Grote herbivoren verminderen het aantal natuurbranden op wereldschaal.
Er bestaat een sterk verband tussen verdwenen herbivoren en meer natuurbranden in graslanden, zelfs op continentale schaal. Dat blijkt uit onderzoek van een team van Amerikaanse ecologen.
Aan het einde van het quartair stierven wereldwijd veel grote grazers uit. Afhankelijk van het continent deden de uitstervingsgolven zich voor tussen vijftig- en zevenduizend jaar geleden. Alison Karp en haar collega’s zagen die uitstervingsgolf als een ideaal experiment om enkele hypotheses te testen.
Op elk continent kwamen brandbare graslandecosystemen voor, net als grote herbivoren. Alleen waren de uitstervingsgolven in Noorden Zuid-Amerika sterker dan in Australië en veel sterker dan in Afrika. Daar bleven de grazerpopulaties bijna intact, zodat Afrika beschouwd werd als de onafhankelijke variabele in het onderzoek.
Natuurbranden
De wetenschappers vonden dat de vuuractiviteit heviger werd in werelddelen waar meer grazers verdwenen. In die gebieden nam de hoeveelheid houtskool in het sediment sterk toe, en die hangt samen met grote natuurbranden. De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het verdwijnen van herbivoren die in bossen foerageren en meer en hevigere bosbranden: in bossen is naast de hoeveelheid brandstof ook het vochtgehalte van groot belang.
De ecologen wijzen erop dat de grazers niet de enige bepalende factor waren voor natuurbranden. Ook de toenmalige klimaatverandering had een invloed. Toch is het volgens hen heel belangrijk dat herbivoren een bepalende factor worden bij de modellering en voorspelling van natuurbranden.
Beeld: The Age of Mammals, a muurschildering van Rudolph F. Zallinger. (© 2016 Peabody Museum of Natural History, Yale University)