Tien jaar geleden voer de Simon Stevin voor het eerst uit. Intussen heeft het Vlaamse onderzoeksschip 1.630 zeedagen en meer dan 150.000 kilometer op de teller. Aan boord bestuderen wetenschappers vervuiling, biodiversiteit en klimaatverandering.
Foto's: VLIZ
Er is geen vierkante kilometer van de Belgische Noordzee die de Simon Stevin nog niet heeft bevaren. Een decennium na zijn maidentrip heeft het onderzoeksschip talloze trajecten afgelegd, goed voor 153.633 kilometer. En telkens dienden die vaarten een doel: ze leverden tot op heden liefst 369 publicaties op, in diverse wetenschappelijke tijdschriften.
Dat is een mooi resultaat. Maar de rol van het onderzoeksschip is nog niet uitgespeeld. In 2021 riepen de Verenigde Naties het nieuwe decennium uit tot een tienjarige periode in het teken van een gezonde oceaan. De aarde warmt op, plastic afval is alomtegenwoordig en de biodiversiteit staat onder druk. Oplossingen voor die globale problemen liggen niet voor het rapen. Al is het onderhand wel duidelijk dat de oceaan er een sleutelrol in speelt.
In dit ‘oceaandecennium’ wordt de Simon Stevin aangewend om enkele planetaire en maatschappelijke vraagstukken onder de loep te nemen. Wetenschappers trekken zeewaarts, zetten experimenten op en analyseren de gegevens. Met hun bevindingen hopen ze beleidsmakers te adviseren en sturen.
Ontworpen voor ondiepe kustgebieden
De Simon Stevin is uitgerust met alle standaard staalnameapparatuur en met instrumenten waarmee experts de eigenschappen van het water en de zeebodem in kaart kunnen brengen. Fysische oceanografie, visserijonderzoek, mariene biologie, chemie en zelfs archeologie: het schip is voorzien voor onderzoek in al die disciplines.
De Stevin doet ook dienst als een testplatform voor nieuwe technologieën. En het vervult enkele Europese monitoringsopdrachten, zoals die van LifeWatch (biodiversiteitsonderzoek) en ICOS (metingen van broeikasgasbalans). De reder van de Vlaamse overheid VLOOT neemt de exploitatie en de bemanning van het onderzoekschip voor zijn rekening. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) coördineert het wetenschappelijke programma en beheert de onderzoeksapparatuur.
Mariene wetenschappers in België kunnen naast het Vlaamse onderzoeksvaartuig Simon Stevin ook een beroep doen op een ander volwaardig varend platform: het federaal onderzoeksschip Belgica. Maar waar dat schip zich grotendeels op volle zee begeeft, kan de Simon Stevin ook opereren in ondiepe kustgebieden en estuaria of riviermondingen. De Stevin is immers kleiner, wendbaarder en minder diep dan grote broer de Belgica. Dat laat wetenschappers toe om niet enkel op open zee monsters te nemen, maar hun onderzoeksgebied uit te breiden naar de contactzones tussen land en zee.
Voeren rivieren CO2, methaan en plastic zwerfvuil naar zee, of is het net andersom? En wat met de vissen en andere diersoorten die migreren tussen de landinwaarts gelegen waterlopen en het zoute nat? Hoe ervaren zij de barrières die er zijn?
In het Belgische deel van de Noordzee, de Westerschelde en verschillende rivieren en kanalen installeerden wetenschappers van het INBO, de UGent en het VLIZ vier sensornetwerken die gezenderde vissen en andere grotere organismen detecteren en registreren. Momenteel bestaat het netwerk uit 118 actieve ontvangers.
Samen met de data verzameld vanaf de Simon Stevin kunnen onderzoekers exact achterhalen waar een vis zich op een gegeven moment in de tijd bevindt. De analyses geven inzicht in de trekpatronen van kwetsbare soorten als paling, fint of kabeljauw.
De Simon Stevin is een stuk kleiner, wendbaarder en minder diep dan grote broer Belgica
Officieel meetstation
In navolging van de doelen die de Verenigde Naties uitstippelden, wil ook Europa zijn rivieren en zeeën properder en biodiverser maken. Heel wat zwerfvuil uit het achterland komt terecht in rivieren. Een ander deel van het plastic afval wordt rechtstreeks in zee gedumpt. Waar ligt nu het grootste probleem? En hoe zit het met de uitwisseling van dat afval van zee naar land en omgekeerd? Op die vragen hebben we nog geen sluitende antwoorden.
Wetenschappers aan boord van de Simon Stevin onderzoeken die vervuiling. Zowel in de Schelde als in de Belgische Noordzee monitoren ze macro- en microplastics. Met diverse netten vangen ze plastics tot 100 micrometer klein aan het wateroppervlak en dieper in de waterkolom. Grotere stukken vissen ze op met een grote metalen kooi, die vanaf de achtersteven met een kraan op de rivierbodem wordt geplaatst. Wetenschappers filteren de monsters aan boord van de Stevin en sturen die vervolgens naar het lab voor analyse.
Ook de effecten van de klimaatverandering worden onderzocht. Om te begrijpen hoe de planeet reageert op de verhoogde CO2-uitstoot, zijn metingen cruciaal – in de lucht, maar ook in de zee en in rivieren. De Simon Stevin is door het International Carbon Observation System (ICOS) erkend als een officieel meetstation vanwaaruit wetenschappers de broeikasgasbalans van het Europese continent en zijn zeeën opvolgen.
Ga zelf aan boord
Dit jaar blaast de Simon Stevin tien kaarsjes uit. Om zijn kristallen jubileum niet onopgemerkt voorbij te laten gaan, organiseren het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en VLOOT van 21 tot en met 27 november de Expeditie Simon Stevin. Zeven dagen lang varen wetenschappers van Oostende via de Belgische Noordzee en de Westerschelde naar Antwerpen. Onderweg maken ze volop gebruik van de infrastructuur en technologie aan boord van het schip.
Op zondag 27 november, tijdens de Dag van de Wetenschap, meert de expeditie aan in Antwerpen. Dan krijg je de kans om aan boord te gaan van het schip, de wetenschappers te ontmoeten en te ontdekken welk onderzoek ze voeren. Via interactieve standen en demo’s kom je meer te weten over het actuele onderzoek naar klimaatverandering, plasticvervuiling en biodiversiteit. Sorteer zelf plastic dat is opgevist uit zeeën en rivieren. Leer wat een toename aan broeikasgassen in de atmosfeer doet met de zee en zijn bewoners. Bemonster plankton en bekijk het onder de microscoop. Een unieke kans om te ondervinden hoe het is om te leven en te werken op een onderzoeksschip.
Meer informatie over het bezoek tijdens de Dag van de Wetenschap vind je hier.
Je kan de RV Simon Stevin ook digitaal verkennen, via de 360° virtual tour.
Vóór 2000 konden wetenschappers enkel een beroep doen op de RV of research vessel Belgica. En ze moesten geluk hebben: door de hoge vraag naar scheepstijd en de vele campagnes buiten de Noordzee was het schip vaak voor lange periodes niet beschikbaar.
In 2000 kwam daar verandering in met de RV Zeeleeuw. Maar dat schip had al een zekere leeftijd. En het was geen onderzoeksschip pur sang, aangezien het oorspronkelijk was ontworpen als loodsboot. Het was dus niet aangepast aan de noden van het marien onderzoek. Om die redenen liet de Vlaamse overheid met de RV Simon Stevin een nagelnieuw en multidisciplinair onderzoeksschip bouwen.
Op basis van een bevraging van de wetenschappers koos ze daarbij voor een ondiep liggend vaartuig, ideaal voor kustgebonden zeeonderzoek in de zuidelijke bocht van de Noordzee en het oostelijk deel van het Kanaal. De doop volgde op 13 september 2012. Het vaartuig kreeg niet toevallig de naam van de Vlaamse natuurkundige, wiskundige en ingenieur Simon Stevin (1548-1620), de man die de zeilwagen ontwierp en onder meer water- en windmolens bouwde.