Hoe gezond is eigen kweek?
25 maart 2015 door KVGroenten die vlak bij een drukke weg of op een verontreinigde bodem geteeld worden, bevatten vaak te veel zware metalen. Hoe maak je eigen kweek gezond?
Groenten die vlak bij een drukke weg of op een verontreinigde bodem geteeld worden, bevatten vaak te veel zware metalen. Hoe maak je eigen kweek gezond?
Volkstuintjes zijn sinds de wereldoorlogen niet meer zo populair geweest als vandaag. Steeds meer stadsbewoners willen hun eigen groenten, fruit en kruiden telen. Eigen kweek heeft de naam gezonder te zijn, maar zeker in de stad is dat, met haar lucht- en bodemvervuiling, een vraagteken. In Vlaanderen voeren onderzoekers van de universiteiten van Gent en Antwerpen een grootschalig onderzoek uit naar volkstuinen en groenten kweken in de stad of langs drukke wegen. De resultaten daarvan kan je vinden op de website http://www.gezonduiteigengrond.be/
Een eerdere Duitse studie suggereert alvast dat groenten kweken in de stad wel degelijk risico’s inhoudt. Wetenschappers van de Technische Universität Berlin analyseerden gewassen uit moestuinen in het centrum van de Duitse hoofdstad. Ze maten de concentraties van de metalen cadmium, chroom, lood, zink, nikkel en koper in vruchtgewassen (tomaten en groene bonen), wortelgroenten (wortels, aardappelen en koolrabi), bladgroenten (sla en spinazie) en kruiden (basilicum, munt en tijm).
De groenten uit tuintjes die het dichtst bij drukke autowegen lagen, bevatten de hoogste concentraties. Europese normen voor lood werden er voor twee derden van de gewassen overschreden. De mate van vervuiling verschilde naargelang het metaal en het gewas. De ergste voorbeelden waren tomaten die elf keer zoveel cadmium en bijna vijf keer zoveel nikkel bevatten als supermarkttomaten, en snijbieten die zes keer zoveel zink bevatten. Over het algemeen waren de concentraties van alle metalen in alle groenten hoger dan bij groenten uit de supermarkt.
De onderzoekers waarschuwen in het tijdschrift Environmental Pollution dat stadsgroenten een belangrijke bron kunnen vormen voor de opname van zware metalen, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Zo kan langdurige opname van lood leiden tot een groeiachterstand bij kinderen of een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten bij volwassenen. Langdurige inname van cadmium is vooral schadelijk voor de nieren, botten en longen.
Remschijven
Moeten alle stadsbewoners hun moestuintje snel onderspitten om er dan maar bloemen op te zetten? Nee, vindt bodemchemicus Paul Römkens van Wageningen University. Hij bestudeert in Nederland al jaren de opname van metalen als lood en cadmium in landbouwgrond en moestuinen en vindt dat we niet té gealarmeerd moeten zijn door de Duitse studie. 'Je moet voorzichtig zijn met de interpretatie ervan. De bodemtoestand is bijvoorbeeld niet in rekening gebracht. Ook historisch vervuilde grond - wat gezien de turbulente geschiedenis van Berlijn zeer waarschijnlijk is - zou de hoge waarden kunnen verklaren. Saneren, kweekbakken gebruiken of gewoon een geschiktere plek zoeken, kan dan een uitkomst bieden.
Bovendien werden de sterkst verontreinigde groenten in de studie gekweekt op minder dan tien meter afstand van een drukke weg. Bijna letterlijk in de berm dus. Het spreekt voor zich dat gewassen die daar groeien verontreinigd zijn.' 'Uit eigen onderzoek weten we dat het risico op vervuiling heel sterk afneemt naarmate de tuin zich verder van een drukke straat bevindt. De belangrijkste metalen cadmium, koper, zink en lood komen vooral van slijpsel van remschijven en autobanden, dat als straatstof rondwaait. Het zijn vaak vrij grote deeltjes, ze waaien dus niet zo heel ver. Vooral de eerste tien tot vijftig meter is kritiek.
Daarna neemt de vervuiling zeer sterk af. Op een afstand van honderd tot driehonderd meter van een drukke weg vinden we vaak geen verontreiniging van het autoverkeer meer. Dat is een gemiddelde afstand. Als je tuin op vijftig meter van de drukke weg ligt en er staat een appartementsgebouw met vijf verdiepingen tussen, dan blokkeert die het inwaaiende stof. Uit onderzoek in Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat een achtertuin van een woning naast een drukke weg toch helemaal veilig kan zijn om groenten te kweken. Ook de windrichting speelt een rol. In Nederland en Vlaanderen is zuidwestenwind dominant. Moestuinen die ten zuidwesten van een drukke weg liggen ondervinden dus veel minder invloed dan moestuinen in het noordoosten van die weg.'
Fijn stof
Fijn stof, uitgestoten door auto's en vrachtwagens, waait veel verder dan metaaldeeltjes en bereikt ook moestuinen die niet meteen naast een drukke weg liggen. 'Maar dat is veel minder problematisch. Het schadelijke effect van fijn stof, dat vooral uit stikstof- en zwavelverbindingen bestaat, speelt zich vooral af in de longen. Fijn stof inademen is een probleem, het opeten niet.
De kleine deeltjes gaan via maag en darmen vrijwel zonder invloed terug naar buiten. Het meeste fijn stof was je trouwens ook gewoon van de groenten af.' De Berlijnse studie toont volgens Römkens vooral aan wat landbouwwetenschappers al een tijdje weten: 'In de onmiddellijke omgeving van een drukke weg moetje geen moestuinen aanleggen.' Niet alleen nabij drukke autowegen moetje opletten. Ook de eerste meters naast een spoorlijn kunnen sterk vervuild zijn. 'Door wrijving tussen het metaal van de trein, de sporen en de bovenleiding komt veel koper en zink in de bodem terecht. Om de spoorberm onkruidvrij te houden, werden lange tijd ook behoorlijk wat onkruidverdelgers gespoten. We meten daarom soms sterk verhoogde bodemwaarden, maar heel ver reiken die niet. Het gaat om de eerste vijf tot tien meter.'
Op andere locaties - ook op het platteland - speelt vooral historische vervuiling van de bodem, bijvoorbeeld door bestaande of voormalige industrie. Voor informatie daarover kan je meestal bij de gemeente terecht (in Vlaanderen houdt ook OVAM een inventaris van vervuilde bodems bij). Römkens: 'Bestaat er een risico dat er rommel in de grond zit? Laat dan altijd eerst een bodemanalyse uitvoeren'.
Laat moestuinen en volkstuintjes nu net vaak op de meest ongeschikte plekken liggen: langs spoor- of snelwegen. 'Dat is historisch zo gegroeid. De meeste van die moestuintjes liggen daar al heel lang. Men moet gedacht hebben: daar is er nog wat ruimte waar niemand iets mee wil doen, laten we daar tuintjes aanleggen. Maar de bewustwording groeit. In Vlaanderen en Nederland wordt de bodem van terreinen die in aanmerking komen voor nieuwe volkstuinen tegenwoordig eerst onderzocht.
Ook van volkstuinen die er altijd zijn geweest, wordt dat nu gedaan. Recent nog zijn in Nederland volkstuinen gesloten op historisch vervuilde grond. Daar werden al veertig jaar groenten gekweekt.'
Vervuilde grond, eetbare groenten
Paul Römkens en zijn collega's ontwikkelen een model dat de metaalopname door groenten berekent aan de hand van het metaalgehalte, de samenstelling en de zuurgraad van de bodem. Zo hopen de onderzoekers in verschillende omstandigheden beter te kunnen inschatten waar welke groenten veilig geteeld kunnen worden. Daaruit blijkt dat er op verontreinigde bodems soms meer kan dan op het eerste gezicht lijkt. Niet alle metalen worden immers even goed opgenomen.
'Dat komt omdat de plant vaak metalen filtert voordat ze in de eetbare delen komen. Voor stoffen als lood en chroom is dat filteren heel effectief: planten slaan die enkel op in hun wortels. De verontreiniging bestaat dan hoofdzakelijk uit stof dat op de bladeren of stengels kleeft. Dat kan je er deels weer af wassen. Cadmium wordt dan weer wel via de wortels in de plant opgenomen.' De ene groente is overigens de andere niet als het gaat om de opname van metalen.
Wie met vervuilde grond zit opgescheept, kan kiezen voor groenten die weinig metalen opnemen, zoals pompoenen, bonen en vruchten als appels, peren en pruimen. Andere gewassen zoals sla, spinazie en andijvie zijn grote verzamelaars van zware metalen. 'Nochtans neemt bijvoorbeeld boerenkool amper lood op. Twee derden van wat we in boerenkool aan lood meten, zijn deeltjes die hardnekkig aan de groente blijven kleven. Die was je er niet zomaar af. Dat komt omdat boerenkool heel lang op het veld staat, laag bij de grond groeit en van nature een kleverige plant is.' Ook de toestand van de bodem bepaalt in welke mate gewassen bodemvervuiling opnemen.
Uit onderzoek van Römkens rondom de voormalige metaalindustrie in de Nederlandse en Belgische Kempen, waar landbouwers en tuindersnog altijd kampen met sterk vervuilde bodems, blijkt dat je zelfs in grond die volgens de wet als verontreinigd te boek staat groenten en fruit kan telen die prima te eten zijn. De zuurgraad speelt een cruciale rol. 'Hoe zuurder de bodem, des te hoger de blootstelling aan cadmium.
Bekalken houdt de bodem neutraal en vermindert de opname van cadmium door de plant. Als tuinder kan je de zuurgraad van de tuingrond laten bepalen aan de hand van een bodemanalyse, tuincentra bieden testjes aan voor particulieren.'
Andere voordelen
Het Wageningse model toont aan dat er ook op verontreinigde bodems wel wat mogelijk is. Bovendien heeft tuinieren wel meer voordelen dan je eigen groenten op tafel kunnen zetten. Zowat alle studies benadrukken naast de mogelijke vervuiling allerlei pluspunten: tuinders hebben over het algemeen meer lichaamsbeweging, ervaren een gevoel van voldoening, maken bewustere voedselkeuzes en hebben ook meer sociaal contact. Het eten van voedsel uit eigen tuin leidt ook tot een vermindering van verpakkingsmateriaal, en het groen heeft een afkoelend effect op de stad. 'Uiteraard zijn er grenzen aan de bodemkwaliteit waarboven je niet meer kan tuinieren en ja, gezond verstand gebruiken helpt ook: vlak naast een snelweg is waarschijnlijk niet de beste plek om te tuinieren en ook oude industriële complexen moetje van te voren goed onderzoeken. Maar in veel gevallen leent de stadsbodem zich prima om zelf te tuinieren. Ik durf te stellen dat het gezonder is om lekker te tuinieren en eigen kweek te eten dan je ernstig zorgen te maken over alle mogelijke risico's die je als mens loopt', besluit Römkens.
Bodemanalyse
Om er zeker van te zijn datje tuingrond veilig is, kun je een bodemanalyse laten uitvoeren. Wij deden dat voor drie tuinen: een onverdachte moestuin op het platteland (Gistel) en twee moestuinen 'met twijfels' op 500 meter van de Antwerpse ring (Deurne) en op voormalige industriegrond (Hoboken). Omdat bodemvervuiling sterk afhankelijk is van de plaats, zijn de resultaten louter illustratief en gelden ze dus niet voor omliggende tuinen of tuinen in een soortgelijke context.
De Bodemkundige Dienst van België vzw stond in voor de analyse. Deze test is ook voor particulieren beschikbaar. We namen grondstalen op 25 plaatsen en tot op een diepte van 23 centimeter. Alle aarde ging in een emmer, werd gemengd, en daaruit werd 600 gram grond genomen, in een staalzakje geschept en met de post verstuurd. Drie weken later volgde een rapport met informatie over de bodemsamenstelling van de tuin. Het rapport bevat een milieukundig verslag met de concentraties van de zware metalen arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink en gegevens van parameters die cruciaal zijn voor bodemvruchtbaarheid en de mate van metaalopname.
In de moestuin in Gistel werd geen enkele richtwaarde voor zware metalen overschreden. In Deurne werden de richtwaardes voor koper en kwik benaderd, maar niet overschreden. Het gaat daar om een ingesloten stadstuin (aan de achterzijde van de woning) waardoor er weinig inkomende vervuiling van de drukke straat vooraan in de tuin terechtkomt. In Hoboken lag de hoeveelheid cadmium te hoog, dus de meeste groenteteelt wordt er afgeraden. Groenten als komkommer, augurk, pompoen en fruit kunnen wel, op voorwaarde dat de grond voldoende bekalkt wordt.
Dit artikel verscheen in Eos nummer 4, 2014.
Meer informatie: