Als ze zich wel voortplanten, hebben hun kalveren een kleine overlevingskans.
Indische olifanten die in het wild zijn gevangen doen meer dan tien jaar niet aan voortplanting. Zo blijkt uit Engels onderzoek. Dat heeft een negatief effect op de kalveren die daarna alsnog worden geboren. Zij blijven meestal niet in leven.
Zowat 16 000 Indische olifanten worden in gevangenschap gehouden in landen als India, Myanmar en Thailand. Meestal worden ze gebruikt om boomstammen uit het bos te slepen voor de houtindustrie of ingezet in de toeristenindustrie. Om deze bedrijfstakken draaiende te houden worden nog steeds olifanten uit het wild gevangen.
“Natuurbeheer gericht op behoud van de soort via fokprogramma’s van gevangen dieren dienen te realiseren dat dit op de lange termijn negatieve effecten kan hebben”, zegt onderzoeker John Jackson. “Niet alleen om olifantenpopulaties op peil te houden, maar ook voor de instandhouding van andere wilde dieren in gevangenschap”.
De onderzoekers denken te weten waarom kalveren geboren in gevangeschap zo lijden. “We vermoeden dat de stress door gevangenschap de ontwikkeling van de foetus slecht beïnvloedt, evenals de lichaamsconditie van de moeder en teruggang in sociale interacties tussen de gevangen dieren”.