Carla woont in Zeebrugge. Ze pendelt voor de kost, houdt van zwemmen en uitstapjes. In de winter verkiest ze de warmte van zuidelijkere oorden en gezelschap van soortgenoten. Carla is een zeebaars.
Bovenop haar populatie van een 4000-tal Homo sapiens, huisvest de gemeente Zeebrugge ook onderwaterbewoners. In de zomer vormt de haven van Zeebrugge namelijk een trekpleister voor de Europese zeebaars. Voor de landrotten onder ons: de zeebaars is bekend en berucht als een actieve jager. In Frankrijk spreekt men zelfs van ‘loup de mer’, ofwel wolf van de zee. Kenmerkend aan de zilvergrijze vis zijn onder andere de gevaarlijke stekels op de rugvin. De soort is een favoriet aan de hengel en op het bord. De hoge marktprijs voor zeebaars onderstreept ook het economische belang van de vis.
De populariteit heeft de zeebaars geen deugd gedaan. Door overbevissing kwam het zeebaarsbestand in de problemen en moest de Europese Commissie een reeks noodmaatregelen afkondigen in 2015. Hoewel de visserijdruk stevig is afgenomen, is het bestand nog niet hersteld. Om de geschiedenis geen kans tot herhaling te geven, moeten we de ecologie en levenswijze van de zeebaars beter begrijpen.
Zenden en ontvangen
Om het gedrag van zeebaars te onderzoeken, voorzien we deze vis van een elektronische zender. Daarbij gaan we, biologen van Universiteit Gent, VLIZ & ILVO, als volgt te werk. Een onfortuinlijke zeebaars laat zich vangen door het kunstaas aan de lijn van een ervaren sportvisser. De vis gaat meteen in een bad met verdovende kruidnagelolie. Zo voelt die niet dat er intern een felrode zender wordt geplaatst. Die zender stuurt elke 2-3 minuten een geluidssignaal uit. Eens gehecht en hersteld van de operatie, wordt de patiënt ontslagen en is die terug op vrije vinnen.
Vervolgens leggen we ons oor te luister in het troebele water van Zeebrugge. Daarvoor gebruiken we akoestische ontvangers. Dat zijn instrumenten die het onderwatergeluid scannen op de signalen van onze zenders. Die signalen worden opgepikt als de vis met een zender binnen het hoorbereik van het toestel zwemt. Live updates van het komen en gaan van de zeebaarzen krijgen we helaas niet. De gegevens worden opgeslagen op de ontvangers, die we enkele keren per jaar uitlezen. Op deze manier onderzoeken we sinds 2018 het komen en gaan van de fascinerende predator.
Weelderige zomers, zinderende winters
Wat brengt de magistrale roofvis naar de kust? Voedsel. In de warmere maanden van het jaar (april – oktober) eten zeebaarzen hun buikje vol aan de onderwaterbuffetten nabij scheepswrakken, ondiepe kustwateren en zelfs stroomopwaarts in rivieren. Op het menu staan vissen, krabben, garnalen, schelpdieren, inktvis… noem maar op.
In de maanden oktober tot december moet de Bourgondische schranspartij plaats maken voor een nog convivialer gebeuren: het paaiseizoen. Bij koudere temperaturen trekken de zeebaarzen zuidwaarts naar diepere en warmere wateren. De exacte locaties van deze polyamoureuze onderonsjes zijn moeilijk te bepalen, maar we weten van samenscholingen in het Engels Kanaal. Na de geleverde inspanningen is het tijd om terug aan te sterken en kustwaarts te keren.
Nergens beter dan thuis
De baarzen migreren niet zomaar terug in dezelfde richting: twee op drie van de gezenderde vissen komen terug naar Zeebrugge. Meer nog: veel vissen registreren we maandenlang bijna dagelijks op de akoestische ontvangers in en aan de haven. Afgezien van soms eens een uitstap naar Knokke, Oostende of een nabij gelegen wrak, lijken deze vissen de haven als hun thuisbasis te beschouwen.
Enerzijds biedt de haven een geschikt habitat met voldoende voedsel. Nochtans is Zeebrugge lang niet de enige plaats waar deze rovers prooien kunnen vinden. Het is daarom moeilijk te bepalen of de baarzen terugkeren omdat ze de haven als een bijzonder geschikte plek ervaren, of omdat ze het er kennen en als het ware als ‘thuis’ beschouwen.
Wat is thuis voor jou? Voor Carla is het de plek waar ze in haar levensonderhoud voorziet en ’s nachts verpozing zoekt. Bij het ochtendgloren zwemt ze drie kilometer naar een vaste stek waar ze op jacht gaat. Hier is ze overdag actief in de weer en zwemt ze herhaaldelijk van het wateroppervlak naar de bodem en terug. Na het vallen van de avond pendelt ze terug om de rust op te zoeken in ondiepere wateren.
Iedereen uniek
Leven alle zeebaarzen eenzelfde klassiek bestaan onder de kerktoren? Neen. Sommige zijn een stuk avontuurlijker en gaan regelmatig op verkenning. Sommige baarzen onderhouden een actief nachtleven en houden zich overdag wat meer koest. Zo spreken we zelfs van vispersoonlijkheden.
Net daarin schuilt de meerwaarde om de vissen individueel te gaan onderzoeken. Als soort, zien we de zeebaars als een generalist. Ze eten zo goed als alles wat in hun mond past, kennen een groot verspreidingsgebied en gedijen in een reeks van habitattypes (bijvoorbeeld riffen, zandbanken en onderwaterwrakken). De sterke zwemmers zouden dus best kunnen gaan en staan waar ze willen. Deze veralgemening gaat echter voorbij aan de specificiteit van hun individuele gedragingen. Zo lijken ze individueel vaak gebonden te zijn aan specifieke plaatsen, waar ze zich specialiseren op de jacht van de daar voorkomende prooien.