In onze podcastreeks Weerman Bram beantwoordt Bram Verbruggen telkens een vraag over het weer. Deze keer: hoe ontstaat een regenboog?
‘Voor een regenboog heb je twee ingrediënten nodig: licht en regendruppels. Licht dat invalt op een regendruppel weerkaatst op de achterwand van die druppel en breekt vervolgens door de voorwand in de verschillende kleuren van het lichtspectrum. Dan zie je licht in alle mogelijke golflengtes: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Dat zijn de kleuren van het lichtspectrum, of de kleuren van de regenboog. Hoe groter de regendruppel, hoe intenser de kleur. Maar ook: hoe smaller de regenboog. Bij kleine regendruppels is de boog minder goed zichtbaar, maar wel breder.’
‘Je ziet dus licht dat weerkaatst wordt door regendruppels. Daarom is het noodzakelijk om de regen voor je en de zon achter je te hebben. In de richting van de zon zal je nooit een regenboog vinden. Dat verklaart ook meteen waarom regenbogen ’s ochtends in het westen te zien zijn, ’s middags in het noorden en ’s avonds in het oosten.’
‘De hoogte en grootte van de regenboog hangt af van de stand van de zon en dus van het moment van de dag en het seizoen. Staat de zon lager, dan zie je de regenboog hoger in de hemel.’
‘Als de zon aan de horizon staat – bij zonsopgang of -ondergang – zie je een regenboog op zijn maximale grootte. Hij beschrijft dan precies een halve cirkel, met het middelpunt aan de grond. Rond de middag, wanneer de zon op haar hoogste punt staat, zal een regenboog altijd veel lager aan de hemel te zien zijn. In de zomer zie je hem soms zelfs helemaal niet. Vanuit een vliegtuig of op een berg kan je trouwens meer dan een halve regenboog zien, dat is altijd spectaculair.’
‘Soms zie je twee regenbogen: een in felle kleuren en een tweede, minder felle, bijregenboog. In die laatste komen de kleuren in de omgekeerde volgorde voor. Het proces is net hetzelfde: het licht wordt evengoed gebroken door de regendruppels. Alleen zal het licht hier een tweede keer gebroken worden, waardoor je een bijregenboog ziet.’