Dino's plantten zich voort in Noordpoolgebied

Zowel planten- als vleesetende dino-soorten overleefden niet alleen in arctische gebieden, ze plantten zich daar ook voort. Dat blijkt uit nieuw onderzoek aan de University of Alaska.

Beeld: Een van de ‘pooldino-soorten’ is deze tyrannosaurusvariant Nanuqsaurus. (© James Havens)

Lange tijd ging men ervan uit dat dinosaurussen niet voorkwamen in polair koude gebieden omdat ze daar niet konden overleven. In de jaren 50 van de vorige eeuw ging deze theorie op de schop, met de vondst van dino-overblijfselen op ijzige hoge breedtegraden. De nieuwe hypothese was wel dat het enkel ging om dino’s die er weleens voorbijkwamen. Maar nieuw onderzoek onder leiding van de wereldvermaarde autoriteit Patrick S. Druckenmiller (University of Alaska) werpt daar een baanbrekend nieuw licht op.

Blijkt namelijk dat verschillende dinosoorten niet alleen overleefden in het hoogste noorden, ze plantten zich daar ook voort. Concreet in het gebied dat we vandaag kennen als Noord-Alaska. ‘Als je die stelling tot nog toe poneerde’, stelt paleontoloog-geoloog Druckenmiller, ‘kreeg je altijd weer dezelfde vraag: hebben jullie eieren gevonden die dat bewijzen? Nee, maar wij zijn op iets veel beters gestoten: baby-dino’s.’

Beenderen en tanden van babydino’s, aangetroffen in de Prince Creek-formatie. Ter inschatting: het muntstuk heeft een diameter van 19 mm. (© Patrick Druckenmiller)

Geen integrale skeletten, voor een goed begrip, maar overblijfselen uit de zogenoemde perinatale fase: o.a. beenderen en tanden die dateren van net voor of na het uitkomen van het ei. ‘Niet van één of twee soorten’, vult Druckenmiller aan, ‘maar van voorlopig minstens zeven.’ Waaronder zowel herbivoren (‘vogelbekdino’s’, gehoornde Ceratopia…) als vleeseters (Tyrannosaurussen e.a.).

Die dus allemaal overleefden én zich voortplantten in het meest noordelijk gelegen gebied dat ooit gelinkt is aan dino-leven. De omstandigheden in dat gebied zijn bar: een gemiddelde jaartemperatuur van amper zes graden Celsiusen met vier wintermaanden in volslagen. ‘En dat werpt meteen de volgende uitdagende vraag op’, stelt co-auteur en paleobioloog Gregory Erickson (Florida State University). ‘Welke unieke manieren hebben zij ontwikkeld om het te redden in deze barre omstandigheden, met de bijhorende voedselschaarste?’