Covid-19 legde verkeer en industrie tijdelijk lam, met een verminderde uitstoot van broeikasgassen tot gevolg. De impact daarvan is nihil, becijferen wetenschappers in Nature Climate Change: door de lockdownmaatregelen zal het klimaat ongeveer 0,01 °C minder opwarmen. Maar hoe we op de crisis reageren, kan wél een verschil maken.
Eerder onderzoek kwam al tot de conclusie dat de CO2-uitstoot dit jaar ongeveer acht procent lager zal liggen ‘dankzij’ de coronacrisis. Maar dat is niet het enige effect. Door de verminderde industriële activiteit en meer telewerk, neemt ook de uitstoot van stikstof- en zwaveloxiden af. Doordat die luchtvervuiling zonlicht reflecteert, heeft ze een koelend effect. In de nieuwe studie houden de onderzoekers zowel rekening met de lagere uitstoot van broeikasgassen, als met die verminderde koeling. Het gevolg is een minieme afname van de opwarming met 0,01 °C. ‘Dat komt ook doordat je met een coronadipje in de uitstoot weinig verandert aan de zich al decennia opstapelende CO2 in de atmosfeer’, zegt Joeri Rogelj (Imperial College London), die aan de studie meewerkte.
De impact van onze reactie op de crisis zal veel groter zijn. Om die te bepalen, onderzochten de wetenschappers verschillende scenario’s. In elk scenario veroorzaakt covid-19 nog tot eind 2021 een knik in de emissies. In één scenario realiseren landen vervolgens de uitstootreducties die ze al voor de crisis hadden beloofd, maar doen ze geen extra inspanningen. In een tweede geval leidt de economische crisis ertoe dat ze zelfs een stapje terug zetten, en meer investeren in sectoren die sterk op fossiele energie steunen. In beide scenario’s krijgen we wellicht (met 80 procent zekerheid) al voor 2050 meer dan 1,5 graden opwarming, en mogelijk zelfs al meer dan 2 graden.
‘We lagen helemaal niet op koers om onze klimaatdoelstellingen te halen, maar de coronacrisis biedt ons de kans het roer om te gooien’
In twee andere scenario’s zetten landen in op groene herstelmaatregelen. In een ‘gematigd’ scenario investeren landen 0,8 procent van het bruto binnenlands product in een duurzame transitie. In een ‘sterk’ groen herstelbeleid is dat 1,2 procent. Dat zou de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 respectievelijk met 35 en 50 procent doen dalen ten opzichte van het niveau in 2010. Zo vermijden we respectievelijk 0,2 en 0,3 °C opwarming. Met een ‘sterk’ groen herstelbeleid maken we volgens de onderzoekers een goede kans (ongeveer 55 procent) om de opwarming tegen 2050 onder 1,5 graden te houden. Met een ‘gematigd’ beleid overschrijden we die grens, maar blijven we wel onder de 2 graden opwarming.
Kantelpunt
Hoe zo’n groen herstelbeleid er precies moet uitzien, specificeren de onderzoekers niet. ‘Maatregelen als investeringen in hernieuwbare energie en duurzame mobiliteit maken daar deel van uit’, zegt Rogelj. Ook investeringen in het verduurzamen van gebouwen kan zowel economische als klimaatvoordelen opleveren. Dat impliceert niet dat sectoren met een grote klimaatimpact geen steun mogen krijgen. ‘Aan die steunpakketten moeten wel voorwaarden worden gekoppeld’, zegt Rogelj. ‘Van fossiele energiebedrijven mag je maatregelen verwachten om hun klimaatimpact te verminderen en te diversifiëren en een plan om hun werknemers voor te bereiden op een duurzamere toekomst.’
Piers Forster (University of Leeds) vertelde aan de klimaatnieuwssite Carbon Brief dat we ons op een kantelpunt bevinden. ‘We lagen helemaal niet op koers om onze klimaatdoelstellingen te halen, maar de coronacrisis biedt ons de kans het roer om te gooien.’
‘We pompen wereldwijd biljoenen in de economie’, zegt Rogelj. ‘Die investeringen bepalen hoe snel onze economie de komende tien jaar kan veranderen. Het is nu cruciaal om juiste keuzes te maken.’