Dieren stelen van bacteriën

25 november 2014 door Eos-redactie

Dieren verdedigen zich met de hulp van bacteriegenen tegen ziekteverwekkers.

Bacteriën bestrijden elkaar met gifstoffen, die ze in hun rivalen injecteren. De genen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van die gifstoffen komen ook in meercellige dieren voor, melden Amerikaanse onderzoekers in het vakblad Nature.

De wetenschappers ontdekten bij het doorzoeken van genoomdatabanken toevallig dat genen waarvan werd aangenomen dat ze enkel in bacteriën voorkwamen, ook in dieren te vinden zijn. De genen hebben de sprong van bacterie naar dier gemaakt via een proces dat bekend staat als horizontale gentransfer. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij zogenoemde endosymbiose, wanneer een organisme leeft in het lichaam of in de cellen van een andere organisme, en cellen dus in nauw contact met elkaar komen.

Horizontale gentransfer komt vaak voor tussen bacteriën onderling, maar dat genen de sprong maken naar complexere organismen is zeldzaam. De wetenschappers vonden de genen onder meer terug in schorpioenen, krabben, teken en mijten.

Een gemeenschappelijke voorouder van de teken en mijten zou het gen zo’n 400 miljoen jaar geleden hebben verworven. In de hertenteek, berucht als verspreider van de ziekte van Lyme, zou de gifstof waarvoor het gen codeert helpen om de bacterie die de ziekte veroorzaakt onder controle te houden. (ddc)