Natte natuur en behoud van veen zijn essentieel voor het klimaat, voor biodiversiteit en voor het filteren en opslaan van water. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat vernattingsprojecten steeds hoger op de politieke agenda komen te staan. Maar dergelijke plannen hebben ook een grote impact op landbouwers in de buurt, want grondwater stopt niet bij de perceelsgrenzen.
Maar wat is dat nu, zo’n vernattingsproject? Vaak gaat het om waardevolle natte natuur of veenland, die door steeds vaker voorkomende droogte en door menselijke ingrepen, zoals drainage, onder druk komen te staan. Soms gaat het om gebieden waar grondwaterwinning voor plaatsvindt drinkwater of waar simpelweg meer water in het landschap gebufferd moet worden als voorbereiding op mogelijke droogte. In het verleden zette Vlaanderen in op grachten en pompen om land geschikt te maken voor landbouw en bebouwing. Vandaag zakt het grondwater soms te diep weg bij droge periodes om natte natuur en kleine waterlopen te kunnen voorzien van het nodige water. Bij vernattingsprojecten keren de waterbeheerders dat proces om door grachten te dempen of pompen uit te schakelen. De oppervlakkige grondwatertafel moet op die locaties weer omhoog, liefst gedurende het hele jaar. Maar onder de grond zijn er geen afsluitingen of perceelsgrenzen. Grondwater is verbonden via de gangen en gaatjes tussen de bodemkorrels waarin het opgeslagen zit. Om de grondwatertafel in een natuurgebied omhoog te brengen moet je in een groter gebied maatregelen nemen en zijn er dus ook effecten voor het naburige landbouwland.
Eerder deze maand bezocht ik een onderzoeksgroep van de University of Galway, Ierland die innovatieve sensoren op satellieten en vliegtuigen gebruikt om veen nauwkeurig in kaart te brengen. We moeten immers internationaal het veenland beschermen om te vermijden dat grote hoeveelheden extra CO2 te lucht in komen en het klimaat verder negatief beïnvloeden. Maar ook in Ierland is vernatten controversieel en daar is het niet enkel de landbouw die tegenwerk biedt. Veen wordt immers nog steeds gebruikt als bron van energie door gezinnen en op industriële schaal. Die praktijk is zelfs sterk verweven met de Ierse identiteit op het platteland. In Ierland is het dus nog belangrijker om te vermijden dat belangen lijnrecht tegenover elkaar staan en voldoende rekening te houden met economische, sociale en culturele gevolgen van vernattingsplannen, zodat de Ieren de transitie ook echt kunnen maken.
Bij droogte is dat in veel gevallen positief voor onze Vlaamse teelten. De plantenwortels kunnen dan bij gebrek aan regen nog aan water geraken dieper in de bodem doordat het grondwater dichtbij is. Maar wanneer het wel veel regent, of het grondwater permanent in de wortelzone aanwezig is, krijg je heel wat negatieve effecten op landbouwgewassen. Plantenwortels hebben immers zuurstof nodig om te kunnen werken en krijgen stress of sterven wanneer er geen zuurstof meer te vinden is. Sommige ziektes en plagen verspreiden zich gemakkelijker bij natte omstandigheden, denk maar aan de ‘aardappelziekte’ bij natte jaren in je moestuin. Als de bodem heel nat is, kan ze ook minder gewicht dragen. Het wordt dan moeilijk om met machines uit te rijden om het land te bewerken, te zaaien of te oogsten. Kortom, te hoge grondwaterstanden maken het moeilijk of zelfs onmogelijk om rendabel en duurzaam te boeren.
Natte landbouw of ‘paludicultuur’ wordt vaak voorgesteld als alternatief voor conventionele landbouw in gebieden waar vernatting nodig is. Alternatieve teelten zoals lisdodde, veenmos of miscanthus worden immers gebruikt voor de productie van isolatiemateriaal of biogas of hebben farmaceutische toepassingen. Daarnaast vormt natte landbouw een overgang tussen intensief cultuurland en natte natuur, en kan het mee instaan voor waterzuivering en zorgen voor waterbuffering. Toch zijn er nog veel vragen over hoe een Vlaamse boer zo’n teelt rendabel kan beheren en of er überhaupt een lokale afzetmarkt is voor die alternatieve teelten. Het blijft bij vernattingsprojecten in eerste instantie belangrijk om de impact op conventionele teelten in te schatten, omdat natte landbouw nog onvoldoende voor een zeker inkomen en een stabiele toekomst kan zorgen. Niet elke conventionele teelt is geschikt op elke locatie en het is vaak binnen eenzelfde landbouwbedrijf al mogelijk om gevoelige teelten op hogere gronden te telen en in nattere omstandigheden eerder voor gras of andere 'robuuste' gewassen te kiezen.
PEILIMPACT
Onderzoekers uit Vlaanderen (ILVO) en Nederland (KWR, WUR) ontwikkelden samen een tool om effecten van grondwaterpeil op landbouwactiviteiten beter in te schatten, zodat de overheid en betrokken partijen verschillende maatschappelijke en private belangen goed tegen elkaar kunnen afwegen bij vernattingsplannen. Dat is niet enkel belangrijk voor de landbouwers, die zich vaak onvoldoende gehoord voelen, maar ook voor de natuurbeheerders, die meestal jarenlange procedures met veel lokale conflicten moeten afwachten, voor actie ondernomen kan worden.
Het finale eindrapport van dit project met heel wat interessante achtergrondinformatie en de link naar waar je het modelkader kan downloaden zal beschikbaar zijn vanaf maart 2023.