijze de problematiek aan te kaarten
- Palingspel van UGent, INBO, SciMingo en LifeWatch, ook leuk om de problematiek aan kinderen uit te leggen
- EOS Blogs van bioloog Pieterjan Verhelst