Volgens oceanoloog Jan Stel is de coronacrisis een voorproefje van wat ons te wachten staat in het komende decennium, waarin de klimaatverandering om krachtdadige oplossingen vraagt en een duurzaamheidstransitie.
Beeld: De opwarming van de aarde in 2020. © Copernicus.
De auteur schrijft in eigen naam. Hij is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
Evenals voor bijna voor iedereen, waren de feestdagen heel rustig. Er was geen kerstavond met de Vlaamse familie. Wel werd er uitvoerig geappt en getelefoneerd met de Vlaamse en Nederlandse familie. Gelukkig is er wel licht aan het einde van de tunnel. Maar dat neemt niet weg dat we nog steeds met zijn allen, behalve de vakantiegangers en lockdownfeestvierders dan, nog wel degelijk in die tunnel zitten. We zijn er nog niet, maar we komen er wel.
Als eerste kwam het innovatieve, Duitse bedrijf BioNTech met een vaccin. Op de website van het in 1970 opgerichte bedrijf van Özlem Türeci en Ugur Sahin staat te lezen dat men werkt aan ‘Het inluiden van een nieuw tijdperk van kankermedicijnen’. Ze kozen bewust voor een andere aanpak waarbij ze, met een internationaal wetenschappelijk team, al jaren met mRNA werken. Die aanpak leidde tot hun vaccin dat uiterst doeltreffend is. Om de productie ervan te vergroten werken ze samen met Pfizer, de één na grootste farmareus ter wereld.
Als ik dit schrijf zijn we in België net de trieste kaap van 20.000 doden gepasseerd, is de nieuwe Engelse variant begonnen aan een onstuimige opkomst. Ik maak me zorgen om de aanpak in mijn geboorteland Nederland en de mensen die blijven weigeren aan anderen te denken en te geloven in de wetenschappelijke aanpak van dit mondiale probleem. De Antwerpse rechters vellen ondertussen een niet mis te verstaan vonnis over een twintigtal, egoïstische feestvierders.
2020 markeert meer dan een coronagrens
Het is zondermeer een van de belangrijkste successen van de medische wetenschap om op zo’n korte termijn met een reeks nieuwe vaccins te komen. Bizar blijft dat er al jaren werd gewaarschuwd voor de mogelijkheid van een nieuw virus. Nog bizarder is dat er al decennialang wordt gewaarschuwd voor de vervuilende keerzijde van de al twee eeuwen oude Britse industriële revolutie: klimaatverandering en een dramatisch verlies aan biodiversiteit.
Het aantal hittegolven viel me dit jaar, vergeleken met 2019, wat tegen. De intensiteit ervan niet. 2020 was, samen met 2016, weer het warmste jaar ooit. Een gedeelde plaats, maar er wordt een beetje ‘vals’ gespeeld omdat er in 2016 een El Niño was. Door dit natuurverschijnsel loopt de temperatuur altijd iets op, terwijl de temperatuur wat daalt als er een La Niña is. Dat is nu het geval. Het ligt voor de hand dat dit jaar ook wel weer ‘het warmste jaar ooit’ zal worden.
De coronacrisis – het is algemeen geaccepteerd dat dit een crisis is – zorgde door de vermindering van de economische activiteiten, tot een daling van de CO2-uitstoot van 7%, voor schone luchten tijdens de eerste lockdown, voor minder verkeersslachtoffers, enz. Toch bleef de vervuilende CO2 zich in de atmosfeer en oceaan, opstapelen. In het afgelopen jaar piekte de CO2-concentratie in mei op 417,10 ppm. De algemene stijging bedroeg ruim 2 ppm ten opzichte van 2019. Op oudjaarsavond was de score 415 ppm. Dit jaar passeren we een symbolische grens, wanneer de uitstoot blijvend boven 417 ppm, de helft meer dan aan het begin van de Britse industriële revolutie, ligt.
De Britse meteorologische dienst voorspelt dat de CO2-concentratie in 2021 blijvend de helft meer zal zijn als aan het begin van de Britse industriële revolutie. © Met Office.
Toch is 2021 ook weer een cruciaal jaar, omdat de uitgestelde klimaattop van 2020, nu wel plaats zal vinden. In november moeten de landen hun bijgestelde ambities publiceren. Hoopgevend is de trend die in 2020 op gang kwam, waarbij steeds meer landen mikken op een nul uitstoot in 2050. Ook de Europese Green Deal is een zij het nog wat eenzaam baken van hoop op verandering, van een transitie naar een meer duurzame wereld. In Vlaanderen zal er echter nog heel wat water door de Schelde stromen voor men de urgentie inziet.
Een jaar geleden waren we in de ban van de gigantische bosbranden in Australië. De vele bosbranden daar, maar ook in het Amazonegebied en Californië, kleurden onze tv-schermen rood. De wereld staat in brand zoals de bevlogen kimaatactiviste Greta Thunberg in vele, emotionele toespraken heeft gezegd. Het bericht dat de pinguïns op Antarctica de warmste zomer ooit meemaakten zorgde voor weinig opwinding. De ongekend hoge temparturen in het Noordpoolgebied, de bosbranden in Siberië en 29 hurricanes in het Atlantische gebied, onderstrepen dat de klimaatverandering verder evolueert. Er is, evenals bij de coronacisis, maar één oplossing: ingrijpen voor het te laat is.
Ook in 2020 bleef de CO2 zich opstapelen in de atmosfeer en de oceaan. Dat leidde tot het zoveelste jaarlijkse, nieuwe record en het doorzetten van veranderingen in de oceaan. In 2020 steeg de gemiddelde temperatuur op aarde met 1,25 °C ten opzichte van de pre-industriële periode. Zo komen we al gevaarlijk dicht bij de doelstelling van 1,5 °C van het Parijs-klimaatakkoord, dat net vijf jaar oud is. Maar in de oceaan tekenen zich de veranderingen ook steeds duidelijker af. Voortschrijdende verzuring en opwarming zijn de belangrijkste. Het gevolg ervan is dat ecosystemen veranderen, dat de biodiversiteit wordt aangetast, dat visgronden zich verplaatsen, enz. Alles komt uiteindelijk als een boemerang terug.
Gaat de motor van het klimaat haperen?
Het klimaat op aarde wordt vooral bepaald door de oceaan die ruim 90% van alle extra warmte opneemt. Gebeurde dat niet, dan zou de opwarming allang ver voorbij de klimaatdoelstelling van het Parijs-akkoord zijn geweest. Deze warmteopname is een nauwkeurige graadmeter van klimaatverandering. En de rivieren in en aan het oppervlak van de oceaan, verspreiden die warmte over de planeet. Hierdoor is die bewoonbaar.
Eind vorig jaar verschenen er een aantal studies waaruit zonneklaar blijkt dat er zich grote veranderingen in de oceanische ruimte afspelen. Eén ervan heb ik al besproken onder ‘De klimaatopwarming heeft nu ook de diepzee bereikt’ in het ‘Wetenschapsjaar 2020 volgens onze Raad van Advies’, van Eos. Dat ging over de nieuwe cijfers van de Earth Energy Imbalance. Hieruit blijkt dat de opwarming van de planeet steeds verder in de diepzee doordringt. Ook wordt nog eens duidelijk dat de bufferende rol van de verzurende oceaan cruciaal is.
Wat die verzuring betreft publiceerde Tom Iwanicki in Turning up the lights het effect van de verzuring van de oceaan op het leven erin. Die verzuring is het gevolg van de CO2-opname.
Als de uitstoot van fossiele brandstoffen doorgaat, zal de gemiddelde pH tegen 2100, dalen van 8,1 naar 7,7. Dat heeft grote gevolgen voor het leven erin. Hierbij wordt vaak gedacht aan het oplossen van de schalen van micro-organismen of riffen. Maar die door de CO2-vervuiling veroorzaakte verandering gaat veel verder en raakt ook het leven in de diepzee.
Omdat het zonlicht maar tot zo’n 200 meter in de zee doordringt, speelt dat leven zich af in een eeuwige duisternis. Ook is het moeilijk te bestuderen omdat we nog maar net beginnen te beschikken over de technologie om de diepzee echt te verkennen. (zie artikel in Eos van februari 2021 over De Schemerzone). Driekwart van de diepzeedieren hebben zich aangepast door de ontwikkeling van bioluminescentie. Zo gebruikt de vuurvlieginktvis (Watasenia scintillans) bioluminescentie voor de onderlinge communicatie. Lantarenvissen gebruiken het dan weer om hun prooi te vangen. Uit het onderzoek blijkt dat de verzuring de bioluminescentie aantast.
Onderzoek in zowel het Artische als Antarctische gebied in het afgelopen decennium laten zien dat de klimaatverandering grote gevolgen heeft voor het leven in de Zuidelijke Oceaan. Onderzoekers onder leiding van het beroemde, Duitse Alfred-Wegener-Institut, Helmholtz-Zentrum für Polar- und Meeresforschung (AWI), hebben een overzicht gemaakt van de veranderingen in het land van de pinguïns. Opwarming van zowel de omringende oceaan als het continent zelf, leiden tot een reeks van veranderingen. Het opvallendst zijn de gigantische ijsbergen die van het Antarctisch Schiereiland afbreken. Wat het zeeleven betreft zijn er winnaars en verliezers. Sommige dieren zoals sponzen passen zich snel aan de veranderende omstandigheden aan. Andere zoals pinguïns, doen dat niet.
Wat het Arctisch gebied betreft toont Takamasa Tsubouchi in Nature Climate Change van 22 november 2020 aan dat in de periode 1993-2016 het warmtetransport naar de Noorse Zeeën en de Arctische Oceaan sterk is toegenomen. Dat heeft er vervolgens toe geleid dat het zeeijs steeds verder smelt, waardoor het gebied wordt opengelegd voor menselijke activiteiten en een speelbal kan worden van geopolitieke belangen. De gevolgen voor het ecosysteem werden binnen het internationale MOZAiC-programma gedurende één jaar met de Polarstern, die zich liet invriezen en zo met het pakijs meedreef, onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend. Andere signalen zijn het afsmelten van de Groenlandse IJskap en de al genoemde branden in Siberië.
De vraag is: waar gaat dit naar toe? Om hier een indruk van te krijgen wordt steeds meer gekeken naar geologische informatie uit vervlogen tijden. Uit paleoklimatologisch onderzoek van Jordan Abell dat onlangs in Nature werd gepubliceerd, blijkt dat een verplaatsing van de westenwindgordels in de richting van de poolgebieden, zeer waarschijnlijk is. Dat was ook het geval in de warmste periode van het Plioceen zo’n 3-3,3 miljoen jaar geleden. Toen was gemiddelde temperatuur op aarde circa 2-4oC hoger en was het CO2-gehalte in de atmosfeer vergelijkbaar met die van nu. Het grote verschil is echter dat we toen met natuurlijke klimaatveranderingen te maken hadden die relatief langzaam verlopen. Maar nu gaat het om snelle door de mens veroorzaakte veranderingen die ongezien zijn in de geschiedenis van de planeet. Het lijkt erop dat we de klok terugdraaien met een nooit geziene snelheid. En daar komen brokken van.
We staan op een keerpunt
Het afgelopen decennium wordt soms het klimaatdecennium genoemd. Het is zonder meer waar dat de aandacht voor het klimaat sterk is toegenomen. Katalysatoren hierbij waren vooral het klimaatakkoord van Parijs en de niet aflatende protesten van scholieren. Gerta Thunberg werd een icoon. De bekende Emissions Gap Reports van UNEP laten jaarlijks zien hoe we er voor staan. Ze geven een duidelijk signaal van het politieke speelveld en de ruimte die er nog is om binnen de afspraken van het Parijs-klimaatakkoord te blijven.
Uit het deze week gepubliceerde rapport The Climate Decade: Changing Attitudes on Three Continents, blijkt dat er in het afgelopen decennium wel degelijk een consensus is ontstaan dat we iets aan het klimaat en het milieu moeten doen. De bereidheid om daar voor te betalen is ook sterk toegenomen. Uit hetzelfde rapport blijkt ook dat het beleid in de VS achterbleef bij wat de bevolking wil. De destructieve gevolgen van de narcistische en nationalistische president Trump zijn manifest. Het is algemeen bekend en wetenschapppelijk onderbouwd dat rechtse nationalisten weinig op hebben met de klimaatproblematiek. Ze steken liever hun kop in het zand.
Volgens het Wereld Economisch Forum tekent er zich echter ook wel degelijk een verandering af in de houding van grote bedrijven en banken ten opzicht van het klimaat. Acties van de media om de problematiek onder de aandacht te brengen en te pleiten voor het niet meer investeren in de fossiele brandstoffensector, hebben wel degelijk effect. Maar het gaat langzaam. Dat ontdekte ik toen ik in Puurs meewerkte aan het nieuwe Energie- en Klimaatplan 2030. De gemeente ging ruim een jaar geleden al in op het voorstel om een verhoogde, meer realistische doelstelling na te streven. Een aantal grote internationale bedrijven onder leiding van Peleman Industries, die vervuilende plastiek producten maakt, echter niet.
De coronacrisis sloeg in 2020 hard toe. Op de dashbord van de John Hopkins Universiteit in de VS, kunnen we zien dat het aantal besmettingen ruim 91 miljoen is en het aantal doden bijna 2 miljoen. Een simpel virusje beheerst nu ons leven. Maar ondertussen is de wereldbevolking weer met circa 81 miljoen mensen toegenomen. Over twee jaar passeren we de acht miljard en over tien jaar zijn we al met ruim 8,5 miljard mensen. De bevolkingsexplosie sinds 1950 is een van de sterkste drijfveren van de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit.
Het komende decennium is cruciaal voor onze wereld. Maar niet voor de planeet, want die kan prima zonder ons. Elk jaar telt nu om de transitie naar een meer duurzame wereld in te zetten en vorm te geven. De technologie, die het klimaatprobleem mede mogelijk heeft gemaakt, kan ons zeker helpen in die transitie. Maar we zullen het zelf op alle niveaus van mondiaal tot in je dorp, gezamenlijk moeten en willen doen. Hiervoor zijn visie, politiek wil en solidariteit nodig. Dat zal de grote uitdaging van het komende decennium zijn.
De corona pandemie is slechts een niet eenvoudig voorproefje geweest. Het is ook een goed voorbeeld van wat er tijdens een dergelijke crisis gebeurt. Zo zijn er altijd mensen die tegen zijn. Er is voldoende wetenschappelijk advies voor doortastende regeringen. En er zijn geavanceerde technologische oplossingen. Andere ingrediënten zijn tegenwerking, politieke spelletjes maar ook solidariteit, enz. Dat alles speelt ook bij het veel complexere en meer bedreigende probleem van de klimaatverandering waar we al middenin zitten. Toch zijn er zoals ik al aangaf, veel signalen van verandering en hoop. Ik verheug me nu al op een gesprek met onze kinderen en kleinkinderen in 2030, waarin ze me vertellen hoe we dat gefikst hebben.