‘Maak je groot, maak je groot! Niet te veel druk zetten Marlies... Aansluiten Karel... Ze zijn niet van plan mee te werken, jongens.’ Achter mij in de kano geeft Stijn Rotthier instructies aan zijn collega’s in de andere bootjes. ‘Ze’, dat zijn de Canadese ganzen die we langzaam insluiten en richting oever drijven.
‘Kijk, die heeft de leiding.’ Stijn wijst op een vogel die net wat alerter dan de andere om zich heen kijkt. Uiteindelijk lijkt het de ganzen toch het beste om aan land te gaan. Een fatale vergissing. Achter hen klapt de kooi dicht.
Eerder die ochtend heb ik afgesproken met de ploeg van vzw Rato en bioloog Tim Adriaens van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in de prachtige Scheldemeersen in De Pinte bij Gent. In de vroege ochtendzon spurt een haas weg, de wielewaal zingt, een koekoek vliegt voorbij... Een prachtige dag om ganzen te verdelgen.
Halve kilo mest
Op de vijver voor ons dobbert een zestigtal Canadese ganzen. Een idyllisch tafereeltje zowaar. Maar die Canadese ganzen – vandaag doorgaans ‘de Canadezen’ genoemd – vormen een probleem. Zoals haar naam aangeeft, komt de Canadese gans hier oorspronkelijk niet voor. Ze staat te boek als ‘invasieve exoot’.
De exoten brengen de biodiversiteit in het gedrang. Ze concurreren om voedsel en ruimte met andere, overwinterende ganzensoorten
Ontsnapte siervogels hadden het in het wild prima naar hun zin. Vogelliefhebbers spotten in 1973 het eerste koppeltje dat in het wild broedde. Sindsdien is de populatie fors gegroeid, volgens de cijfers van het INBO tot tien- à vijftienduizend exemplaren. Dat brengt overlast mee. De ganzen doen zich te goed aan graslanden en landbouwgewassen. Ze produceren tot een halve kilogram mest per dag en daarmee vervuilen ze niet alleen weiden en akkers, maar ook recreatiegebieden en (zwem)vijvers.
De exoten brengen ook de biodiversiteit in het gedrang. Ze concurreren om voedsel en ruimte met andere, overwinterende ganzensoorten. Als ze neerstrijken in natuurgebied veroorzaakt hun mest op voedselarme bodems het verlies aan kwetsbare ecosystemen. Doen we niets, dan eindigen we volgens de natuurbehoudsvereniging Natuurpunt met een ‘lege, kaalgevreten natuur’.
De ganzen verjagen op de plaatsen waar ze overlast veroorzaken, is volgens Adriaens geen oplossing. ‘Daarmee verplaatst je het probleem en maak je het nog erger. Door de dieren op te jagen, verbruiken ze meer energie en moeten ze nog meer eten.’
Eieren roeren
Het aantal ‘Canadezen’ moet naar omlaag. Dat gebeurt op verschillende manieren. Natuurbeheerders prikken en schudden ganzeneieren om hun broedsucces te verlagen. Die aanpak heeft zijn beperkingen. ‘Doe je het te vroeg, dan leggen de ganzen nieuwe eieren’, zegt Adriaens. ‘Doe je het te laat, dan zit er geen luchtkamer meer in het ei en richt je geen schade aan.’
’Bovendien zijn de ganzen niet van gisteren. ‘Doe je het goed, en komen er weinig jongen uit, dan zoeken de ganzen het volgende broedseizoen een nieuwe stek.’ Al dat schudden kan volgens Adriaens plaatselijk wel nuttig zijn, maar het heeft op de totale populatie weinig impact. ‘Je krijgt er vooral een tenniselleboog van.’
Volgens jagers is een schot beter dan de vergassingsdood. Maar een gans die niet goed geraakt wordt, is misschien slechter af
Jagers leggen elk jaar enkele duizenden ganzen om. Van 15 augustus tot 31 maart is de Canadese gans vogelvrij. Sinds 2010 mogen de ganzen buiten het jachtseizoen op grote schaal gevangen en gedood worden. Dat gebeurt van 15 juni tot 15 juli, als de ganzen in de rui zijn. Ze verliezen dan hun slagpennen en kunnen niet vliegen.
Deze maatregel roept weerstand op, ook bij de jagers. Die zouden de ganzen het liefst zelf bestrijden. Ze vinden het naar eigen zeggen onkies en in strijd met de jachtethiek om dieren te vangen die niet kunnen vluchten. Een schot is volgens de jagers te verkiezen boven de vergassingsdood. Al hangt dat af van hoe goed dat schot is geplaatst. Een gans die in de vlucht slecht wordt geraakt, is wellicht slechter af.
Mobiele gaskamer
Sommige media maakten al gewag van een ‘ganzengenocide’ en ‘milieuracisme’. Op sympathie van passanten hoeven de verdelgers doorgaans niet te rekenen. Er wordt al eens gescholden, gefilmd of gedreigd de pers op te trommelen. Een enkele keer vatte een dierenvriend post in de kooi.
‘Meestal volstaat het uit te leggen waarom we dit doen’, zegt Rotthier. Onlangs passeerde een klasje schoolkinderen op fietstocht. ‘Leg dan de exotenproblematiek maar eens uit... (lachje) We hebben het dan maar op een uitbraak van botulisme gehouden. De kinderen waren ons dankbaar omdat we de ganzen een lange lijdensweg bespaarden.’
Het gas irriteert de luchtwegen, wat pijn en stress veroorzaakt
Met een luchtfoto van het gebied erbij, en op basis van prospectie de dag voordien, bespreekt de ploeg de strategie. Wat is de beste plaats om de kooi te zetten? Wie zal waar postvatten? Na enige hilariteit omdat voor mij twee linkerlaarzen zijn meegebracht, gaan de ganzenvangers aan de slag. De dieren laten zich verbazend makkelijk in de val drijven. ‘Het zijn echte groepsdieren’, zegt Rotthier. ‘Hoe groter de groep, hoe makkelijker ze zich laten vangen.’
In de kooi zitten 65 ganzen. Eén witte boerengans ontspringt de dans. Die gaat naar een pluimveehandelaar. Voor de overige ganzen is de bestemming de ‘gasmobiel’. Dat is een aanhangwagen met CO2-tanks die de vangers tot bij de kooi rijden. Ze drijven de hele groep de aanhangwagen in. De deuren gaan dicht, de gaskraan open.
Stoofpotje
Vergassing met CO2 is een verdovingsmethode die slachthuizen courant gebruiken. Het nadeel is dat het gas de luchtwegen irriteert, wat pijn en stress veroorzaakt zolang de dieren niet bewusteloos zijn. Dat kan enkele tientallen seconden duren. Door een klein raampje in de wagen zie ik de ganzen naar adem happen.
Bij de eerste vangsten kregen de dieren een dodelijke injectie. Die methode heeft als nadeel dat je de vogels eerst in kratten moeten transporteren zodat je ze vervolgens elk afzonderlijk door een dierenarts kan laten afmaken. Dat veroorzaakt stress. Het blijft een onaangenaam tafereel, maar vergassing is volgens alle betrokken partijen de meest praktische en zachtste oplossing. Om te vermijden dat de vogels bijkomen, blijft de wagen nog een tiental minuten gesloten nadat de ganzen het bewustzijn hebben verloren.
De initiatiefnemers van 'een stoofpotje van Canadese gans' kregen doodsbedreigingen
Vredig inslapen doen de ganzen niet bepaald. Toch lijkt hun leven en hun dood te verkiezen boven die van dieren uit de intensieve veehouderij. Het is jammer dat hun vlees verloren gaat. Ganzenvlees is bij ons niet populair. Vlees van gevangen ganzen in de voedselketen brengen is bovendien juridisch minder evident. Gebeurt het sporadisch toch, dan niet tot ieders tevredenheid. Een stoofpotje van Canadese gans stond in 2014 tijdens de Gentse Feesten op het menu. De initiatiefnemers kregen doodsbedreigingen.
De meeste ganzen worden vernietigd. Ook deze vangst verdwijnt in plastic zakken. Hoe sterk het Canadese groepsgevoel is, wordt duidelijk als verschillende dode ganzen wel degelijk over slagpennen blijken te beschikken. De onfortuinlijke vogels hadden er gewoon vandoor kunnen vliegen.
20 miljoen euro schade
‘Nog geen walvissen gespot, mannen? Mogen wij ook een glas meedrinken als het hier receptie is?’ Op de tweede locatie, een oude Schelde-arm nabij Zingem, bestoken voorbij zoevende wielertoeristen op het jaagpad de ploeg gelukkig alleen met flauwe moppen. Hier verloopt het allemaal wat minder vlot.
Eerste probleem: een gebrek aan ganzen. Bij de prospectie is hier een zestigtal Canadezen gespot. Die geven nu niet thuis. Op de vijver treffen we enkel een kleine groep Canadese ganzen en brandganzen. Een dertigtal dieren, net voldoende om moeite voor te doen. Hetzelfde ritueel voltrekt zich. Na een korte drijfjacht verdwijnt de hele groep in de aanhangwagen, dit keer inclusief donzige kuikens. Een groep van nog eens dertig Canadezen zwemt op de Schelde rond en weet te ontkomen. ‘Niet erg, dan hebben we volgend seizoen ook nog werk’, lacht Rotthier.
Adriaens merkt dit patroon al enkele jaren op. Het wordt moeilijker grote groepen ganzen te vinden. ‘Uit de tellingen blijkt dat het aantal ganzen ongeveer is gehalveerd sinds 2010. Een bewijs dat de gecombineerde aanpak werkt.’ Hij becijferde dat we op die manier tegen 2050 ongeveer 20 miljoen euro schade aan landbouwgewassen kunnen vermijden.
Zodra de populatie tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, kunnen volgens Adriaens een beperkter aantal vangsten volstaan om de zaak onder controle te houden. ‘Als we nu niet ingrijpen, zouden op termijn veel meer vogels moeten sterven.’
Dit artikel verschijnt ook in de zomerspecial 'Onze Wildernis'. Koop de special in onze online tijdschriftenwinkel.