Het geheugen is een krachtig overlevingswapen. Het stelt organismen in staat om op basis van ervaringen geïnformeerde beslissingen te nemen. Eigenlijk wordt de vaardigheid om informatie te onthouden en later terug op te roepen alleen toegeschreven aan organismen met een centraal zenuwstelsel. Duitse onderzoekers toonden nu aan dat ook een slijmschimmel (Physarum polycephalum) herinneringen kan opslaan, ook al beschikt die niet over een centraal zenuwstelsel.
De slijmschimmel is een bijzonder beestje. Al is het geen dier, plant of schimmel, het organisme bevindt zich ergens op een kruispunt van die levensvormen. Zijn lichaam bestaat uit één reusachtige cel die op haar beurt is gevormd uit aaneengeschakelde buisjes. De amoebe-achtige cel kan enkele centimeters of zelfs meters lang zijn, en is zo de grootste ter wereld (zoek maar op in het Guinness Book of World Records).
In experimenten demonstreerde de cel al haar ‘intelligentie’ door de kortste weg door een doolhof te vinden. Ook de manier waarop de cel naar voedsel speurt is bijzonder. Wanneer de slijmschimmel voedsel ontdekt, verweeft hij de vindplaats in de architectuur van zijn buisvormige netwerk. Daar waar voedsel is, worden de buisjes smaller, en tussenin worden ze breder. Zo onthoudt de schimmel als het ware waar het voedsel zich bevindt. Dat is indrukwekkend, want het organisme beschikt niet over centrale sturing. Wanneer de slijmschimmel informatie ‘ontdekt’, komt een chemisch stofje vrij dat de buisjes in het netwerk lokaal verdunt. Daardoor heroriënteert het hele organisme zijn verplaatsingen in de richting van het voedsel.
Omdat de slijmschimmel zich op de grens tussen dier, plant en schimmel bevindt, biedt de observatie inzicht in de vroege evolutionaire geschiedenis van de eukaryoten – organismen waartoe ook de mens behoort. De onderzoekers denken dat hun bevindingen kunnen helpen bij het ontwerpen van slimme materialen en robots die zich door complexe omgevingen navigeren.
Bron: Max-Planck-Institut en TU München, Duitsland