Afrikaanse olifanten zijn dol op baden, waarbij ze zichzelf en hun soortgenoten natspuiten en besprenkelen met modder. Zo houden ze hun huid vochtig en soepel, weren ze insecten af en beschermen ze zich tegen de straling van de zon. Omdat olifanten niet over zweet- of talgklieren beschikken, is dit de enige manier waarop ze hun lichaamstemperatuur onder controle kunnen houden.
Om maximaal te kunnen afkoelen, beschikken Afrikaanse olifanten over rimpels en plooien in hun huid. Maar onder die zichtbare onregelmatigheden schuilt een omvangrijk, maar microscopisch stelsel van spleten en kloven dat óók water vasthoudt – vijf tot tien keer zoveel zelfs als bij een vlakke huid.
"Wetenschappers ontdekten dat het gekrakeleerde vel geen gevolg is van het krimpen van de huid tijdens het uitdrogen, maar van een oneffen profiel van de onderhuid"
Zwitserse biologen hebben de huid van verschillende Afrikaanse savanneolifanten in detail bestudeerd. Daarbij ontdekten ze dat het gekrakeleerde vel geen gevolg is van het krimpen van de huid tijdens het uitdrogen (wat bijvoorbeeld bij modder of rotsgesteentes wel het geval is), maar van een oneffen profiel van de onderhuid en van de druk- en trekkrachten die ontstaan tijdens het voortbewegen.
Volgens de onderzoekers lijkt het microscopische olifantenvel sterk op de huid van mensen die lijden aan Ichtyosis vulgaris, een erfelijke huidziekte die de buitenste laag van de huid doet uitdrogen en schilferen.