Natuur & Milieu

Hoe de walvis een reus werd

Oprukkende ijskappen deden baleinwalvissen groeien.

De blauwe vinvis is met zijn gemiddelde lengte van 25 meter en gewicht van 100 ton het grootste gewervelde dier dat ooit heeft geleefd. Volgens Amerikaanse wetenschappers hebben baleinwalvissen zoals de blauwe vinvis pas recent reusachtige proporties aangenomen. In het vakblad Proceedings of the Royal Society B melden ze dat oprukkende ijskappen daarbij een cruciale rol hebben gespeeld.

De wetenschappers reconstrueerden de evolutie van walvissen. Aan de hand van fossiele schedels en eerder onderzoek schatten de onderzoekers de omvang van 63 uitgestorven walvissoorten, sommige wel 30 miljoen jaar oud, toen de eerste baleinwalvissen ontstonden. Daaruit bleek dat de dieren nooit groter waren dan vandaag. Erg grote walvissen  werden pas twee à drie miljoen jaar geleden algemeen.

Groeiende ijskappen in het noordelijk halfrond hadden rond die tijd een impact op het voedsel van de walvissen. Voor het begin van de jongste ijstijd waren de kleine zeediertjes die de walvissen met hun baleinen uit het water filteren, zoals krill, vrij gelijkmatig verdeeld over de oceaan. Maar het water dat van de ijskappen in zee spoelde, zorgde voor een met de seizoenen fluctuerende aanrijking met voedingsstoffen en zo voor een tijdelijk rijkelijk gedekte tafel voor de walvissen.

Krill uit het water filteren is makkelijker als de diertjes in hoge concentraties voorkomen. Walvissen kunnen duizenden kilometers afleggen om van die tijdelijk verhoogde voedselbeschikbaarheid te profiteren. Volgens de wetenschappers zijn grotere dieren daarbij in het voordeel én verloopt ook het filteren efficiënter naarmate de dieren groter zijn. Dat zou de groei van de dieren aangevuurd hebben.