Duidelijker bewijs dat het poolijs smelt
29 november 2012 door Eos-redactieSinds 1992 heeft smeltend poolijs in Groenland en Antarctica de zeespiegel 11 millimeter doen stijgen.
Bijna overal aan de polen smelten de ijskappen. Dat meldt een internationaal team wetenschappers in het vakblad Science, op basis van een combinatie van verschillende meettechnieken en data van tien satellieten.
Sinds 1992 heeft smeltend poolijs in Groenland en Antarctica de zeespiegel 11 millimeter doen stijgen. Tweederde van het verlies werd op Groenland opgetekend, de rest op Antarctica.
Op basis van oudere gegevens en schattingen was niet helemaal duidelijk in welke regio's de ijskappen smolten dan wel aangroeiden. De wetenschappers combineerden nu een grotere hoeveelheid data om vast te stellen hoe de ijsmassa evolueerde in Groenland, in Oost- en West-Antarctica en op het Antarctisch Schiereiland. Enkel in Oost-Antarctica blijkt de ijskap nog te zijn aangegroeid, terwijl ze op alle andere plaatsen is geslonken.
Uit de analyse blijkt verder dat de snelheid waarmee dat gebeurt, toeneemt. De ijskappen in Groenland en Antarctica smelten momenteel drie keer sneller dan in de jaren 1990.
Volgens Phlippe Huybrechts, glacioloog verbonden aan het Departement Geografie aan de Vrije Universiteit Brussel, is de nieuwe studie belangrijk omdat ze een synthese maakt van alle beschikbare methodes om de evolutie van de ijskappen op de polen in te schatten. ‘Je kan de massa van ijskappen onder meer achterhalen door de hoogte te meten met radars of lasers, door te kijken hoeveel sneeuw er valt en hoeveel water er wegstroomt, of door veranderingen in de zwaartekracht van de aarde te bestuderen. Elke technieken heeft tekortkomingen en vereist dat je bepaalde aannames doet. Door al die methodes te combineren en gegevens voor lange periodes te bestuderen, hebben de auteurs van deze studie de onzekerheid over eerdere schattingen verkleint. Ze bevestigt het massaverlies van de Groenlandse ijskap en toont aan de Oost-Antarctische ijskap lichtjes aangroeit, terwijl de West-Antarctisch minder ijs verliest dan in sommige studies werd aangenomen.’ (ddc)