In De ontdekking van de natuur traceert Hans Mulder waar en wanneer waarneming en twijfel mythes over onbestaande dieren hebben verdrongen.
Het in 1838 opgerichte genootschap Natura Artis Magistrata, waar ook de Amsterdamse dierentuin Artis onderdeel van is, verzamelde door de jaren heen wetenschappelijke collecties over ontdekkingen in de biologie. Via een omweg kwamen ze terecht bij de Universiteit van Amsterdam, waar historicus Hans Mulder als conservator werkzaam is. Hij selecteerde de interessantste verhalen en prenten uit de collecties voor dit rijk geïllustreerde boek.
Elk van de twintig hoofdstukken zoomt in op een thema. Anekdotes omringen de prachtige illustraties gemaakt tussen 1500 en 1900. Mulder laat je kijken naar bacteriën door het zelfgemaakte microscoopje van Van Leeuwenhoek, neemt je mee op wereldreis met Magellaan en toont hoe exotische vogels de fantasie van de 18de-eeuwse Europeanen op hol lieten slaan. Daarbij valt op hoe de mens steeds meer een wetenschappelijk bewustzijn ontwikkelde. Dat kwam niets te vroeg: aan het begin van de 18de eeuw verschenen nog wetenschappelijke publicaties over draken.