Amerikaanse onderzoekers keken naar de totale waterconsumptie in de Amerikaanse steden. Niet alleen het water dat uit de kraan komt van de stedelingen, maar ook het waterverbruik dat nodig is om voedsel te produceren voor de stad. De som van dit direct en indirect waterverbruik is de watervoetafdruk van een stad. Het team analyseerde 65 middelgrote en grote steden in de Verenigde Staten. Hiervoor koppelden ze in een netwerkmodel cijfers van productie en vervoer van producten uit de akkerbouw en veeteelt aan de hiervoor benodigde virtuele waterstromen. Daaruit volgde dat grotere steden gemiddeld genomen minder water verbruiken per inwoner.
"Economische activiteit in grotere steden is vooral gericht op dienstverlening. Daar gaat relatief weinig water mee gemoeid"
Daar is een verklaring voor, aldus de onderzoekers. Economische activiteit in grotere steden is vooral gericht op dienstverlening. Daar gaat relatief weinig water mee gemoeid. Terwijl meer waterintensieve sectoren, zoals de landbouw, worden overgelaten aan minder dicht bevolkte gebieden. Daardoor hebben bewoners van kleinere steden op het platteland een grotere watervoetafdruk.
De onderzoekers willen een completer en robuuster beeld krijgen door de waterconsumptie voor opwekking van energie mee te nemen. En door nog meer steden te betrekken in hun analyse. Uiteindelijk willen ze op basis van hun bevindingen steden adviseren hoe ze hun watervoetafdruk verder kunnen verkleinen.