Extra zuurstof zette deur open voor metershoge varens
12 juli 2017 door SSTEen van de vroegste meercelligen op aarde was voor haar groei zeer sterk afhankelijk van de voedingsstoffen in de oer-oceanen.
Tijdens het ediacarium, een geologisch tijdperk dat zich ongeveer van 635 tot 541 miljoen jaar geleden afspeelde, werden de oceanen bevolkt door rangeomorfen. Uit hun fossielen kunnen we aflezen dat dit eenvoudige meercellige organismen waren – een mengvorm tussen planten en dieren – die uit een wirwar van vertakkingen bestonden. Een beetje zoals varens. Het bijzondere echter is dat sommige rangeomorfen zeer klein bleven, niet groter dan enkele centimeter, terwijl andere onder water uitgroeiden tot metershoge exemplaren.
Britse en Japanse biologen hebben nu ontdekt hoe dat kwam. Uit fossielen gevonden voor de kusten van Newfoundland, Australië en Engeland konden ze aflezen dat ten tijde van het ediacarium de chemische samenstelling van de wereldzeeën gevoelig veranderde. Niet alleen verschenen er op vele plaatsen zuurstofrijke wateren, ook nam de concentratie van andere nutriënten gevoelig toe.
De vorsers zagen dat rangeomorfen die vlak onder een zuurstofrijke waterlaag groeiden, gemakkelijk twee meters kaarsrecht naar boven konden groeien. Volgens de biologen is het een van de weinige voorbeelden in de paleontologie waarbij er zo’n directe relatie tussen voedingsstoffen en lichaamsgroei bestaat.
Na het ediacarium kwam de zogenaamde Cambrische explosie, toen de eerste voorouders van de échte dieren het levenslicht zagen. De rangeomorfen waren toen al uitgestorven. Waarom is niet meteen duidelijk.
Bron: Jennifer Hoyal Cuthill, University of Cambridge, VK in Nature Ecology and Evolution