'Hitte-eilandeffect' zet klimaatopwarming in steden in turbo-stand

Door het alomtegenwoordige beton en asfalt zijn steden extra gevoelig voor de klimaatopwarming. Maatregelen zoals ‘koele’ voetpaden en daken dringen zich op. Anders betalen de stadsbewoners de rekening.

"Bij een stijging van de gemiddelde temperatuur met twee graden of meer, bedraagt het verlies aan bbp voor steden het dubbele van het planetaire gemiddelde"

Hoewel ze qua oppervlakte slechts één procent van het totale aardoppervlak beslaan, woont niet minder dan de helft van alle wereldbewoners in steden (of verstedelijkte gebieden). Bovendien is het grootste deel van de bedrijvigheid vooral daar te vinden: steden zijn goed voor 80 procent van het globale bbp én ze consumeren 78 procent van alle energie.

Een team van Britse, Mexicaanse en Nederlandse economen heeft nu becijferd hoe groot de economische dreiging is van de klimaatopwarming voor de stad in de 21ste eeuw – los van de grotere kans op bijvoorbeeld wateroverlast, sterfte door hitte, enzovoort.

 

Bij een stijging van de gemiddelde temperatuur van twee graden of meer, bedraagt het verlies aan bbp voor steden liefst het dubbele van het planetaire gemiddelde:  een terugval van 10,9 procent versus 5,6 procent. De economen wijten dat aan een versterking van het hitte-eilandeffect, dat op warme dagen zoals in de afgelopen week nu al zorgt voor aanmerkelijk meer hitte in stadskernen.

Het hitte-eilandeffect – urban heat island effect – is een gevolg van de grote absorptie van warmte en zonlicht door asfalt, beton en dakbedekking, en van de extra hitte die in de lucht wordt gepompt door verkeer en airco-installaties. Een precieze schatting is moeilijk te maken, maar wetenschappers gaan ervan uit dat dit tegen 2050 al voor een verdubbeling van de temperatuurstijging in steden kan zorgen – twee graden extra wordt dus plots vier graden erbij in Brussel, Los Angeles, Mumbai of Mexico City.

En warmere temperaturen doen de economie geen goed. Mensen worden sneller ziek en minder productief, water raakt gemakkelijker vervuild, er wordt meer energie verbruikt om te koelen… Maar stadsbesturen beschikken volgens de economen ook over middelen om de opwarming op lokaal vlak aan te pakken – bijvoorbeeld als de landelijke overheid niet mee wil. Zo kunnen ‘koele’ – lees: warmteafstotende – voetpaden  en daken een groot verschil maken, zonder dat daarbij de leefbaarheid van de stad in het gedrang komt.